Vijfde van de Nederlandse boeren verdiende niks in 2011

Nederland telt nog 70.392 landbouwbedrijven, terwijl dat er in 2000 nog ruim 97.000 waren. Het landbouwinkomen daalde in 2011 fors door de sterk gestegen kosten. Een vijfde van de landbouwbedrijven zou niks verdienen of zelfs verlies maken. De agrarische export floreerde daarentegen in 2011. Deze vaststellingen doet LEI Wageningen UR in de jaarlijkse uitgave van het Landbouw-Economisch Bericht.

De exportwaarde van Nederlandse land- en tuinbouwproducten steeg in 2011 met negen procent. Europese lidstaten zijn nog altijd de belangrijkste exportmarkt voor Nederlandse landbouwproducten, maar de uitvoer naar landen buiten de EU neemt toe.

In de loop der jaren is vooral de logistieke schakel van het agrocomplex in belang toegenomen omdat steeds meer producten van buiten Nederland worden aangevoerd. Het aantal banen in de logistiek is zelfs toegenomen, waar in de meeste andere onderdelen van het agrovoedingscomplex juist sprake is van een daling.

Net zoals in België zagen boeren uit Nederland hun inkomen in 2011 sterk dalen door de gestegen kosten. Vooral glastuinbouwbedrijven en bedrijven met leghennen hebben op het einde van het jaar niks verdiend of maakten zelfs verlies. In totaal maakte een vijfde van de ruim 70.000 landbouwbedrijven geen winst. Aan de andere kant van het spectrum verdient een even groot aantal bedrijven meer dan 100.000 euro op jaarbasis. Over een langere periode bekeken, zijn het vooral de grotere bedrijven die een hoger inkomen weten te realiseren.

Het aantal bedrijven in de primaire land- en tuinbouw daalde conform de trend op lange termijn met 2,7 procent in 2011. In de niet-grondgebonden sectoren daalde het aantal bedrijven twee keer zo snel als het gemiddelde.

Schaalvergroting en specialisatie zetten nog altijd door. In de melkveehouderij heeft ondertussen ruim een vijfde van de bedrijven meer dan 100 koeien. Ruim de helft van de nationale vleeskippenstapel werd in 2010 gehouden op bedrijven met meer dan 100.000 dieren. In de akkerbouw verloopt de schaalvergroting wat langzamer dan in de veehouderijsectoren, minder dan vijf procent van de bedrijven heeft meer dan 100 hectare grond.

De laatste jaren besteden de Nederlanders een iets groter deel van hun inkomen aan voeding. Dat is vooral het gevolg van de gestegen prijzen. Opvallend is de nog altijd sterke groei van de afzet van biologische producten.

Meer info: Landbouw-Economisch Bericht