Studie: toekomstperspectief blijft zoek na boerenprotesten
nieuwsHet beleid heeft weinig gedaan om de ontbrekende toekomstperspectieven binnen de landbouw aan te pakken. Dat verklaren zo’n 200 boeren na een bevraging door de Waalse universiteit UCLouvain. Hoewel de beleidsmakers belangrijke toegevingen hebben gedaan na de protesten, blijven nog enkele kernvragen onbeantwoord.
In 2024 trokken Belgische boeren massaal de straat op om hun ongenoegen te uiten over het landbouwbeleid en hun moeilijke werkomstandigheden. Uit een recente studie van de Universiteit van Louvain (UCL) blijkt dat Vlaamse en Waalse boeren weliswaar breed steun gaven aan de protesten, maar om verschillende redenen.
Walen minder bezorgd om milieuwetgeving
Een enquête onder 199 boeren, waarvan 133 uit Vlaanderen en 63 uit Wallonië, toont aan dat de meeste boeren zich achter de protesten schaarden. Maar hoewel Vlamingen en Walen zij aan zij stonden in dit protest, hadden ze elk andere beweegredenen om naar Brussel af te zakken. In beide regio’s waren slechts weinig boeren tevreden met het GLB (31% in Vlaanderen en 41% in Wallonië), en in beide regio’s beklaagden de boeren de onzekere regelgeving (82% in Vlaanderen, 77% in Wallonië). Maar waar 84 procent van de Vlaamse boeren vreesden voor de impact van toekomstig (milieu)beleid, trof die bezorgdheid slechts 38 procent van de Waalse boeren. De studie haalt wel aan dat bioboeren in het Waalse bevraagde segment oververtegenwoordigd zijn.
Volgens de studie klagen veehouders meer dan akkerbouwers over een gebrek aan economische steun. Vooral in Wallonië is dat het geval. De bevraagde Vlaamse veehouders deden minder hun beklag om economische moeilijkheden, of toch minder dan in Wallonië.
Bovendien geven in Wallonië vooral de grote landbouwbedrijven aan dat ze lijden onder administratieve lasten en regelgeving. In Vlaanderen is dat aanvoelen vooral prominent bij kleinschalige bedrijven. In beide regio’s zeggen eerder grote dan kleine bedrijven dat ze zich in de steek gelaten voelen.
Over naar bio. Bij Waalse biobedrijven is er relatief weinig beklag over bureaucratie en hinderlijke regelgeving, bij Vlaamse biobedrijven net wat meer. De Waalse bioboeren zeggen wel er financieel slechter voor te staan. De bevraagde bioboeren voelen zich zich wel beter gesteund dan conventionele landbouwbedrijven.
Wat deed het beleid?
De studie plaatste de bezorgdheden van de bevraagde boeren tegenover de genomen beleidsmaatregelen sinds de protesten. UCLouvain oordeelde dat er hier veel overlap is tussen de federale en regionale regeringen, en dus is de analyse uitgevoerd voor België in zijn geheel.
Drie van de belangrijkste klachten van landbouwers (inkomensproblemen, bureaucratie en milieureglementering) kregen veel aandacht van het beleid. Zo voerden de verschillende regeringen vereenvoudigingen van het GLB in, zoals voorgesteld door de Europese Commissie. Bovendien voerden ze maatregelen in om de administratieve lasten te verminderen en richtten ze verschillende taskforces op om de toeleveringsketens van de agrovoedingssector te versterken en de toegang tot land veilig te stellen.
Een aantal andere belangrijke klachten, zoals de algemene regelgeving en ontbrekende toekomstperspectieven, kregen beleidsmatig dan weer weinig gehoor. Volgens UCLouvain is dit te wijten aan het feit dat deze klachten een langetermijnstrategie vereisen. Dat is niet zo gemakkelijk te implementeren. De universiteit stelt dat zo’n visie zorgvuldig moet worden uitgedokterd in overleg met de sector, rekening houdend met de verschillende behoeften van de boeren.
Vlamingen willen toekomst, Walen willen geld
Aan de hand van de resultaten doet UCLouvain enkele aanbevelingen voor het beleid. In Vlaanderen zijn de grootste zorgen een gebrek aan toekomstperspectief. Bovendien maken veel boeren zich grote zorgen over de stikstofregelgeving en hoe die hun toegang tot land zal beïnvloeden. Ze willen vooral duidelijkheid over een langetermijnvisie voor de sector. Hoge beleidsonzekerheid voedt de frustratie tegenover politici. “Het uitstippelen van een duidelijke strategie die boeren in staat stelt om de nodige investeringen te doen, is de sleutel tot een bloeiende landbouwsector”, stelt UCLouvain.
In Wallonië is geld de grootste kopzorg. De productiekosten stijgen terwijl de verkoopprijzen nauwelijks volgen. “Om deze trend tegen te gaan, moet men prioriteit geven aan het creëren van een betere verloning voor boeren, door betere partnerschappen met andere actoren in de keten aan te gaan”, stelt UCLouvain. “Een andere prioriteit is het verlichten van administratieve taken, via administratieve vereenvoudiging en digitalisering. Landbouwers worden geconfronteerd met een hoge werklast en willen niet meer tijd dan nodig besteden aan het invullen van ingewikkelde formulieren.”
UCLouvain waarschuwt echter dat landbouwbeleid niet met de grove borstel dient te gebeuren. Zo heeft elk type landbouwbedrijf zijn eigen noden, en zal het beleid zich daarop moeten afstemmen.

Bron: Eigen berichtgeving