Preventieve opruiming kostte 6 000 dieren het leven
nieuwsEind februari beslisten de Europese veterinaire experts dat alle schapen en geiten die na 1 februari uit Groot-Brittannië werden ingevoerd moesten worden vernietigd, evenals de dieren die daarmee in aanraking kwamen. In het bijzonder schapen zijn gevoelig voor mond- en klauwzeer. De ziekte is bij die dieren bovendien moeilijk vast te stellen.
In België startte de opruimactie in opdracht van minister van landbouw, Jaak Gabriëls, op 1 maart en ze is vandaag (althans voorlopig) afgerond. Op 22 bedrijven werden preventief dieren afgemaakt; 1.300 stuks in slachthuizen en 4.700 in landbouwbedrijven. Het gaat in hoofdzaak om schapen en geiten. Ook de ruim 300 varkens van een bedrijf in Diksmuide waar even gevreesd werd dat er mond- en klauwzeer was uitgebroken, werden preventief afgemaakt. Volgens Landbouw konden alle ingevoerde schapen en geiten getraceerd worden.
De opgeruimde dieren werden naar het vilbeluik Rendac in Denderleeuw gebracht. Daar werden de huiden van de karkassen gehaald om vervolgens bij Indaver te worden verbrand. De karkassen zelf werden bij Rendac vermalen tot vetten en meel, die vervolgens in de Waalse cementovens werden verbrand. De getroffen bedrijfshouders (althans diegenen die de voorzorgsregels, bijvoorbeeld op het vlak van quarantaine, in acht namen) zullen een vergoeding krijgen.
Bron: Belga