Overheid versterkt positie vrouw in Vlaamse landbouw
nieuwsIn de marge van de studiedag ‘Vrouwen innoveren en inspireren op het platteland’, heeft minister-president Kris Peeters een rapport voorgesteld waarin een beeld wordt geschetst van de positie van de vrouw in de Vlaamse land- en tuinbouw. Tevens kondigde Peeters een administratieve maatregel aan om de rol van de vrouw in de bedrijfsvoering op een land- en tuinbouwbedrijf te versterken.
In overleg met de vrouwenorganisatie KVLV-agra zal gewerkt worden aan een versterking van de positie van de vrouw bij bedrijfsbeslissingen omtrent subsidies, premierechten en quota. “Met de administratieve maatregel om vrouwen consultatierechten te geven in de Vlaamse landbouwdatabank en beheermandaten toe te kennen voor het e-loket, kan de rechtspositie van vrouwen op onze Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven substantieel verbeterd worden en kunnen ze vaker dan nu het geval is, optreden als co-beheerder”, aldus minister-president Peeters.
Een vereenvoudigde procedure laat landbouwers toe om hun wettelijke echtgenote in de landbouwdatabank te laten registreren en/of beheermandaten voor het e-loket te geven. Op die manier kan zijn echtgenote op zeer eenvoudige wijze volledige consultatierechten krijgen op het e-loket Landbouw en Visserij. Dit betekent ook dat de handtekening van de vrouw noodzakelijk zal zijn bij elke verandering in premierechten of quota van het landbouwbedrijf.
Het overheidsinitiatief om de positie van de vrouw in de Vlaamse land- en tuinbouw te versterken, komt tegemoet aan een aantal knelpunten die aan het licht komen in een rapport van het Departement Landbouw en Visserij. Onderzoekster Geertrui Cazaux van de afdeling Monitoring en Studie kwam door middel van experteninterviews tot de vaststelling dat er duidelijk minder vrouwen bedrijfsleider zijn in de land- en tuinbouw dan in andere sectoren. Wanneer dat nagetrokken werd, dan leerden de cijfers dat slechts 11 procent van de bedrijfsleiders in de professionele land- en tuinbouw een vrouw is, terwijl hun totale aantal toch 37 procent uitmaakt van de regelmatig tewerkgestelden.
Opmerkelijk is ook dat vrouwelijke bedrijfsleiders in waarde maar zeven procent ontvangen van de rechtstreekse inkomenssteun uit het Europees landbouwbeleid. Herhaaldelijk kwam in de interviews ook naar voor dat vrouwen in de land- en tuinbouw de laatste jaren meer buitenshuis gaan werken. Meestal is het de vrouw die zorgt voor de administratie op het bedrijf. Het statuut van de meewerkende echtgenote is verplicht geworden, aldus nog het rapport, maar dat betekent niet noodzakelijk een betere positie van de vrouw op het landbouwbedrijf. Vrouwen hebben dikwijls zelf geen zicht op het totaalbeeld en durven hun situatie niet genoeg bespreekbaar maken.
“De geslachtsspecifieke opsplitsing van kenmerken van bedrijfsleiders of werknemers in de land- en tuinbouwer- of genderstatistieken kan geen sluitend antwoord bieden op de vraag of vrouwen in de land- en tuinbouwsector gelijke kansen krijgen, en al helemaal niet op de vraag hoe vrouwen zich daar dan zelf bij voelen. Niettemin is deze geslachtsspecifieke opsplitsing wel een eerste stap die we moeten ondernemen om de positie en de rol van de vrouw in de Vlaamse land- en tuinbouw in kaart te brengen. Deze studie is alvast een aanzet voor verder genderonderzoek in de sector”, zegt Peeters.
Meer info: ‘Boerin/boer. Een venster op de vrouw in de Vlaamse land- en tuinbouw’
Beeld: wordpress.com