Rapid Alert System werkte 3.024 keer in 2002

Sinds 1992 informeert het Rapid Alert System de Europese consument over de veiligheid van voedselproducten. Is er in een EU-lidstaat een voedselprobleem, dan zorgt de Europese Commissie ervoor dat de andere lidstaten snel worden ingelicht. Belangrijke verandering in 2002 was dat dit snelle waarschuwingssysteem nu ook werkt voor dierenvoeding.

In 2002 roerde het systeem dus 3.024 keer de trom: 434 keer voor een heus alarm, 1.092 keer voor informatie, 1.032 keer voor extra uitleg bij een alarm en 466 keer om te extrapoleren over gegeven informatie. "De stijging van het aantal meldingen wijst erop dat het systeem beter werkt dan in het verleden", vertelt Kathleen van Brempt. "Het voedsel is er niet onveiliger op geworden".

In 33 procent van de gevallen is het probleem van chemische aard, ondermeer te wijten aan dioxines en zware metalen. In 29 procent van de gevallen gaat het om residuen van diergeneesmiddelen en in 20 procent om een microbiologische oorsprong, zoals salmonella en listeria. Pesticiden veroorzaken 11 procent van de meldingen.

Aan de top van de lijst van 94 landen die verantwoordelijk zijn voor de productie van de alarmerende voedinsmiddelen staat China met 147 producten. Gevolgd door Thailand (143), Brazilië (141), Turkije (102) en Duitsland (97). Frankrijk (48) en Nederland (47) staan op de tiende en elfde plaats. België is met 27 producten goed voor een veertiende plaats, net voor de Verenigde Staten (25).

"Vooral kip en garnalen uit Azië baren zorgen", zegt Van Brempt. "Mensen willen steeds exotischer eten, wat niet betekent dat de productiemethoden in die landen ook veilig zijn. Bovendien moeten die producten een hele weg afleggen".

Lees ook: geVILT: "Vijanden voor een Voedselagentschap"