Vlaams jachtgebied toegenomen, maar sterk gedaald in bebouwde kom
nieuwsVlaanderen telt steeds meer hectare jachtgebied. Dat blijkt uit de laatste cijfers van jachtvereniging Hubertus. De bijgekomen jachtgebieden zijn voornamelijk bossen, heides en andere natuurzones. Een sterke daler zijn de bebouwde zones, al zijn er volgens de jachtvereniging geen nadelen aan een privétuin die ingekleurd is als jachtgebied: “Hoe dan ook zal er geen jager in je tuin komen jagen.”
Tussen 2018 en 2024 werden in Vlaanderen aanzienlijke veranderingen aangebracht: maar liefst 37.000 hectare aan jachtgebied werd toegevoegd, voornamelijk bossen, braakliggende terreinen, akkers en weiden. Tegelijkertijd werd 35.330 hectare 'uitgekleurd', voornamelijk in woongebieden. Hoewel jagen niet toegestaan is in woongebieden, werden deze percelen daar historisch gezien ingekleurd bij de oorspronkelijke opmaak van de jachtplannen in Vlaanderen.
De vaststelling dat vele Vlaamse privétuinen zijn ingekleurd als jachtgebied, heeft in het verleden al tot enige consternatie geleid. Vogelbescherming Vlaanderen lanceerde hun campagne “Schiet in Actie" om dit onder de aandacht te brengen, waarop duizenden Vlamingen hun percelen hebben uitgekleurd. Volgens Hubertus zijn er het afgelopen jaar nog vele uitkleuringen gebeurd, vaak op initiatief van de wildbeheereenheden, en dus de jagers, zelf.
“Om het jachtrecht te krijgen moet je een mondelinge of schriftelijke overeenkomst hebben met de eigenaar van een perceel, anders mag je er geen jacht uitoefenen”, zegt Christophe Rutsaert van Hubertus Vereniging Vlaanderen. “De jachtplannen zijn jaren geleden opgemaakt, en historisch is het zo dat heel veel bebouwde gebieden in Vlaanderen daarin zijn opgenomen. Maar het is uiteraard nooit de bedoeling geweest om te jagen in de tuin. Daarom zijn we met een inhaalbeweging begonnen met al die tuinen uit te kleuren.”
Als je in een gebied woont waar je veel schade kan ervaren van everzwijnen, vogels of konijnen, dan kan het interessant zijn om jouw perceel in te kleuren als jachtgebied
Toch kan het volgens Rutsaert interessant zijn om de status als jachtgebied te behouden. “Als je bijvoorbeeld in een gebied woont waar je veel schade kan ervaren van everzwijnen, vogels of konijnen, dan kan het interessant zijn om jouw perceel in te kleuren als jachtgebied. Ook dan zal er niet in je tuin gejaagd worden, maar het geeft je wel de mogelijkheid om op te treden moest er zich een probleem voordoen. Bekijk het als de aansluiting van je woning op een rioleringsnetwerk: je ziet het niet, maar je bent wel blij dat het er is. Denk maar aan preventieve optredens met van kooien om kauwen, eksters of vossen te vangen, of de bestrijding van konijnen door middel van fretten. Met geweren zal er uiteraard niet in de tuin geschoten worden. Een ander voorbeeld is het veilig stellen van dieren bij maaiwerken. Veel jagers beschikken over warmtebeelddrones om dieren te vinden, om zo te voorkomen dat ze gekwetst worden bij het maaien. Je perceel inkleuren als jachtgebied is eenvoudig. We hebben een instructiefilmpje gemaakt om te tonen hoe dit gebeurt.”
De vereniging wijst ook op mogelijke voordelen door een perceel te verpachten aan jagers. “Door een perceel te verpachten, staat de eigenaar in rechtstreeks contact met de jager”, zegt Hubertus. “De jager kan de eigenaar op die manier aan een lokaal en ecologisch verantwoord stukje wildbraad helpen. Een kortere keten dan de jacht bestaat niet.”
Bossen
Hoewel de jachtzones in bebouwd gebied flink zijn afgenomen, zien we bij bossen een omgekeerde beweging. De overheid kleurt op grote schaal haar natuurterreinen in als jachtgebied. Dikwijls om daar zelf op te laten jagen (denk maar een drukjachten op everzwijn) maar ook om uit een brede waaier aan maatregelen te kunnen putten mocht er schade dreigen door jachtwild. “Het is een preventieve maatregel die niet alleen de veiligheid en het welzijn van mensen beschermt, maar ook helpt bij het behoud van het natuurlijk evenwicht”, meldt Hubertus.
“Denk maar aan de vele bossen van het Agentschap Natuur en Bos en Defensie”, zegt Rutsaert. “De overheid merkt dat er in verschillende regio’s problemen zijn aan het ontstaan. In Limburg bijvoorbeeld is de everzwijnenproblematiek van een zodanige aard dat ze zelfs in de tuinen komen woelen. In Drongengoed in Oost-Vlaanderen wordt zelfs gejaagd op damwild zoals damherten, omdat de populatiegrootte niet meer gezond is. Ze zijn in zo’n grote getale aanwezig dat ze een gevaar vormen voor de verkeersveiligheid, en jonge aanplant wordt heel snel opgegeten. De dieren hebben er geen natuurlijke predator.”
