Regeling melkquota blijft onveranderd

De huidige regeling omtrent de melkquota blijft bestaan. De diverse landbouworganisaties zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken over een aanpassing. Een teleurgestelde Annemie Neyts, federaal minister belast met landbouw, besliste dan maar alles noodgedwongen bij het oude te laten.
28 september 2001  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:52
De huidige regeling omtrent de melkquota blijft bestaan. De diverse landbouworganisaties zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken over een aanpassing. Een teleurgestelde Annemie Neyts, federaal minister belast met landbouw, besliste dan maar alles noodgedwongen bij het oude te laten.

Over een herziening van de melkquoatareglementering wordt al een hele tijd gepraat. Het melkquotum, vastgesteld per bedrijf, is een verhandelbaar productierecht. In de jaren '90 werd de vrije verhandeling van quota aan banden gelegd en een quotumfonds opgericht. Melkquota die vrijkomen, komen in dat Fonds terecht en worden dan geleidelijk verkocht tegen een vaste prijs, bij voorkeur aan jonge veehouders. In familieverband kunnen quota wel vrij verkocht worden.

Her en der gingen de jongste maanden stemmen op om de quotaregeling te versoepelen. Veel boeren willen meer quota kopen dan wat het Fonds hen aanbiedt. Anders kunnen ze niet voldoende groeien, klinkt het.

Aan Waalse kant wil men echter niet weten van een herziening van de bestaande regeling. Aan Vlaamse zijde heerst er onenigheid over hoe ver je mag gaan in die versoepeling (de "mobiliteit" van de melkquota).

De Boerenbond, die haar boeren in de verschillende vakgroepen een jaar lang een voorstel liet uitwerken, wou dat 70 procent van het overdraagbare melkquotum dat vrijkomt, vrij kan verhandeld worden. De overblijvende 30 procent zou dan nog steeds aan een vaste (lees: lagere) prijs via het Fonds worden aangeboden. Door de vrije markt aan te zwengelen zouden er meer quota verhandeld worden en op die manier ook meer in het Fonds terechtkomen voor minder kapitaalkrachtige veehouders, argumenteert de Boerenbond.

De Boerenbond stelde wel voor dat melkveehouders die op de vrije markt quota bijkopen, moeten kunnen bewijzen dat ze over voldoende grond beschikken om zo een milieuvriendelijke evolutie van de rundveehouderij te verzekeren.

Het Algemeen Boerensyndicaat wil de vrije handel tot 40 procent beperken. "Er moeten voldoende quota in het Fonds blijven. Enkel op die manier kunnen jonge veehouders tegen een aanvaardbare prijs quota bijkopen om een leefbaar bedrijf te zijn", zegt ABS-voorzitter Camiel Adriaens. Het ABS vreest dat met een te grote vrije quota-handel de grote bedrijven alles zouden opkopen.

Neyts, die uitdrukkelijk de "contructieve houding" van de Boerenbond prees, legde een pak compromisvoorstellen op tafel, maar een akkoord bereikten de organisaties niet. De melkquota-regeling voor het seizoen 2001-2002 verandert dus niet, met uitzondering van een aantal praktische details.

Het grootste struikelblok was dus de mate waarin men de vrije markt mag laten spelen. De aankomende regionalisering van de landbouwbevoegdheden vanaf begin 2002 maakte het er ook niet gemakkelijker op. Sommige landbouwers willen liever wachten tot die regionalisering een feit is.

Neyts betreurt het uitblijven van overeenstemming tussen de landbouwers. Ze blijft ervan overtuigd dat een grondige herziening van de melkquota-reglementering noodzakelijk is en hoopt dat de regionale landbouwministers volgend jaar de inspanningen om tot een oplossing te komen, zullen verderzetten. Hoedanook moeten de verschillende landbouworganisaties dan weer rond de tafel zitten voor een eventuele herziening.

Vrijdag volgt alvast overleg tussen Neyts en de gewestministers om een aantal kleinere praktische wijzigingen te bespreken.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek