Romeinen legden de basis voor een moderner landbouwsysteem
nieuwsDe Romeinen hebben in Limburg de fundamenten gelegd voor de moderne landbouw. Dat stelt Yves Segers naar aanleiding van een tentoonstelling in Nederlands-Limburg over het boerenleven in de Romeinse tijd. “Zij introduceerden nieuwe teelten en technieken. Tegelijk zette de verstedelijking zich in. De stedelingen en de Romeinse legers moesten gevoed worden, en de boeren namen die taak op zich.”
De oorsprong van de Vlaamse land- en tuinbouw is vermoedelijk terug te herleiden tot Haspengouw. Rond 7.000 voor Christus vond daar de sedentarisering plaats: jager-verzamelaars vestigden zich op één plek en begonnen hun eigen voedsel te verbouwen. “Kleine nederzettingen ontstonden, die volledig zelfvoorzienend waren,” legt professor Yves Segers van het Centrum Agrarische Geschiedenis (KU Leuven) uit.
Dat juist Haspengouw het decor was voor deze eerste boeren, had alles te maken met de vruchtbare leemgronden in de Maasvallei. “Ook in Zuid-Limburg, net over de grens, verschenen de eerste nederzettingen. In andere streken leefden mensen nog veel langer van jagen en verzamelen,” aldus Segers.
Een volgende mijlpaal voor de landbouw diende zich aan in de Romeinse periode. Terwijl de Romeinse legers steeds verder noordwaarts oprukten, vestigden ze zich ook in onze contreien. Kort voor Christus kreeg Tongeren zo zijn eerste vorm: van een legerbasis groeide het uit tot de eerste Vlaamse stad. De Romeinen bouwden heerwegen en verharde wegen, wat leidde tot meer welvaart in de regio. “Een goede logistieke ontsluiting stimuleerde handel en economische activiteit,” zegt Segers.
Vraag naar voedsel, landbouw als specialisatie
De groeiende steden en de Romeinse garnizoenen langs de Rijn (de zogenaamde Limes) deden de vraag naar voedsel fors toenemen. Daardoor ontwikkelde zich een agrarische economie met grotere en meer gespecialiseerde boerderijen. “Kleine nederzettingen evolueerden tot marktgerichte landbouwbedrijven,” benadrukt Segers. Volgens hem werd hiermee de basis gelegd voor ons moderne landbouwsysteem.
Die ontwikkeling ging hand in hand met de opkomst van de Romeinse villa’s. “Vandaag denken we bij een villa aan een luxueus woonhuis, maar toen waren het in feite landgoederen,” verduidelijkt Karen Jeneson, conservator van het Romeins Museum in Heerlen.
In dit museum in Nederlands-Limburg loopt nu een tentoonstelling die een inkijkje geeft in het boerenleven van die tijd. “De expositie vertelt het verhaal van de Zuid-Limburgse boeren uit de Romeinse tijd, geeft inzicht in het Romeinse landbouwmodel en laat zien hoe de Romeinse villa’s eruitzagen”, aldus Jeneson.
Nieuwe technieken, nieuwe teelten
De invloed van de Romeinen op de landbouw is volgens Segers nauwelijks te overschatten. Ze brachten niet alleen nieuwe technieken, maar ook tal van gewassen mee uit het Midden-Oosten en Klein-Azië, toen al meer ontwikkelde gebieden. “Denk aan linzen, bonen, nieuwe graansoorten, maar ook de walnoot en wijndruiven,” zegt hij.
Ook de moderne fruitteelt vindt hier haar oorsprong. “Wilde fruitsoorten bestonden al, maar de Romeinen introduceerden veredelde rassen zoals perzik, kers en abrikoos,” vervolgt Segers.
Wie de landbouwgeschiedenis van dichtbij wil ontdekken, heeft meerdere opties. Waar het museum in Heerlen focust op het agrarische leven, belicht het Gallo-Romeins Museum in Tongeren eveneens de rol van de boeren. En in het Archeocentrum van Velzeke kan je het dagelijks leven uit de Romeinse tijd ervaren. “Velzeke lag bovendien op het kruispunt van twee belangrijke heerbanen: Boulogne-Keulen, die ook Tongeren aandeed, en Doornik-Nijmegen,” tipt Segers.
