nieuws

Veehouder experimenteert met zonnebloemen als ruwvoeder

nieuws
De Krant van West-Vlaanderen liet haar oog vallen op een 2,6 hectare groot zonnebloemenveld in Reninge. Zo vertrouwd als dat in Frankrijk aandoet, zo’n mooi maar vreemd zicht zijn zonnebloemen bij ons. Bovendien zijn de telers niet zinnens om de zonnebloemen voor hun pitten en olie te oogsten. Mario Meirlevede en Nancy Mailliard, vleesgroothandelaars die zelf runderen vetmesten, gaan de zonnebloemen hakselen en inkuilen als ruwvoeder voor de koeien. Een experiment dat geen praktijkcentrum in Vlaanderen hen voordeed. “Hun landschappelijke meerwaarde ten spijt, kunnen zonnebloemen qua voederwaarde niet opboksen tegen maïs”, legt onderzoeksinstituut ILVO uit waarom er weinig aandacht is voor de teelt.
16 september 2014  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:27

De Krant van West-Vlaanderen liet haar oog vallen op een 2,6 hectare groot zonnebloemenveld in Reninge. Zo vertrouwd als dat in Frankrijk aandoet, zo’n mooi maar vreemd zicht zijn zonnebloemen bij ons. Bovendien zijn de telers niet zinnens om de zonnebloemen voor hun pitten en olie te oogsten. Mario Meirlevede en Nancy Mailliard, vleesgroothandelaars die zelf runderen vetmesten, gaan de zonnebloemen hakselen en inkuilen als ruwvoeder voor de koeien. Een experiment dat geen praktijkcentrum in Vlaanderen hen voordeed. “Hun landschappelijke meerwaarde ten spijt, kunnen zonnebloemen qua voederwaarde niet opboksen tegen maïs”, legt onderzoeksinstituut ILVO uit waarom er weinig aandacht is voor de teelt.

Met het kweken van Piëmontese runderen en het telen van zonnebloemen zijn de West-Vlaamse vleesveehouders Mario Meirlevede en Nancy Mailliard pioniers. In de krant noemt Meirlevede het een voordeel dat hij niet opgegroeid is in de sector. “Ik zit niet vastgeroest in de tradities waar andere landbouwers zich aan vastklampen. Ik kan outside the box denken.”

Meirlevede en Mailliard zijn eigenlijk geen landbouwers, maar vleeshandelaars. Ze baten al sinds 1994 vleesgroothandel FM MEAT uit op het bedrijventerrein van Ieper. Voor hun vleesveebedrijf zijn ze constant op zoek naar innovaties. “Zo waren wij ook de eersten die luzerne verbouwden in de regio. Het is niet alleen heel eiwitrijk, maar de dieren eten het veel liever dan hooi.”

Op het idee om zonnebloemen te telen als veevoeder kwam Meirlevede in Nederland. “Dit jaar proberen we het voor het eerst. We zitten dus nog volop in een leerproces. Raad aan andere landbouwers kan ik niet vragen aangezien ik de enige ben die dit gewas teelt. Daarom heb ik me grotendeel gebaseerd op de methode om maïs te telen. Zo zullen we de zonnebloemen hakselen net zoals maïs."

Mario is nog op zoek naar het type zonnebloem dat het meest geschikt is voor ruwvoederteelt. Nu zaaide hij zonnebloemen met een lange stengel en één bloem. Eén van zijn drijfveren om zonnebloemen in plaats van maïs te telen, is de klimaatopwarming. “Ik heb deze zonnebloemen pas op 1 juni gezaaid en zal ze eind september al kunnen oogsten.” Maïs wordt pas enkele weken later gehakseld zodat het risico groter is dat de oogst in natte omstandigheden moet gebeuren.

In Frankrijk worden zonnebloemen op meer dan een half miljoen hectare geteeld. Van de pitten wordt olie gemaakt. De afvalstromen van het productieproces, zonnepitschilfers en -schroot, worden door de mengvoederindustrie opgewaardeerd tot veevoeder. De uitgeperste vrucht in de zonnebloempit is namelijk erg eiwitrijk. Via sectorfederatie BEMEFA laat de Belgische mengvoederindustrie weten dat zij vorig jaar 143.000 ton zonnepitschroot en 13.000 ton zonnebloempitten verwerkten in mengvoeder voor landbouwdieren en siervogels.

Op kleine schaal, al dan niet na een teeltmislukking als dorsgewas, zijn er Franse boeren die de hele plant hakselen als ruwvoeder. Johan De Boever van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) legt uit waarom zonnebloem geen hoge toppen scheert als ruwvoeder: “Ten eerste doet maïs duidelijk beter qua voederwaarde. Ingekuilde zonnebloemen bevatten meer voor het rundvee onverteerbare celwanden (lignine). Dat wordt maar voor een stuk gecompenseerd door de extra energie die zonnebloemen aanbrengen via hun hogere vetgehalte.”

Een tweede, eerder praktisch probleem, is het lage drogestofgehalte van zonnebloemen. Bij de oogst haalt het gewas vaak nauwelijks 25 procent droge stof. Daardoor dreigen er sap- en voederwaardeverliezen in de kuil. Een mengkuil van zonnebloemen met een droger gewas zoals maïs is dus aangewezen voor een goede bewaring.

De ILVO-onderzoeker wijst er nog op dat er geen gewasbeschermingsmiddelen erkend zijn voor zonnebloemen. “Gelet op de gevoeligheid voor stengelziekten maakt dat van zonnebloemen ook een meer risicovolle teelt dan maïs.” Alleen op landschappelijke kwaliteit scoort een veld zonnebloemen duidelijk beter, zegt De Boever.

Meer info: Zonnebloemen als veevoeder

Bron: eigen verslaggeving / Krant van West-Vlaanderen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek