Transgeen 'supergras' beter geschikt als biomassa

Onderzoekers van het Amerikaanse ministerie van Landbouw en de universiteit van Californië hebben een manier ontdekt om gewassen zoals vingergras meer geschikt te maken voor de productie van biobrandstof. Door het inbouwen van een gen uit maïs vormt het gewas meer zetmeel en suikers die gemakkelijk afbreekbaar zijn. Dat schrijft De Morgen.

Het gen dat de Amerikaanse wetenschappers onderzoeken, speelt een belangrijke rol bij de aanleg van celwanden in jonge maïs. Wanneer het wordt ingebouwd bij vingergras, verhoogt het de zetmeelproductie met 250 procent en worden de suikers in het blad beter afbreekbaar. Hierdoor is het beter geschikt voor de productie van biobrandstof. Daarenboven bloeit het transgene gewas niet, waardoor het risico op bestuiving van conventionele gewassen beperkt wordt.

Dat schrijven de onderzoekers in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS). Ook andere planten dan vingergras zouden door middel van het ingebouwde maïsgen meer geschikt worden voor de productie van biobrandstof. De ontwikkeling van gemakkelijk verwerkbare biomassa zou de grootschalige toepassing van biobrandstof een duwtje in de rug kunnen geven.