Overwinterende ganzen strijken neer in Oostkustpolder

Er zijn de afgelopen week recordaantallen ganzen geteld in de Oostkustpolders. "De overwinterende kolganzen uit Noord-Rusland en West-Siberië streken in de Oostkustpolders met 55.000 tot 70.000 exemplaren neer, wat redelijk uitzonderlijk is", zegt professor dr. Eckhart Kuijken (UGent) en ere-directeur-generaal INBO. Wellicht is het dichtvriezen van meren in Noord-Nederland er de oorzaak van dat de ganzen zuidelijker afzakken om te overwinteren.

"Door de koudeprik in Nederland en Denemarken trokken afgelopen maandag naar schatting 60.000 tot 80.000 ganzen, voornamelijk kolganzen maar ook enkele duizenden brandganzen richting Frankrijk," aldus Kuijken. "Daarnaast zijn zeer uitzonderlijk ruim 4.500 brandganzen uit Nova Zembla (Siberië) geteld, normaal zijn dat er een paar honderd."

Van de meest bijzondere soort, de zeldzame kleine rietgans, verblijven in de polders ongeveer de helft van de circa 60.000 die op Spitsbergen broeden. "De aantallen zijn eerder een normaal wintermaximum, maar er zitten nog grote groepen in Nederland en Denemarken en we dragen de verantwoordelijkheid voor het overleven van de soort."

De ornithologen krijgen ook meldingen van overtrekkende groepen ganzen die vanuit het binnenland richting Frankrijk vliegen. "Maar door het ontbreken van een jachtverbod in Frankrijk vliegen die hun dood tegemoet." Vogelbeschermingsorganisaties Groupe Ornithologique Nord-Pas de Calais en Association Le Clipon roepen op om massaal brieven te sturen naar prefecten om de jacht aan banden te leggen.