Vaste contracten molensteen rond nek van eierbrekerijen
ReportageRichting nieuwjaar schieten de eierprijzen wederom de hoogte in. De volatiele prijzen van de voorbije jaren bezorgen de eierbrekers grote kopzorgen. “Veel van onze industriële klanten, de verwerkers, werken liefst met vaste jaarprijzen waardoor wij grote financiële risico’s lopen”, vertelt Katrien Vandenbogaerde van eierbreker Pond’Or uit Zedelgem. Het is één van de vier overgebleven eierbrekerijen van ons land. De eierbrekers zijn steeds meer overgeleverd aan import om aan de vraag van verwerkers te voldoen. Veel beterschap is er niet in zicht. “De vraag naar eieren en eierproducten stijgt, terwijl het aanbod steeds verder daalt door milieu- en klimaatmaatregelen en calamiteiten als vogelgriep”, vertelt Jan Vande Wiele, voorzitter van de Unie der Belgische Eiproductenindustrie (UBP).
De pluimveehouders maken goede tijden door. Door een groeiende vraag en een dalend aanbod liggen de prijzen al drie jaar op een hoog niveau. Pluimveehoudster Mariëlle Schalk uit Hoogstraten maakte zich in een eerder artikel in VILT toch zorgen over de toekomst. “Wat als de eierhandelaars en -verwerkers elders eieren gaan zoeken en daar blijven?”, vroeg ze zich af. Ook leghennenbedrijf en eierhandel Munckenei uit Wingene is gematigd positief. “Wat als de Vlaamse zelfvoorzieningsgraad nog verder daalt en supermarkten zich niet langer blind staren op de Belgische vlag?”
Ook bij de eierbrekerijen klinken zorgen. “Door de sterk stijgende eierprijzen komt de rendabiliteit van jaarcontracten sterk in gevaar”, vertelt Jan Vande Wiele, voorzitter van de Unie der Belgische Eiproductenindustrie (UBP). Hij nodigde ons uit bij eierbreker Pond’Or uit Zedelgem om deze en andere uitdagingen van de sector der eierbrekers te bespreken.
Kunt u meer vertellen over de sector van de eierbrekers en verwerkers?
Jan Vande Wiele: “Eierbrekers en verwerkers zijn geheel andere activiteiten. De brekers bewerken de eieren en verkopen het eiproduct als grondstof aan de verwerkende voedingsindustrie. De verwerkende industrie maakt er een eindproduct van. Onze eiproducten komen in tal van voedingsmiddelen terug, van industriële bakkerijen, tot sauzenproducenten, pastamakers en ijsverwerkers.”
“De Unie der Belgische Eiproductenindustrie behartigt de belangen van de eierbewerkers. Naast de eierbrekers zijn er ook eikokerijen. In België heb je één bedrijf die eieren kookt en pelt, Eierhoeve Lecoque, maar dat is enkele weken geleden afgebrand. De eigenaar heeft plannen het bedrijf tegen volgend jaar terug op te bouwen, maar leidt zijn productie momenteel af naar concullega’s in andere landen.”
Is het een grote sector in België?
Jan Vande Wiele: “In principe is de sector qua aantal verwerkte eieren gegroeid met zo’n vijf à tien procent, schat ik. Maar sinds de dioxinecrisis in 1999 is het aantal eierbrekerijen wel sterk gedaald. Terwijl er in 1999 nog negen eierbrekers waren, zijn dat er inmiddels nog vier en de kans is groot dat dit aantal in de toekomst nog verder terugloopt. Net zoals in veel andere sectoren vindt er in de eierbewerking een consolidatie plaats. Pond’Or is daar een mooi voorbeeld van.”
Katrien Vandenbogaerde: “Pond’Or is in 1984 door mijn man Chris Anseeuw opgericht. Deze nieuwbouwsite dateert van 2019 en de voorbije vijf jaar zijn we sterk gegroeid. Voorheen verwerkten we lange tijd twee miljoen eieren per week, tegenwoordig is dat gestegen naar 3,5 miljoen eieren. We leveren aan een divers palet aan bedrijven van koekjesbakkers tot sausenmakers en pastabedrijven.”
Wat doet een eierbreker precies?
Katrien Vandenbogaerde: “Eieren die bij ons aankomen, breken we. De schaal wordt afgevoerd en de inhoud van het ei (zo’n 85 procent van het gewicht, red.) wordt gefilterd, gepasteuriseerd en in bulk of in kleinverpakking geleverd aan onze klanten. We hebben verschillende recepturen waarbij we bijvoorbeeld extra zout of suiker toevoegen. We hebben drie stromen in ons bedrijf: heel ei, eigeel en eiwit.”
Waar komen uw eieren vandaan?
Katrien Vandenbogaerde: “Onze eieren komen in hoofdzaak van een twintigtal leghennenhouders in West-Vlaanderen en uit de Noorderkempen. Met veel bedrijven werken we al jaren samen. Daarnaast importeren we in toenemende mate eieren uit bijvoorbeeld Polen of Frankrijk. Waar we voorheen nauwelijks invoerden, importeren we momenteel op jaarbasis zo’n 20 procent van onze eieren. Op piekmomenten, voor de Kerst of voor Pasen, ligt dat percentage hoger dan in rustigere periodes.”
Verwerkers vragen omwille van dierenwelzijnsredenen steeds meer scharreleieren in plaats van eieren uit verrijkte kooien
Welke eieren verwerkt u?
Katrien Vandenbogaerde: “Vroeger braken we vooral eieren uit verrijkte kooien, maar tegenwoordig zijn het steeds meer scharreleieren. Wij doen dat op verzoek van onze klanten.”
Jan Vande Wiele: “Het is een misverstand dat de voedingsindustrie enkel naar eieren vraagt uit verrijkte kooien. Verwerkers vragen omwille van dierenwelzijnsredenen steeds meer scharreleieren. Daarnaast werken de eierbrekers ook voor ambachtelijke producenten die bijvoorbeeld alleen maar vrije uitloop of biologische eieren als grondstof willen.”

Vorige week spraken we een pakstation voor tafeleieren. Deze ondernemer had moeite de vraag van retailers ingevuld te krijgen en stelde dat België steeds afhankelijker is van import. Hoe bekijkt u dit?
Jan Vande Wiele: “Dat merken wij nog sterker dan de tafeleierenmarkt. De markt van de tafeleieren betaalt traditioneel iets beter waardoor Vlaamse eieren in eerste instantie naar deze markt gaan. Omdat ook de verwerkers steeds meer scharreleieren willen, vissen we ook steeds meer in dezelfde vijver. Daarnaast merken wij dat de vraag naar tafeleieren steeds meer groeit. In Duitsland bijvoorbeeld is de consumptie per capita in 2022 gestegen met negen eieren eieren. Een ei is een voedzaam en relatief goedkoop product en de consument is steeds meer overtuigd van de voordelen voor de gezondheid. Maar het toenemend verbruik van tafeleieren is maar één facet van het verhaal.”
Hoe bedoelt u?
Jan Vande Wiele: “Aan de ene kant neemt de vraag dus steeds verder toe. Aan de andere kant daalt het aanbod. Dat heeft enerzijds te maken met het klimaat- en milieubeleid. Hierdoor is er een grote druk op de veestapel. De Belgische leghennenstapel is op tien jaar tijd afgenomen van 11,5 à 12 miljoen leghennen naar 8,5 à 9 miljoen nu, waardoor ons land niet langer zelfvoorzienend is. We zijn dus op import aangewezen.”
Katrien Vandenbogaerde: “Ook de vogelgriep heeft een grote invloed op het aanbod. Vroeger hadden we ook wel eens vogelgriep, maar nu komt het jaarlijks terug. De gevolgen van een uitbraak bij een leverancier van ons is enorm. Miljoenen eieren vallen plotseling weg en deze moeten we elders kopen.”
Jan Vande Wiele: “De vogelgriep teistert heel Europa en bij uitbreiding de hele wereld. Oost-Europa en Italië kenden na de zomer grote uitbraken van vogelgriep. Als er grote aantallen leghennen geruimd worden, merk je dat meteen in de prijs. Niet alleen gevallen van vogelgriep hebben een impact, ook bijvoorbeeld recalls door salmonella. In oktober was er een grote terugroepactie bij Franse retailers wegens salmonella-eieren. Miljoenen eieren zijn toen uit de rekken gehaald. Dit had ook een grote impact op de prijsnotering.”
Verklaart dit de felle prijsstijging van de voorbije weken?
Jan Vande Wiele: “Normaal zien we richting het jaareinde een stijging van de prijzen als de vraag naar eieren en eierproducten in de lift zit. Dit jaar is de stijging extra vroeg en extreem vooral vanwege grote uitbraken van vogelgriep in Italië. In dat land is het verbruik van eiproducten groter dan elders in Europa vanwege hun productie van de kerstcakes. De Italianen boden zeer hoge prijzen voor eieren in West-Europa en kochten de markt leeg met grote prijsstijgingen tot gevolg. De industrienotering voor scharreleieren steeg in enkele weken van 1,50 euro per kilogram naar 2,19 euro per kilogram.”
Katrien Vandenbogaerde: “Het zijn tegenwoordig gouden eieren. Dit terwijl de prijs decennialang stabiel was en rond de 6 euro per honderd eieren lag. Ik denk persoonlijk dat deze situatie niet meer terugkomt en we zullen moeten wennen aan de nieuwe prijszetting.”
Waarom verwacht u geen normalisering van de situatie?
Jan Vande Wiele: “Het is de combinatie aan factoren die ik eerder benoemde. Je hebt enerzijds een toenemende vraag en anderzijds een afnemend aanbod. In dit fragiele evenwicht is er ook nog regelmatig sprake van calamiteiten zoals de vogelgriep. Het gevolg is een zeer volatiele markt met alsmaar meer schaarste.”
Wat is de impact voor de eierbrekers?
Jan Vande Wiele: “Het risico voor de eierbrekers is enorm toegenomen. Er wordt in de sector veel gewerkt met jaarcontracten met vaste prijzen, maar het gaat over een commodity met zeer dunne marges. Als plotseling de eierprijzen stijgen, dan kunnen deze jaarcontracten grote cashdrains veroorzaken. We zagen dit een eerste keer in de winter van 2022. Toen bereikten de eierprijzen recordhoogtes, door een combinatie van vogelgriep en grote kostenstijgingen bij de pluimveehouders. Toen hebben de eierbrekerijen zware tijden gekend.”
“Aan de anderen kant betalen eierbrekers de producenten variabele prijzen die gebaseerd zijn op de notering van Kruisem. De leghennenhouders kennen hun marktkracht en zijn niet meer bereid om hun eieren aan vaste prijzen te verkopen."
Katrien Vandenbogaerde: “We hebben toen met onze klanten samengezeten om gezamenlijk een oplossing te vinden. In veel gevallen waren klanten begripvol voor de situatie en zijn contracten herzien of tijdelijk stopgezet."
Dan stoppen jullie toch met de vaste contracten?
Jan Vande Wiele: “Dat zou inderdaad wenselijk zijn. Gezien de volatiele marktprijzen moeten we zo snel mogelijk overstappen naar contracten op kortere termijn, per week, per maand of hoogstens per kwartaal.”
Katrien Vandenbogaerde: “Dat is niet altijd zo eenvoudig. Onze afnemers zijn gewend om met vaste jaarprijzen te werken. Als wij niet langer jaarprijzen bieden, lopen we het risico dat onze klanten naar de concurrent overstapt die misschien wel met vaste jaarprijzen werkt.”
Ik hoop dat de beleidsmakers spoedig wakker worden en beseffen dat de primaire sector essentieel is voor onze welvaart
Hoe kijken jullie naar de toekomst?
Jan Vande Wiele: “Het verhaal van de contracten is een kortetermijnzorg. Op lange termijn maken we ons zorgen over de beschikbaarheid van eieren. België is niet langer zelfvoorzienend en als het zo doorgaat, zal de zelfvoorzieningsgraad verder dalen. Hierdoor word je steeds afhankelijker van het buitenland en daar heb je minder controle op de kwaliteit. Ik hoop dat de beleidsmakers spoedig wakker worden en beseffen dat de primaire sector, de landbouw, essentieel is voor onze welvaart. Er moet terug perspectief komen voor de landbouwbedrijven. Er moet terug groei mogelijk zijn of tenminste een stabilisatie van de productiecapaciteit.”
Katrien Vandenbogaerde: “Als we met verkoopsovereenkomsten op korte termijn de volatiliteit van de eierprijzen kunnen indekken, zal de leefbaarheid van ons bedrijf zeker toenemen. Wat betreft de beschikbaarheid van eieren: als de productie in Vlaanderen terugloopt, zullen we ons meer en meer op import moeten gaan richten. Het is jammer, maar het is niet anders.”
Hoe zit het overigens met eieren uit Oekraïne?
Jan Vande Wiele: “Sinds de oorlog met Rusland is de Europese import van eieren flink gegroeid, maar sinds deze zomer worden er invoerrechten aangerekend. Alhoewel ik de zorgen van de Europese boeren in verband met een gelijk speelveld begrijp, juichen wij als bewerkers het extra volume toe. De Oekraïense eieren vinden vooral hun bestemming in de Baltische staten en in Oost-Europa. In de context van de internationale markt heeft het desalniettemin impact op de prijs. Mochten de Oekraïense eieren er niet zijn, zouden de eierprijzen nog hoger zijn.”
