Toename van wereldwijde voedselimport vertraagt in 2023

In 2023 zouden alle landen samen naar verwachting 2.000 miljard dollar uitgeven aan voedsel- en drankimporten. Dat komt overeen met een stijging van 1,8 procent in 2023, een vertraagde stijging vergeleken met 18 procent in 2021 en 11 procent in 2022.

Vergelijkbare vertraging bij voedselprijzen

De algemene stijging van de voedselimport zou dit jaar onder meer gedreven worden door hogere uitgaven voor suiker, groenten en fruit. Van die producten gingen de prijzen serieus omhoog op de wereldmarkt. De kosten voor invoer van dierlijke en plantaardige vetten en oliën daalden dan weer met 13 procent, zo meldt de Voedsel- en Landbouworganisatie.

Hoewel de totale productie van tarwe in 2023 gedaald is, blijven de voorraden in 2023 en 2024 stabiel door grote reserves. De wereldwijde handel in tarwe zal inkrimpen door een lagere importvraag en verstoringen bij exporterende landen zoals Oekraïne. De wereldwijde voorraad aan grove granen zal weer toenemen, al is dat vooral te wijten aan de schitterende maïsoogsten. Wel wordt verwacht dat de handel in deze granen zal afnemen. Ook de globale rijstproductie en -voorraden nemen toe, al zal de handel getemperd worden door de hogere prijzen en strengere exportrestricties.

Dee productie van vleeswaren neemt toe, maar de vraag lijdt onder de moeizame economie. Ook de vraag naar vis is afgenomen, en de prijzen zijn licht gedaald. Het ziet ernaar uit dat de aanbodzijde van de visindustrie zal stagneren, onder meer door moeilijke klimatologische omstandigheden. De melkprijzen nemen eveneens af. De globale melkproductie neemt sneller toe dan verwacht, zeker in Azië, maar de economische moeilijkheden van de belangrijke importlanden hebben een impact op de vraag. Tot slot is ook de vraag naar suiker afgenomen, al zijn de prijzen toch gestegen. De suikerproductie is verminderd.

Opmerkelijk, voor het eerst sinds 2020 is de stijging van de totale voedselimport voornamelijk te wijten aan een toename van de invoervolumes zelf, in plaats van aan een stijging van de voedselprijzen an sich.

De trend is vooral goed nieuws voor landen met een laag inkomen waar voornamelijk basisvoedingsmiddelen worden geïmporteerd. Daar zouden ze, mede door een algemene daling van de import in volume, de rekening met 11 procent zien dalen. Landen met hoge inkomens zouden de grootste lasten van de stijging dragen, omdat hun invoer een breed scala aan producten omvat.

Ontwikkelingslanden lijden echter onder het sterker worden van de dollar tegenover hun eigen munt. Daardoor worden aankopen op de wereldmarkt, waar de handel vaak in dollars plaatsvindt, duurder. Ook hun schuldenlast en de hoge transportkosten spelen hier een rol, becijferde de Voedsel- en Landbouworganisatie.