Vernieuwing in gewasbescherming komt van biopesticiden

Om hun gewassen te beschermen tegen belagers hebben landbouwers decennialang vooral gerekend op chemische hulpmiddelen. In de toekomst krijgen ze meer instrumenten en dat is hoognodig want chemische gewasbescherming botst op zijn grenzen gelet op de problemen met pesticidenresiduen en resistentie van onkruiden, ziekten en insecten. Chemie krijgt versterking van biologie, van de zogenaamde biopesticiden. Syngenta, een wereldspeler met innovatiecentrum in Gent, zet een geheel nieuwe technologie in de kijker: RNA-interferentie of RNAi. Bi-PA, een Belgisch bedrijf gespecialiseerd in biologische gewasbescherming, pakt uit met een plantenextract van de vlindererwt als alternatief voor insecticiden.

Gewasbescherming kan hoe langer hoe minder gereduceerd worden tot de chemische oplossingen in de vorm van herbiciden, fungiciden en insecticiden. De gewasbeschermingsmiddelenindustrie brengt meer en meer biopesticiden op de markt als aanvulling op of alternatief voor scheikundige stoffen. Het halfmaandelijks vakblad Management&Techniek besteedt aandacht aan de RNAi-technologie waarmee Syngenta de bakens verzet.

RNA-interferentie is geen bacterie of schimmel maar een natuurlijk systeem dat de werking van het boodschapper-RNA ontregelt zodat het geen eiwitten meer kan aanmaken. RNA of ribonucleïnezuur behoort samen met het dubbelstrengige DNA tot de basis van elk leven. DNA en RNA zijn specifiek voor elk levend wezen, van virus en bacterie tot elke planten- en dierensoort.

RNAi-technologie is slechts één van de technieken waar Syngenta op inzet. Zoals de andere grote spelers in de sector gelooft het bedrijf in de toekomst van biopesticiden, bij voorkeur ‘biocontrols’ genoemd. De wereldmarkt van biocontrols wordt tegen 2030 op meer dan 7 miljard dollar geraamd, oftewel zeven procent van de totale gewasbeschermingsmiddelenmarkt, tenminste als ze qua efficiëntie niet moeten onderdoen voor de huidige chemische middelen.

Als het gaat over innovatieve oplossingen voor gewasbescherming kaapt ook een kleinere speler uit eigen land, Bi-PA uit Londerzeel, een eervolle vermelding weg. Afgelopen week heeft het bedrijf de aandacht gevestigd op zijn nieuw aangegane samenwerking met het Australische Innovate AG waarin het een belang van 25 procent verworven heeft. De Australiërs ontwikkelden en patenteerden een product op basis van een plantenextract van de vlindererwt. De doeltreffendheid van deze plant als insecticide werd ontdekt door katoen-onderzoeker Robert Mensah. Hij merkte op dat insecten de vlindererwt links laten liggen.

Het plantenextract is onschadelijk voor mensen, zoogdieren, nuttige insecten en bijen, én het laat geen residu achter. Dat maakt het geschikt als duurzaam bestrijdingsmiddel voor een groot aantal teelten. Bi-PA gaat het product ontwikkelen en registreren buiten Australië en Nieuw-Zeeland. De toegang tot die markten gebeurt via de aandeelhouders van Bi-PA. Voor Europa is dat de fytofirma Belchim uit Londerzeel.