Verhardingstempo Vlaanderen neemt af: Trendbreuk of gevolg van corona?

nieuws

Vlaanderen is één van de meest verharde gebieden van Europa, met alle gevolgen van dien. Onze regio kent hierdoor een groter risico op overstromingen, minder waterinfiltratie en -berging, hitteproblemen in stads- en dorpskernen, minder CO2-opslag door planten en de bodem, en een verlies aan biodiversiteit. Hoewel de verharding het afgelopen decennium enkel is toegenomen, lijkt de laatste jaren de oppervlakte die we in Vlaanderen innemen met verharding, te stabiliseren. Maar de verharding die gebeurt, ligt wel amper in lijn met het Vlaams ruimtelijk beleid.

5 november 2024 Ruben De Keyzer
betonmixerbetonstopbouwshiftverharding

Het Departement Omgeving volgt sinds 2013 op hoezeer er in Vlaanderen verhard wordt. In de jaren daarvoor steeg de verharding bijna onafgebroken. Volgens de meest recente cijfers, gaande van 2020 tot 2022, lijkt het alsof de netto verharding in ons land stabiliseert. De cijfers van 2023 en 2024 zullen moeten uitwijzen of dit een voorbode is van een trendbreuk, of veeleer een gevolg van de coronaperiode.

In 2022 was 15,3 procent van de oppervlakte in Vlaanderen verhard. Onder ‘verharding’ verstaan we niet enkel asfalt, tegels en beton, maar ook kunstgras. Ons landsdeel telt 208.430 hectare verharding, wat neerkomt op 310 m² per Vlaming.

Vergeleken met de start van de metingen in 2013, is de verharding in Vlaanderen sterk toegenomen. In negen jaar kwam er 15.860 hectare verharde oppervlakte bij, of zowat 4,8 hectare per dag. Maar in de laatste twee jaar van de in kaart gebracht periode zien we een stabilisatie. Er werd tussen 2020 en 2022 in totaal netto 650 hectare verhard. Het totale percentage blijft daardoor stabiel op 15,3 procent. De stabilisering doet zich voor in de gebieden met bestemming open ruimte, maar ook binnen het bestaande ruimtebeslag. Dat is de ruimte die vandaag al wordt ingenomen voor menselijk gebruik.

verharding Vlaanderen Departement Omgeving

Vertekend beeld?

Dat de verharding niet meer significant toeneemt is positief nieuws, al nuanceert het departement wel dat de afgelopen jaren een vertekend beeld kunnen geven. Zo wijst men erop dat tijdens de coronaperiode veel bouwwerkzaamheden noodgedwongen stil lagen. “De cijfers van 2023 en 2024 zullen meer duidelijkheid moeten brengen”, klinkt het. Volgens het departement is het dus nog te vroeg om te concluderen of er met deze stabilisatie een trendbreuk is ingezet.

Het departement geeft wel aan werk te willen maken van ontharding. “De vele recente overstromingen maken de urgentie nog duidelijker. Minder verharding zorgt bovendien voor verkoeling in de zomer, stimuleert de biodiversiteit en maakt de leefomgeving aangenamer”, klinkt het. “Dankzij het vervangen van verharding door groen kan de bodem opnieuw ademen en water opnieuw in de grond sijpelen, wat belangrijk is om wateroverlast en droogte te voorkomen.”

Onthardingspotentieel

Er zijn ook nog heel wat onthardingsmogelijkheden in Vlaanderen. Zo verwijst het departement naar hoe 27 procent van de tuinoppervlakte in Vlaanderen verhard is. “Iedereen kan dus een handje helpen”, klinkt het. Daarnaast is er ook 40.000 hectare aan industrie- en bedrijventerreinen waar er duidelijk onthardingspotentieel is, zonder dat de werking van de site verstoord moet worden.

Het departement geeft ook aan dat bijna 20.000 kilometer aan verharde Vlaamse wegen eigenlijk onthard kunnen worden. Dit gaat voornamelijk om wegen zonder essentiële functie, zoals overgedimensioneerde infrastructuur of verharde bermen en zones tussen wegdelen.

Ook de vele parkeerterreinen, goed voor 0,8 procent van de oppervlakte in Vlaanderen, kunnen vergroend of half onthard worden, of minder ruimte innemen door ze ondergronds of verticaal aan te leggen. Tot slot merkt men dat er in openruimtebestemmingen nog vaak verouderde zonevreemde constructies liggen, en dat ze op deze ongeschikte locaties beter verwijderd kunnen worden.

Een groot deel van de verharding gebeurt trouwens niet op locaties die in lijn liggen met het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen(BRV). Slechts een derde van de bijgekomen verharding ligt op gewenste locaties. Het BRV vraagt om vooral plekken te ontwikkelen met voldoende voorzieningen, een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer en een gunstige ligging ten opzichte van de open ruimte.

landgebruik-binnen-verha

Niet-gewenste locaties

Deze principes worden niet echt gevolgd. Slechts 31 procent (4.950 ha) van de verharding die er tussen 2013 en 2022 bijgekomen is, scoort goed volgens de BRV-principes. Bijna de helft (7.660 ha) van de extra verharde oppervlakte scoort slecht. Over de resterende 21 procent (3.250 ha) kan geen uitspraak gedaan worden. Dit zijn de ‘twijfelgevallen’, plekken waar men bijvoorbeeld veel voorzieningen heeft, maar wel een slechte bereikbaarheid. Of omgekeerd. Aangezien nog steeds de helft van de verharde oppervlakte op plekken ligt die minder gewenst zijn voor ontwikkeling, zien we dus geen beleidsmatig gewenste verschuivingen. De situatie is op dit vlak quasi niet veranderd.

Let wel: een positieve score volgens de BRV-principes zegt uitsluitend iets over de locatie, en dus niet over de (ruimtelijke) kwaliteit van een uitbreiding. De score wordt toegedeeld met een focus op wonen, werken en voorzieningen. Verharding die dus gebeurt binnen een andere context, zoals verharding in zeehavengebied of voor landbouwinfrastructuur, krijgt hierdoor vaak een negatieve score. Dit kan een vertekend beeld geven, maar toch geven de cijfers duidelijk aan dat de bijgekomen verharding de visie van het BRV over het algemeen niet volgt.

Minister van Omgeving Jo Brouns (cd&v) hoopt alleszins dat de stagnerende verhardingscijfers de voorbode zijn van een ruimere trend. “Het is een positief signaal dat de cijfers voor verharding lijken te stabiliseren”, zegt hij. “Overal waar ik kom, merk ik dat de Vlamingen steeds bewuster zijn van de ruimte die we aan het water moeten geven en dat onze oude cultuur van water zo snel mogelijk afvoeren, langzaam maar zeker aan het keren is. Vanuit het beleid werken we verder aan sensibilisering via acties als het Vlaams Kampioenschap Tegelwippen, maar we moeten ook kijken naar de quick wins zoals het ontharden van trage wegen of parkeerplaatsen”, aldus de minister.

“Helft Vlaams grondgebied is visieloos”
Uitgelicht
Vlaanderen bestaat voor 45 procent uit landbouwgrond. Juist? Fout. Hoewel de helft van ons landsdeel planmatig ingekleurd is als landbouwgrond, heeft slechts drie vierde van d...
30 september 2024 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek