Van Mechelen beschermt vakwerkboerderijen in Limburg
nieuwsHoewel heel wat vakwerkhoeves dringend aan renovatie toe zijn, blijkt de houten basisstructuur erg waardevol. Op die structuur is de hedendaagse architectuur immers gebaseerd. Om de hoeves in hun oorspronkelijke staat te herstellen, blijft alleen het houtwerk overeind en moet de opvulling - opgebouwd uit vlechtwerk van dunne takken opgevuld met leem en stro - opnieuw aangebracht worden.
Vakwerkbouw was tot het begin van de twintigste eeuw de meest gangbare manier om een boerderij te bouwen. Karakteristiek aan de gebouwen waren de witgekalkte wanden en de zwartgeteerde eiken balken die de constructie bij elkaar houden. Maar in de loop der jaren is de bouwstijl in onbruik geraakt. In Vlaanderen moet je tegenwoordig al grondig op zoek gaan om nog authentieke vakwerkboerderijen te vinden. Voor de gemiddelde landbouwer of hoevebewoner lopen de renovatiekosten vaak te hoog op, zodat de sloophamer niet zelden de enige betaalbare oplossing is.
Door elf Wellense vakwerkboerderijen voorlopig te beschermen, geeft minister Van Mechelen alvast het duidelijke signaal dat het hem menens is met de bescherming van het waardevolle onroerende landbouwerfgoed. Door de hoeves te beschermen, komen ze in aanmerking voor een definitieve erkenning als monument.
"Houtskeletbouw heeft niet enkel een romantisch aspect, maar is eerst en vooral een bouwhistorisch fenomeen waarvan de constructieprincipes de basis vormen van de steen-, beton- en metaalbouw", zegt Van Mechelen. De minister wil zijn beleid meer richten op het thematisch beschermen van waardevol erfgoed op Vlaams niveau. Landbouwerfgoed vormt hierbij een belangrijk thema.
Lees ook: Interview: Bert Woestenborghs (CAG): "Agrarisch erfgoed is cultuur van Jan Modaal"
Bron: Belga/De Standaard