Vergunning voor stal mits maatregelen tegen geurhinder

Boeren tegen wie al een klacht is ingediend wegens geurhinder, moeten bij hervergunning of openbaar onderzoek maatregelen nemen om de stank te verminderen. Anders krijgen ze geen vergunning meer voor hun stallen. Dat staat in een omzendbrief van Vlaams milieuminister Joke Schauvliege, die geldt vanaf 1 september, zo bericht De Standaard. Boerenbond hoopt dat de omzendbrief een einde maakt aan de willekeur bij het verlenen van vergunningen.

Via een aantal bijkomende maatregelen die worden opgenomen in de milieuvergunning wil minister Schauvliege bij (her)vergunning van varkens- en kippenbedrijven mogelijke onaanvaardbare geurhinder terugdringen. Zij werkte daarvoor in samenspraak met de sector, de milieuadministratie en wetenschappers een omzendbrief uit die op 1 september in werking treedt.

"De richtlijnen gelden specifiek voor boeren met varkens- of pluimveestallen die al gegronde klachten hebben gekregen", verduidelijkt Boerenbond. "Als zij voor hun stallen een nieuwe milieuvergunning willen krijgen, dan moeten ze een dossier indienen waarin ze aantonen welke maatregelen ze al hebben genomen om de geurhinder te beperken en welke maatregelen ze nog zullen nemen."

De vergunnende overheid, de gemeente of de provincie, kan op basis van de ministeriële omzendbrief en in samenspraak met de bedrijfsleider geurreducerende maatregelen selecteren. Zo kan het zijn dat de boer het ventilatiesysteem van zijn stallen beter moet onderhouden of afstellen, dat hij mest of natte voeding na elke ronde uit de stal moet verwijderen, of dat hij de dieren voeder met minder eiwit moet geven. De milieu-inspectie controleert of de landbouwer zich hieraan houdt.

Volgens Boerenbond zijn de meeste maatregelen haalbaar. De landbouworganisatie is al bij al blij dat er regels zijn, "want tot nu toe was er sprake van willekeur". Zo hing een vergunning volgens haar vaak af van "de politieke kleur van de burgemeester of van hoe goed de buurman bij de schepen kon klagen".

De voorbije jaren eisten een aantal vergunningverlenende overheden dat, bij de aanvraag van vergunning voor een nieuwe stal, ook bestaande stallen emissie-arm zouden worden ingericht, zonder rekening te houden met de haalbaarheid ervan. Voor Boerenbond was dit niet aanvaardbaar omdat dit grote rechtsonzekerheid creëerde en het voortbestaan van honderden bedrijven in Vlaanderen in het gedrang bracht.