Steunpunt Korte Keten benadrukt belang van hoevewinkels in gezonde voedselstrategie

De korte keten is al een tijdje in opmars in Vlaanderen. Tijdens de coronapandemie in 2020 piekten de lokale aankopen bij de boer om de hoek en zagen de hoeveproducenten hun omzet pieken. “De consument vond er een supervers en gevarieerd aanbod van groenten, fruit en aardappelen en een breed assortiment van artisanale zuivelproducten en vleeswaren. En ook het persoonlijk verhaal van de boer sprak aan”, zo stelt De Dobbeleer.

Nu de inflatie stijgt en energie- en voedingsprijzen pieken en de vrijheid terug herwonnen is na corona, merkt het Steunpunt Korte Keten dat de omzet van veel hoevewinkels onder druk komt te staan. Consumenten besparen op lokaal voedsel. De soms hogere prijs in de hoevewinkel wordt ingeruild voor de laagste prijs in de supermarkt, zo stelt het Steunpunt vast. Nochtans spendeert de gemiddelde Vlaming amper 12,5 tot 15 procent van zijn inkomen aan voedsel.

“Het blijft jammer om vast te stellen dat ongezonde voeding bijzonder goedkoop blijft. Dat verleidt mensen om meer vet- en suikerrijke, geraffineerde producten te kopen”, aldus De Dobbeleer. “Nochtans kampt al ruim de helft van de bevolking met overgewicht en neemt obesitas epidemische vormen aan. Welvaartsziekten kosten vele levens en gezonde levensjaren. Ze vormen een tikkende tijdbom onder ons gezondheidssysteem.”

Nochtans zijn er volgens het Steunpunt Korte Keten drie redenen om de toekomst van de korteketenlandbouw te vrijwaren. “De oorlog in Oekraïne legt het strategisch belang van lokale voedselproductie bloot. Te veel afhankelijkheid van andere landen of internationale spelers verzwakt onze autonomie en veerkracht”, somt De Dobbeleer de eerste reden op.

Als tweede reden ziet ze dat een veerkrachtige korteketensector de keuzevrijheid van de consument en een gevarieerd aanbod garandeert. “Meer spelers, ook lokale ondernemers, vormen een tegengewicht voor de dominantie van grote spelers op de markt”, legt de directeur van het Steunpunt Korte Keten uit. “En dat gevarieerd lokaal voedsel is beter voor onze gezondheid, voor het leefmilieu en het klimaat”, formuleert ze meteen de derde reden. “Het heeft minder transport nodig en gebruikt vaan ook minder verpakking.”

Met de Vlaamse Week van de Korte Keten die op 14 mei van start is gegaan, wil het Steunpunt pleiten voor een beleid op maat voor de korte keten. “Deze sector heeft daar nood aan”, klinkt het. “Vandaag zorgen ruim 3.000 bedrijven of 15 procent van de landbouwers zelf voor hun afzet bij de klant. Om hun toekomstkansen te verzekeren, is het onder meer belangrijk dat boeren kunnen samenwerken rond afzet en productie. De overheid kan dit met aangepaste maatregelen mogelijk maken. Het recente actieplan Korte Keten van voormalig Vlaams minister van Landbouw Hilde Crevits (cd&v) is alvast een stap in de goede richting”, stelt De Dobbeleer.