nieuws

Strenge straffen gevraagd voor fraude bij Vlasverbond

nieuws
Het openbaar ministerie in Kortrijk heeft dinsdag een voorwaardelijke celstraf van een jaar en een boete van 10.000 euro gevraagd voor de hoofdlaborant van het labo van het Algemeen Belgisch Vlasverbond (ABV) in Kortrijk, de directeur van het ABV en de voorzitter van de raad van beheer van de vzw Algemeen Belgisch Vlasverbond.
4 mei 2004  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
Het openbaar ministerie in Kortrijk heeft dinsdag een voorwaardelijke celstraf van een jaar en een boete van 10.000 euro gevraagd voor de hoofdlaborant van het labo van het Algemeen Belgisch Vlasverbond (ABV) in Kortrijk, de directeur van het ABV en de voorzitter van de raad van beheer van de vzw Algemeen Belgisch Vlasverbond.

Samen met een hulplaborante uit Zwevegem moesten ze zich voor de correctionele rechtbank van Kortrijk verantwoorden voor jarenlange fraude in de schoot van het laboratorium van het ABV. Volgens het openbaar ministerie zou op die manier ruim twee miljoen euro Europese steun ten onrechte zijn uitbetaald aan de Belgische vlassers.

De rol van de vlassers maakt deel uit van een apart gerechtelijk onderzoek. De vier beklaagden worden vervolgd voor valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken.

De zaak ging aan het rollen toen de hoofdlaborant van het labo van de vzw ABV op 9 oktober 1998 onregelmatigheden bij de controles van zaaizaden aan de kaak stelde. Uit het onderzoek bleek dat op systematische wijze alle te controleren monsters van zaaizaden gunstige beproevingsresultaten kregen. Dit niettegenstaande tweederde van de monsters, mede door de hoge werkdruk, niet eens waren onderzocht.

Negatieve testresultaten kregen toch een positieve evaluatie. Dankzij die gunstige evaluatie konden de zaaizaden een certificaat krijgen, waardoor de vlassers voor het zaad een hogere prijs konden bedingen.

De drie hoofdbeklaagden vroegen allen de vrijspraak en de gunst van de opschorting in ondergeschikte orde. De vzw Algemeen Belgisch Vlasverbond stelde zich geen burgerlijke partij. Enkel het Vlaams Gewest deed dit als opvolger van het Belgische Interventie- en Restitutiebureau. De zaak wordt verder behandeld op 8 juni.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek