Stap dichter bij de bouwshift
25 mei 2023Het Vlaams parlement heeft twee decreten goedgekeurd die de langetermijndoelstellingen van de bouwshift mee realiseren. Enerzijds werd er groen licht gegeven voor het decreet dat de zogenaamde woonuitbreidingsgebieden beschermt en anderzijds werd het decreet over de verhoogde vergoeding voor eigenaars van herbestemde gronden goedgekeurd.
Woonreservegebieden
Tussen 2013 en 2019 verdween er dagelijks ruim vijf hectare aan open ruimte. Het decreet Woonreservegebieden wil dit tegengaan door ‘een stolp’ over 12.000 hectare Vlaamse woonreservegebieden te plaatsen. Dit wil zeggen dat er voor 2040 geen extra open ruimte meer bebouwd mag worden. Hierdoor zal nieuwbouw in de toekomst enkel nog mogelijk zijn op plekken waar nu al bebouwing is tenzij de gemeenteraad daar anders over beslist. Want na een openbaar onderzoek kan de gemeenteraad het woonreservegebied toch nog vrijgeven.
De nieuwe regeling heeft niet alleen betrekking op de woonuitbreidingsgebieden, maar ook op een aantal gebieden die destijds een specifiek gewestplanvoorschrift kregen: reservegebied voor woonwijken, woonreservegebied of woonaansnijdingsgebied. Vandaar de verzamelterm ’woonreservegebieden’.
Vergoeding voor herbestemde gronden
Het tweede onderdeel, het decreet over de verhoogde vergoeding voor eigenaars van herbestemde gronden, lag wat moeilijker in het parlement. Eigenaars van gronden die niet langer bebouwd mogen worden, zullen 80 procent van de geïndexeerde aankoopprijs krijgen. Voor die vergoedingsregeling wordt een bouwshiftfonds met jaarlijks 100 miljoen euro aangelegd.
Onhaalbaar of stevige boost?
De oppositie noemt de decreten “onhaalbaar en onbetaalbaar”. Volgens de linkse oppositiepartijen Groen, Vooruit en PVDA zullen de plannen de bouwshift geen stap dichterbij brengen, dreigen ze vooral speculanten te bevoordelen en riskeren ze onbetaalbaar te worden. Ze verwijzen daarbij naar de berekening van de experten van de Taskforce Bouwshift die spreken van een kostprijs van 6,8 tot 31 miljard euro.
Vanuit de meerderheid verdedigde men de uitgewerkte regeling en vroeg men onder meer om vertrouwen te hebben in de lokale besturen en in de neutrale landcommissies. Die zullen de vergoeding bepalen aan de hand van 13 vastgelegde factoren.
“Deze decretale bescherming is een stevige boost voor de bouwshift en het voorkomen van extra verharding”, reageert Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA). “Dit is een belangrijk wetgevend instrument om Vlaanderen verder te beschermen tegen wateroverlast én droogte.”
Onrust over beleidsniveaus
De sectororganisatie van de bouwsector, Embuild Vlaanderen, is tevreden dat er na jaren van discussies eindelijk knopen worden doorgehakt. "Het heeft lang genoeg geduurd. De sector heeft nood aan stabiele fundamenten", zegt directeur-generaal Marc Dillen. Anderzijds is de sector wel bezorgd over de toekomst, want naast de Vlaamse overheid zijn er ook nog de provincies en de gemeenten die het realiseren van bouwprojecten kunnen bemoeilijken. Dillen verwijst naar de provinciale ruimtelijke beleidsplannen. "Na de recente heisa heeft Oost-Vlaanderen zijn plannen ingetrokken, maar in Limburg, Vlaams-Brabant en Antwerpen doet men gewoon voort." Voor de noodzakelijke verdichting is dan weer de medewerking van de gemeenten nodig. "De cumul aan maatregelen dreigt schaarste in de hand te werken en bouwen onbetaalbaar te maken", vreest Dillen.
Bron: VRT NWS, eigen berichtgeving