Smaakpapillen meisjes beter ontwikkeld dan bij jongens

Meisjes hebben beter ontwikkelde smaakpapillen dan jongens. Daardoor hebben jongens meer behoefte aan voedsel met een sterke smaak - en ook aan zoetigheden - dan meisjes. Dat ontdekten vorsers van de universiteit van Kopenhagen, die zowat 9.000 schoolkinderen een aantal lekkernijen aanboden en een vragenlijst over hun eetgewoonten deden invullen. Dat schrijft the Sunday Telegraph.

Uit het onderzoek bleek dat de smaak van jongens en meisjes zich rond het dertiende levensjaar plots ontwikkelt doordat kinderen zich in die levensfase bewust worden van zure smaken en minder snel grijpen naar de zoetigheden die voordien het meest in trek zijn. Dat verklaart waarom jongere tieners vaak niet erg kieskeurig zijn over wat ze eten.

Die evolutie geldt vooral voor meisjes, die door hun verfijndere smaakorgaan gevoeliger zijn voor zachte smaken, terwijl jongens het toch liever wat sterker en extremer hebben. Want zij hebben gemiddeld zo'n 10 procent meer zure en 20 procent meer zoete ingrediënten in hun voedsel nodig om echt te kunnen proeven hoe smakelijk het is.

Een verrassende conclusie (voor beide geslachten) is ook dat een op de drie ondervraagde jongeren de voorkeur geeft aan niet-zoete frisdranken. Volgens onderzoeksleider Bodil Allesen-Holm wijzen de resultaten erop dat "het goed mogelijk moet zijn om voor jongens gezonder snacks te bedenken door die iets extremere en zuurdere smaak te geven".