Opnieuw grauwe kiekendieven in de Westhoek: “Bewijs dat beheerovereenkomsten werken”

De grauwe kiekendief is in de Westhoek aan een comeback bezig. Twee koppels (plus eentje net over de Franse grens) brachten met succes hun jongen groot. Voor VLM is het een bewijs dat de beheerovereenkomsten, het soortenbeschermingsprogramma en samenwerking hun vruchten afwerpen.

18 augustus 2022  – Laatst bijgewerkt om 18 augustus 2022 11:12

De grauwe kiekendief is een beschermde roofvogel die in Vlaanderen uiterst zelden broedt. Deze prachtige roofvogel maakt zijn nest in open landbouwgebieden, als er voldoende voedsel beschikbaar en nestgelegenheid aanwezig is. Veldmuizen staan bovenaan op het menu van deze vogel.

GrauweKiekendief_V.A_MoerenVeurne_01072022_copyrightDieterCoelembierVLM

Sinds 2018 verwelkomt de Westhoek zowat jaarlijks een koppel grauwe kiekendieven. In 2020 broedden nabij de abdij van West-Vleteren zelfs twee koppels op eenzelfde perceel. Ook dit jaar broedde een koppel succesvol in Krombeke-Poperinge. Het mannetje van dit koppel was bovendien een jong uit het allereerste nest in Diksmuide in 2018. Niet minder dan vier jonge kiekendieven vlogen uit. Het succes is mede te danken aan de medewerking van de betrokken landbouwer en de vakkundige nestbescherming en -opvolging van Natuurwerkgroep de Kerkuil.

“De belangrijkste stap bij de bescherming van kiekendieven is een vriendelijk gesprek met de landbouwer”, vertelt Wim Bovens van Natuurwerkgroep de Kerkuil. “Eens die op de hoogte is van de aanwezigheid van een nest in zijn graangewas of grasland en hoort wat de nestbescherming inhoudt, is het nest al voor 95 procent beschermd.”

Nóg straffer is de vestiging van twee koppels in de Moeren, een polderdorpje in West-Vlaanderen. Zowel op Belgisch grondgebied als op Frans grondgebied broedde een koppel. Uit elk nest vlogen telkens twee jongen uit. Het mannetje van het Vlaamse koppel was een jong uit één van de nesten uit 2020 bij de abdij van West-Vleteren. Ook in het succesverhaal van de Moeren speelden naast de grauwe kiekendieven zelf, de betrokken landbouwers, de Franse partners en Natuurwerkgroep de Kerkuil de hoofdrol.

GrauweKiekendiefjongen-copyrightDieterCoelembierVLM

Soortenbeschermingsprogramma

Het Vlaamse deel van de Moeren is, naast verschillende gebieden in Vlaams-Brabant en Limburg, sinds 2015 opgenomen in het “Soortenbeschermingsprogramma voor grauwe kiekendief” van het Agentschap Natuur en Bos, om er de Vlaamse doelstellingen voor de soort mee te realiseren. Met aandacht voor ecologisch permanente structuren in het landschap en via gerichte maatregelen voor de soort wil men in die gebieden een geschikt habitat creëren voor de tot de verbeelding sprekende vogel. Op termijn wil men zo op Vlaams niveau tot 15 broedparen komen.

In de Westhoek werkt bedrijfsplanner Dieter Coelembier aan de beoogde doelstellingen via de beheerovereenkomsten die landbouwers sluiten met VLM. “In de Moeren zetten we de beheerovereenkomsten al jaren gebiedsgericht in, in functie van akkervogels. Sinds 2018 gebeurt dat ook met een geconcentreerde inzet van maatregelen specifiek voor de grauwe kiekendief. Dat de soort zich nu ook vestigt waar de maatregelen worden genomen, is een enorme opsteker voor de landbouwers, mezelf en VLM. Het is bijkomend een bewijs dat samenwerking en een gebiedsgerichte inzet van beheerovereenkomsten loont.”

Vogelakker

De belangrijkste maatregel voor de grauwe kiekendief is de “vogelakker”. Dat concept komt van Nederland overgewaaid en moet vooral voedsel in de vorm van muizen leveren. Het zijn percelen waar luzernestroken afgewisseld worden met gras-graan-kruidenstroken. Via een vastgelegd maaibeheer van de luzernestroken worden de muizen zichtbaar en bereikbaar voor jagende kiekendieven. De betrokken bedrijfsplanner van de VLM sloot naast de vele andere beheerovereenkomsten in de Moeren acht dergelijke beheerovereenkomsten vogelakker met landbouwers, goed voor bijna 70 hectare kiekendiefvriendelijke maatregelen.

Vogelakkerbeheerovereenkomsten-copyrightDieterCoelembierVLM

GSM-GPS-zenders

De zes oudervogels kregen van medewerkers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) een zender. Dat maakt het mogelijk te achterhalen hoe de vogels het landschap en de maatregelen gebruiken. Verder laten de zenders toe om de vogels te volgen van en naar hun overwinteringsgebied in Afrika, waar ze binnenkort aan beginnen, en zorgen ze ervoor dat toekomstige broedplaatsen sneller ontdekt en beschermingsacties sneller kunnen uitgerold worden.

GrauweKiekendief-copyrightDieterCoelembierVLM2

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek