Verkest voor rechter wegens milieuovertredingen

Het grote dioxineproces tegen vetsmelter Jan Verkest begint pas in september, maar nu moest de man ook al eens voor de rechter verschijnen in een veel kleiner dossier over inbreuken tegen de milieuwetgeving. Er zijn wel raakpunten met de inbreuken die leidden tot de dioxinecrisis in 1999, maar het openbaar ministerie wilde de zaken toch apart behandelen. Door de feiten los van elkaar te beschouwen, riskeren Jan en Julien Verkest en de nv Verkest een dubbele veroordeling voor feiten die volgens de verdediging nochtans dezelfde opzet hadden.

Concreet zou elk van de beklaagden een boete kunnen krijgen van 2.750 euro. De inbreuken in deze zaak dateren van de periode tussen 1995 en 2000. Toen werden verschillende problemen vastgesteld rond het naleven van de milieuwetgeving. Zo werd motorolie die gebruikt werd in het wagenpark niet op de juiste wijze afgevoerd en waren de opgemeten waarden in het lozingswater veel hoger dan toegelaten was volgens de vergunning.

Tot slot meent de procureur dat er binnen de nv Verkest absoluut niet werd omgekeken naar het milieu omdat er geen milieuverantwoordelijke was aangesteld, er geen afvalstoffenregister werd bijgehouden en er geen paneel stond opgesteld aan de ingang van het bedrijf. De verdediging hield het pleidooi opvallend kort omdat ze ervan uitgaat dat de feiten verjaard zijn of minstens dat de redelijke termijn ruim tien jaar na datum al verstreken is.

Over het ontbrekende paneel werd wel uitleg verschaft: "Dat heeft er altijd gestaan, maar tijdens de eerste crisismomenten kwamen protesterende Waalse boeren naar Deinze afgezakt en zij hebben die borden in brand gestoken", zei meester Tack.(KS)