"Oost-Afrika zal vaker met extreem weer kampen"
nieuwsHet weerfenomeen El Niño beïnvloedt het klimaat in Oost-Afrika al sinds de laatste ijstijd en speelt ook een rol bij de extreme droogte die de regio momenteel teistert. Dat ontdekte UGent-onderzoeker Dirk Verschuren die samen met collega's uit België, Nederland, Duitsland, Zwitserland en de VS de neerslaggegevens tot 20.000 jaar geleden reconstrueerde uit de sedimentafzetting op de bodem van het Chalameer.
Met sonartechnologie hebben de wetenschappers ontdekt dat de bodem van het kratermeer Lake Chala, gelegen aan de grens van Tanzania en Kenia, meerdere honderdduizenden jaren aan sedimentafzetting bevat. "De eerste 22 meter modder hebben we nu geanalyseerd, wat informatie opleverde tot 25.000 jaar terug in de tijd", zegt Verschuren in De Morgen.
Op basis van de gegevens van de diepere lagen konden de wetenschappers variaties in de hoeveelheid neerslag in Oost-Afrika reconstrueren tot en met de laatste ijstijd, ongeveer 20.000 jaar geleden. Waar het in de ijstijd relatief droog was, is er de laatste 3.000 jaar een grotere variatie van neerslag en droogte in Oost-Afrika. "Het komt nu vaker voor dat een regenseizoen ongewoon hevig is, of helemaal faalt", legt Verschuren uit.
Met de opgediepte gegevens kunnen de wetenschappers nu de invloed van de klimaatverandering inschatten. "We vermoeden dat er meer neerslag zal vallen, helaas voor de boeren in felle buien en stormen die hen niet ten goede komen en zelfs tot overstromingen kunnen leiden", aldus Verschuren. "Die regenval zal ook vaker afgewisseld worden met periodes van extreme droogte, zoals we er nu één zien."
De onderzoeker hoopt dat meer wetenschappelijk bewijs meer argumenten geeft om goed op de weerfenomen in te spelen. "De watervoorraden beter beheren, beperkt de negatieve gevolgen", weet Verschuren, "maar dan moet er wel genoeg geld in geïnvesteerd worden."
Bron: De Morgen