Provinciale Landbouwkamer zet zich al 100 jaar in voor Oost-Vlaamse landbouw

De Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen viert dit jaar zijn honderdste verjaardag. De voornaamste taak van de Landbouwkamer bestaat erin advies te geven over de land- en tuinbouwproblemen van de provincie, al heeft de Oost-Vlaamse Landbouwkamer doorheen de afgelopen eeuw ook heel wat eigen initiatieven ontwikkeld, zoals acties rond erfbeplanting en de aanleg van kleinschalige waterzuivering op landbouwbedrijven.

18 april 2024 Griet Lemaire
Lees meer over:

Oprichting

De geschiedenis van de Provinciale Landbouwkamer gaat terug tot in 1898, toen de vrije landbouwverenigingen een aantal zetels kregen in de Hoge Landbouwraad. Deze verenigingen namen daar geen genoegen mee en eisten dat er in elke provincie Landbouwcomices werden opgericht. Na de Eerste Wereldoorlog moest er ingezet worden op economische heropbouw. Landbouwers zoveel mogelijk ondersteunen in hun pogingen om hun productie te verbeteren, was daar een belangrijk onderdeel van. Daarbij werd vastgesteld dat nauwer contact tussen landbouwers en overheden noodzakelijk was om zo de inspanningen van de landbouwers te kunnen versterken.

Op 15 september 1924 kwam er een Koninklijk Besluit dat bepaalde dat er in elke provincie een Provinciale Landbouwkamer moest opgericht worden om zo de officiële vertegenwoordiging van de landbouw te verzekeren. De Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen werd ingesteld op 13 februari 1925. In deze kamer waren er 29 zetels te verdelen.

oprichting provinciale landbouwkamer_Provincie Oost-Vlaanderen

Taken en middelen

Naast advies geven over land- en tuinbouwproblemen in de eigen provincie, ofwel op eigen initiatief ofwel op vraag van een overheidsinstantie, beantwoordt de Provinciale Landbouwkamer ook vragen om inlichtingen die haar gesteld worden door het Minister van Landbouw, door de Nationale Landbouwraad of door de Hoge Tuinbouwraad. De Landbouwkamer draagt ook bij tot de uitvoering van maatregelen die door de regering zijn getroffen om de landbouw aan te moedigen of te beschermen.

De middelen van de Provinciale Landbouwkamer voor Oost-Vlaanderen komen van de provincie Oost-Vlaanderen. Dat geld kan de Landbouwkamer gebruiken om verenigingen of instellingen te ondersteunen die zich inlaten met de bevordering van de tuinbouw, de verbetering van de paarden-, schapen- en geitenrassen, of met bijzondere land- en tuinbouwaangelegenheden zoals wetenschappelijk onderzoek en andere activiteiten.

Beginjaren

In de eerste decennia na de oprichting zette de Oost-Vlaamse Landbouwkamer vooral in op “het aanmoedigen van de landbouw omdat het één van de rijkste bronnen van de Belgische welstand uitmaakt”. Er werden veel prijskampen en tentoonstellingen georganiseerd en er werd ingezet op voordrachten en naschools onderwijs. Onderwerpen die daarbij aan bod kwamen waren onder meer de bodem en bemesting om zo de landbouwers te helpen om het productievermogen van hun gronden op te voeren.

Na de Tweede Wereldoorlog nam de Provinciale Landbouwkamer een aantal beslissingen die belangrijk waren voor de ontwikkeling van de landbouw in de regio, zoals de betoelaging van onkruidbestrijding, de aankoop van melkkoelers op de hoeve en de betoelaging van de aansluiting op het elektriciteitsnet van afgelegen hoeves. Een ander initiatief in 1957 liet meer dan 5.000 landbouwers in Oost-Vlaanderen toe om op de hoeve hydrofoorgroepen op te stellen, waterputten te boren en waterleidingen in de woning, stal en weides aan te leggen. Er kwam ook en tussenkomst in de vermindering van de rentevoet voor leningen die werden aangegaan door jonge landbouwgezinnen met oog op mechanisatie (1965) en in het draineren van waterzieke land- en tuinbouwgronden (1968).

Jaren ’90 en later

Vanaf de jaren ’90 zet de Oost-Vlaamse Landbouwkamer meer en meer in op projecten, zoals kleinschalige waterzuivering of acties rond erfbeplanting. Deze acties zorgden ervoor dat er ook een reglement kwam waarin de tussenkomst voor het aanleggen van groen rond het erf en natuurlijke waterzuivering op land- en tuinbouwbedrijven werd geregeld. Vanaf 1997 werd er ook ingezet op goede bemestingspraktijken: Oost-Vlaamse landbouwers kregen een tussenkomst van 1.000 Belgische frank of 24 euro per mestanalyse. Deze focus op acties zet zich door tot 2014.

Nadat het Witboek werd goedgekeurd door de Vlaamse regering werd beslist dat de Provinciale Landbouwkamer van Oost-Vlaanderen meer zijn taak als adviesorgaan moest opnemen en minder moest inzetten op eigen activiteiten. Die beslissing zorgde ervoor dat de projectwerking werd afgebouwd en dat het personeel werd overgenomen door de provincie Oost-Vlaanderen. De provincie nam ook de taken over rond erfbeplanting en landschapsintegratie, rond waterzuivering en rond de provinciale begeleidingspremie voor starters in de landbouw. Enkel de toelagen aan prijskampen, tentoonstellingen en aan landbouwverenigingen zijn nog de bevoegdheid van de Oost-Vlaamse Landbouwkamer.

Feest

Deze week werd het honderdjarige bestaan van de Provinciale Landbouwkamer officieel gevierd met speeches en een receptie met seizoensgebonden hoeve- en streekproducten.

100 jaar provinciale landbouwkamer Leentje Grillaert_Provincie Oost-Vlaanderen
100 jaar provinciale landbouwkamer_Provincie Oost-Vlaanderen
Uitgelicht
De beheersovereenkomsten zitten in de lift, ook in Oost-Vlaanderen. Vooral de pakketten voor perceelsrandenbeheer zijn erg in trek. Daarom onderzoekt de Provinciale Landbouwka...
23 januari 2006 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: Provincie Oost-Vlaanderen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek