"Supermarkt moet net als slager kwaliteit waarderen"
nieuwsUit de kwartaalcijfers van voedingsbedrijf Ter Beke blijkt dat meer vleeswaren in het lagere prijssegment verkocht worden ten koste van duurdere vleesproducten. "Dit fenomeen stellen alle vleesverwerkers vast", zegt Koenraad Vangoidsenhoven van sectorfederatie Fenavian. "Grootwarenhuizen discussiëren enkel nog over prijzen zodat kwaliteit en smaak naar de achtergrond worden verdrongen."
Ook in Landbouwleven wordt een duidelijke waarschuwing omtrent de toekomst van de vleessector vertolkt door Benoît Cassart van de Federatie voor Vee- en Vleeshandel. Volgens Cassart werd rundvlees vele malen goedkoper voor de consument, maar zijn de productiekosten de voorbije decennia hoog opgelopen. Het gevolg was schaalvergroting bij veehouders en handel, "maar zelfs die grote bedrijven zijn nu niet rendabel genoeg om er een overnemer voor te vinden", stelt Cassart. Hij ziet in de dalende rundveestapel in Europa, het verdwijnen van veemarkten en de sluiting van slachthuizen tekenen van de malaise in de sector.
Het ontbreekt aan gezonde concurrentie, aldus Cassart, die vaststelt dat bijna 70 procent van al het rundvlees verkocht wordt in de grootwarenhuizen. "Vroeger werden runderen vetgemest en vaak verkocht aan plaatselijke beenhouwers. Er heerste een gezonde concurrentie en de veehandel speelde daar net als de versnijders een rol in. Vandaag worden de prijzen naar beneden gedrukt, zijn versnijders gedegradeerd tot dienstverleners en reflecteert de slechte financiële situatie van sommige vleesbedrijven op de veehouders en de veehandelaars."
Ook Koenraad Vangoidsenhoven, secretaris van de federatie van vleeswarenfabrikanten Fenavian, prijst de Belgische slagers en betreurt de aankooppolitiek van grootwarenhuizen. "Slagers zijn mensen met vakkennis, die oog in oog staan met de consument en daarom borg willen staan voor producten van goede kwaliteit", zegt Vangoidsenhoven, "terwijl de distributie dringend nood heeft aan meer aankopers die naast de kostprijs ook met de vleeswarenkwaliteit begaan en vertrouwd zijn." Hij raadt aankopers aan om vaker te proeven in plaats van hoofdzakelijk over de prijs te discussiëren, ook wetende dat de consument bij voorkeur kiest voor producten die aangeprezen worden met hoge kortingen.
"Daardoor dreigen kwaliteitsvolle vleesproducten hun plek in de winkelrekken te verliezen", waarschuwt Vangoidsenhoven. "Wanneer de prijs het enige is wat telt, kan de vleeswarenindustrie de gestegen grondstofprijzen niet doorrekenen. Willen onze bedrijven dit wel doen, dan vraagt het grootwarenhuis om in te schrijven op een tender (een internationale aanbesteding, nvdr.), waardoor de Belgische fabrikant bijna met zekerheid zijn afzet verliest."
Het niet kunnen doorrekenen van de gestegen kostprijs is volgens Vangoidsenhoven een groot gevaar aangezien de loonkost hier 30 procent hoger ligt dan in andere EU-lidstaten, die meestal ook soepelere productienormen toepassen dan degene die opgelegd worden door Belgische wetgeving. De grootdistributie beslist wat aan de consument verkocht wordt, zoals ook de slager beslist wat hij aan zijn klant verkoopt. Fenavian roept daarom de grootdistributie op om te kiezen voor Belgische kwaliteit want "Belgische fabrikanten zullen mee bloeden wanneer de kwaliteit van ingevoerde vleeswaren in vraag wordt gesteld".
Bron: eigen verslaggeving/Landbouwleven