Tuinbouwers in onzekerheid over uitblijven regeling seizoenarbeid

De sociale partners vonden eind vorig jaar al een akkoord om het aantal werkdagen voor seizoenarbeiders op te trekken naar 100 en om de verloning fors te verbeteren. Maar omdat de goedkeuring van de federale regering op zich laat wachten, knaagt de onzekerheid over het plukseizoen bij fruit- en groentetelers.

3 mei 2023  – Laatst bijgewerkt om 3 mei 2023 21:00
Lees meer over:

De Vlaamse tuinbouw drijft voor een groot gedeelte op buitenlandse seizoenarbeiders. Van de 70.000 seizoenarbeiders, die actief zijn in ons land, komen er jaarlijks zo'n 50.000 uit het buitenland. Zij worden bijvoorbeeld ingezet bij de oogst van appels, peren, tomaten en aardbeien. Dit gebeurt traditioneel met de zogenaamde plukkaart die lange tijd 65 dagen geldig was. Tijdens corona, toen de Europese grenzen tijdelijk gesloten waren en de komst van seizoenarbeiders bemoeilijkt werd, werd deze termijn verlengd tot 130 dagen.

Dit tot groot genoegen van de land- en tuinbouwsector die al langer aandrong op meer plukdagen. “Een langer werkverblijf in België maakt het voor seizoenarbeiders interessanter om te komen. Daarbij is er ook meer continuïteit voor de bedrijven die minder vaak nieuwe mensen moeten opleiden”, vertelt Chris Botterman, hoofd Sociale Zaken bij Boerenbond. De seizoenregeling waarbij met plukkaarten gewerkt wordt, betekent een behoorlijk financieel voordeel voor land- en tuinbouwers. Waar de brutoloonkost binnen deze regeling op zo’n 12 euro uitkomt, bedraagt deze onder het reguliere systeem 15 tot 16 euro per uur.

Nadat de coronaregeling ophield te bestaan, werd de seizoenregeling voor alle sectoren op 100 dagen gezet in 2021. Deze tegemoetkoming, die ook in 2022 gold, loopt nu ten einde en de sector pleit voor een structurele verlenging van 65 naar 100 dagen. Op 22 december vorig jaar bereikten de vakbonden en werkgevers hierover een akkoord. Binnen dit akkoord is niet alleen een verlenging van het aantal dagen voorzien, ook het loon gaat fors omhoog. “De loonkost is door de indexering al met meer dan 10 procent toegenomen. Daar zou nu nog eens een stijging van 10 tot 15 procent bijkomen”, vertelt Botterman.

Extra overheidsuitgaven

Om deze aanvullende loonkostenstijgingen te bekostigen is aan de overheid een vrijstelling gevraagd voor de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing en een regeling voor de sociale zekerheid. Volgens berekeningen van Boerenbond zou dat een kleine 20 miljoen euro per jaar kosten. Deze meerkost is reden tot discussie in de federale regering die de regeling moet goedkeuren. Minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke (Vooruit), van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) en van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) zouden akkoord zijn, maar de concrete uitwerking laat op zich wachten, schrijft het Belang van Limburg. Volgens de krant is er binnen de regering wel spoedberaad over de kwestie belegd.

Volgens Botterman begint de situatie nijpend te worden. Hij en de andere onderhandelingspartners hebben er bij de overheid op aangedrongen om de seizoenregeling vanaf 1 april 2023 te laten starten. “De regeling moet ingaan bij het begin van een kwartaal omwille van het feit dat ook de sociale bijdragen worden aangepast. Wij blijven aandringen op duidelijkheid op korte termijn. We moeten er rekening mee houden dat ons akkoord pas op 1 juli zal kunnen worden toegepast. Dit stelt problemen op het terrein.” Zo zouden bedrijven bijvoorbeeld met hun personeelsplanning in de knoop kunnen komen.

Ludo Adriaense

Extra loonkosten dreigen

Ludo Adriaensen uit Merksplas volgt de situatie rond de plukkaartregeling van seizoenarbeiders op de voet. De aardbeienteler heeft tijdens het hoogseizoen 12 seizoenarbeiders voor de aardbeien aan het werk en nog eens 8 extra seizoenarbeiders voor de kersenpluk van eind juni tot begin augustus. Veel van de flexibele werknemers komen uit Polen en rekenen op een arbeidsseizoen van 100 dagen in België. “Als de verlenging tot 100 dagen niet gerealiseerd wordt, zal ik de beste werkers een aanvullend tijdelijk contract moeten aanbieden en moet ik de extra kosten erbij nemen”, vertelt Adriaensens.

De situatie met de seizoenarbeiders is niet het enige dat hem en andere aardbeientelers zorgen baart. Ook de prijszetting is in de aardbeienteelt (en ook in de tomatenteelt) een aandachtspunt waar men geen invloed op heeft. Alhoewel er momenteel behoorlijke prijzen geklokt worden, zou dat de komende weken wel eens kunnen veranderen. “Veel verwarmde serretelers zijn minder gaan stoken waardoor de teelt achteruit is gelopen en we straks samen met de vollegrondsteelt op de markt komen. Een groot aanbod zou een negatieve impact op de prijs kunnen hebben.”

Ook Koen Neyens, zaakvoerder van paprikateler VGT in Rijkevorsel, wacht in spanning af. De serreteler zit in de sectorwerkgroep die als klankbord fungeert voor Chris Botterman van Boerenbond. Het paprikabedrijf met 30 vaste werknemers werkt vanaf het voorjaar met 30 aanvullende seizoenarbeiders. Los van de extra kosten, is een verlenging van de plukkaart volgens Neyens essentieel. “Het is zo interessanter voor buitenlandse seizoenarbeiders om naar hier te komen, daarnaast bevordert het ook de kwaliteit van het werk, omdat je als teler te maken hebt met mensen die langer blijven en je daarom minder vaak nieuwe mensen moet opleiden.”

Kersen voor aardbeien: Antwerpse telersfamilie vaart wel bij kersenteelt
Uitgelicht
De Antwerpse aardbeientelers Adriaensen en Wynants breidden een aantal jaar geleden hun bedrijfsactiviteiten uit met de teelt van kersen. Daarmee behoren ze tot de 4 kersentel...
15 juli 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving / Het Belang van Limburg

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek