Taskforce versnelt waterwerende maatregelen in Westhoek maar botst op Fransen
nieuwsEind vorig jaar werd naar aanleiding van de overstromingen van de IJzer in de Westhoek de taskforce Weerbare Westhoek opgericht. De taskforce presenteerde een reeks aan mogelijke maatregelen om een herhaling van de overstroming, die ook veel boeren trof, te voorkomen. Een aantal van deze maatregelen worden binnenkort geïmplementeerd, maar voor sommige maatregelen vinden de West-Vlamingen de Fransen op hun weg. “De sluis bij Duinkerke zou de afvoer van het water in de IJzer kunnen verbeteren, maar de Fransen zijn niet altijd even meegaand”, klinkt het.
Vorig jaar in november bereikte het waterpeil in het overstromingsgebied van de IJzer in Woumen, nabij Diksmuide, een recordhoogte en kwam tot de rand van de in 2022 afgewerkte Winterdijk. Geert Leeman was eéén van de boeren die zijn koeien voor de zekerheid evacueerde. Een klein jaar later zit de schrik er nog steeds in. “Het zou dit jaar zo maar weer kunnen gebeuren”, zegt hij.
In navolging van de wateroverlast werd de Taskforce Weerbare Westhoek opgericht. In no time werden een aantal zogenaamde no regret-maatregelen in kaart gebracht en is een rapport overgemaakt aan de Vlaamse overheid. Anno 2024 zijn er evenwel nog heel veel concrete stappen te zetten naast het herstel van de Winterdijk die nu volop aan de gang is. “Als er weer evenveel water onder dezelfde omstandigheden zou vallen, zitten we opnieuw in de problemen”, beaamt Frank De Poortere, dijkgraaf van de Zuidijzerpolder en lid van de Taskforce.
Volgens hem heeft de Taskforce Weerbare Westhoek de waterkerende maatregelen wel in een stroomversnelling gebracht. Hij wijst bijvoorbeeld op de dijkaanleg en -verhoging bij Stavele en de vervanging van de keermuur in Roesbrugge die het woongebied weerbaarder moeten maken voor een hoog waterpeil. “De omgevingsvergunningen hiervoor kunnen eindelijk aangevraagd worden waarna de werken volgend jaar kunnen starten”, aldus De Poortere.

Bovenstroomse veiligheidsmaatregelen
De maatregelen vallen uiteen in bovenstroomse beveiligingsmaatregelen, zoals dijk- en keermuurverhogingen, en infrastructurele maatregelen die de afvoer van het IJzerwater naar zee bevorderen. Tot deze laatste maatregelen behoren onder andere het uitbaggeren van De IJzer en de zogenaamde bypass via het Lokanaal. Die baggerwerken werden in augustus gestart maar zullen nog tot een eind in 2025 duren. “Hierdoor zal terug de maximale afvoercapaciteit van de IJzer kunnen benut worden”, vertelt de dijkgraaf.
Hij geeft evenwel aan dat deze maximale afvoercapaciteit wellicht niet volstaat om toekomstige wateroverlast te voorkomen. Daarom wordt er gekeken naar onder meer de aanleg van een nieuwe afvoer naar zee vanuit het Kanaal Duinkerke-Nieuwpoort tussen Duinkerke en Veurne. Daarnaast zijn er de onderzoeken naar de inzet van noodpompen en een nieuwe infrastructuur voor hogere afvoer van water op de IJzer tussen Diksmuide en Nieuwpoort. “Hiervoor worden nu modelleringen gedaan en loopt een uitvoerige studie”, aldus de dijkgraaf die erkent dat deze nieuwe afvoermogelijkheden niet allemaal voor de komende jaren verwacht kunnen worden.
Een andere maatregel om extra afvoercapaciteit te genereren is een betere wisselwerking met de Fransen als het gaat om het inschakelen van de sluis bij Duinkerke. “Onder normale omstandigheden voert Vlaanderen water uit Duinkerke af naar Nieuwpoort. Bij watersnood in Vlaanderen moet en kan deze waterstroom omgekeerd worden. Dit kan door noodschuiven in Duinkerke richting zee open te zetten (‘vannes de Furnes’)”, vertelt De Poortere. Hij geeft aan dat de Fransen niet altijd even bereidwillig zijn deze sluis te openen om zo de eigen afwatering niet in gevaar te brengen. “Het is noodzaak om hierover de nodige bindende verdragen te officialiseren. Deze procedure sleept echter reeds meerdere jaren aan.”
Fransen werken niet mee
De matige bereidwilligheid van de Fransen om bij te dragen aan een oplossing voor het watersnoodrisico in Vlaanderen bereikte recent ook de provincieraad van West-Vlaanderen. Provincieraadslid Luc Coupillie (N-VA) had in de raad navraag gedaan naar de genomen maatregelen om een herhaling van de wateroverlast te voorkomen. “Het grensoverschrijdende aspect blijft een belangrijk gegeven”, vertelt hij.
Samenwerken met Frankrijk is volgens hem prioritair, “anders blijft het letterlijk dweilen met de kraan open langs Vlaamse kant. Een derde van het stroomgebied van de IJzer ligt aan de Franse kant. Nu blijkt dat de samenwerking met de centrale werkgroep (EGTS) in Frankrijk moeizaam verloopt. Het is beter om voor concrete projecten met de partners in Noord-Frankrijk zelf te onderhandelen”, aldus de N-VA’er in een persbericht. Uit de informatie in de Provincieraad blijkt verder dat er op 18 oktober een Europees project wordt ingediend om de communicatie tussen de overheden vlotter te laten verlopen.
Voor boeren als Geert Leeman is het afwachten totdat de politiek knopen doorhakt en maatregelen neemt. “Meer kunnen wij niet doen”, aldus Leeman. Op basis van het aantal overstroomde en bedreigde percelen in 2023 valt af te leiden dat zo’n 300 boeren zoals Leeman in meer of mindere mate risico lopen van waterschade in de Westhoek.
