"Toepassing groenbedekking lijkt enigszins ingeburgerd"

“De toepassing van een groenbedekker als nateelt lijkt al enigszins ingeburgerd in de landbouw”. Dat stelt Vlaams minister voor Landbouw Kris Peeters als antwoord op een schriftelijke vraag van Els Robeyns (sp.a). Peeters leidt dit af uit het feit dat het aantal aangegeven hectare groenbedekking veel minder afneemt dan het aantal hectare waarvoor een beheerovereenkomst geldt.

In de periode 2000-2006 konden landbouwers een vijf jaar durende beheerovereenkomst sluiten om op een aantal percelen na de hoofdteelt een groenbedekker in te zaaien. Groenbedekkers zijn nuttig in het kader van erosiebestrijding, uitspoeling van stikstof en verbetering van de bodemstructuur. Daarenboven verminderen ze de onkruidontwikkeling.

In 2009 waren nog 2.043 beheersovereenkomsten geldig, goed voor 16.349 hectare of 778.750 euro subsidies. Het aantal hectare groenbedekking dat in 2009 werd ingezaaid, lag volgens de officieel aangegeven nateelten in de verzamelaanvraag met 77.338 hectare echter nog steeds hoger. In 2010 was het aantal beheersovereenkomsten verder gedaald tot 731 of 5.335 hectare, en werd nog 60.341 hectare groenbedekker ingezaaid.

Hieruit leidt Peeters af dat landbouwers zich stilaan bewust zijn van het nut van groenbedekkers als nateelt. “Ondanks het wegvallen van de subsidie voor groenbedekking daalt de aangegeven oppervlakte slechts in mindere mate. Dit kan een eerste indicatie zijn dat de toepassing van een groenbedekker als nateelt enigszins ingeburgerd is”, luidt het.

De cijfers baseren zich op de verzamelaanvragen van landbouwers en zijn vermoedelijk zelfs een onderschatting aangezien de aangifte van een nateelt slechts in bepaalde situaties verplicht is. “Een verdere opvolging de komende jaren zal uitwijzen of de Vlaamse landbouwers deze maatregel daadwerkelijk als een goede landbouwpraktijk beschouwen en toepassen in hun bedrijfsvoering”, besluit Peeters.