Telers en verwerkers diepvriesgroenten vloeken op weer

De uitzonderlijke weersomstandigheden van deze lente, met barre temperaturen en overvloedige neerslag, hebben de teelt van Belgische volllegrondsgroenten sterk beïnvloed. De diepvriesgroentebedrijven verwachten volgens sectorfederatie Vegebe grote aanvoerproblemen. Boerenbond laat weten dat groentetelers zich moeten reppen met zaai- en plantwerkzaamheden zodat een volgteelt nog mogelijk is.

De teelt en verwerking van vollegrondsgroenten wordt dit jaar zowel voor de telers als voor de diepvriesbedrijven een grote uitdaging met heel wat puzzelwerk om de planning rond te krijgen. “Ook al zouden de voorspellingen op langere termijn beter zijn, toch zal het weer van de voorbije anderhalve maand een impact hebben”, verklaart Vegebe, de federatie van de Belgische groente- en fruitverwerking. Voor sommige groenten is de schade door een verlate uitzaai of uitplant immers onomkeerbaar, wat tot grote aanvoerproblemen zal leiden bij de Belgische diepvriesgroentebedrijven.

Volgens Boerenbond hebben telers in de omgeving van Kortrijk, Ieper, Roeselare, Tielt, Oudenaarde en Doornik het meeste achterstand opgelopen. “Voor teelten met een korte groeiperiode (bloemkool, erwten en spinazie) is een volgteelt later op het seizoen noodzakelijk voor een aanvaardbaar financieel rendement”, verklaart de landbouworganisatie. “Wanneer we het aantal theoretische groeidagen tellen, kan een volgteelt soms net maar dan mag er vanaf nu geen dag meer verloren gaan.”

Door de koude temperaturen en vele regen is er bijvoorbeeld sinds 15 april bijna geen spinazie meer uitgezaaid. “Bovendien zijn vele spinaziepercelen op 15 mei getroffen door hagelbuien, wat tot kwaliteitsproblemen kan leiden”, beschrijft Vegebe de problemen. Erwten konden al evenmin gezaaid worden zodat de aanvoer op de diepvriesgroentebedrijven gebrekkig zal verlopen. 

Aangezien de erwten op zich laten wachten, dient het zaaien van bonen met een tweetal weken uitgesteld te worden. De einddatum voor deze uitzaai kan echter niet verschoven worden. Ook de planning voor wortelen die volgen op de erwtenproductie, dient verschoven te worden naar een latere datum.

Voor 15 mei werd slechts 40 tot 45 procent van het geplande areaal bloemkool uitgeplant. “Het is zeer de vraag hoe de oude planten zullen reageren op het verlaten van de plantperiode die in feite een maand eerder was voorzien”, alsnog Vegebe. Tussen 1 en 20 juli wordt weinig productie verwacht, terwijl de latere productie van bloemkool wellicht ten koste zal gaan van de jonge wortelen.

Door alle verschuivingen waar de weersomstandigheden de groentetelers en diepvriesgroentebedrijven toe dwingen, zijn de opbrengsten moeilijk in te schatten. Topopbrengsten worden volgens Vegebe niet meer verwacht voor bovenstaande gewassen en al evenmin voor grote wortelen, schijvenwortelen, knolselder en spruiten.