Onzekerheid troef voor biobrandstoffen?

Hoe zal de markt voor biobrandstoffen in de komende tien jaar evolueren? Over die vraag buigen OESO en FAO zich in hun rapport over de marktvooruitzichten voor de landbouw. De grootste risico’s en onzekerheden voor de toekomstige ontwikkeling van biobrandstoffen hebben te maken met nationaal beleid inzake transportbrandstoffen en met de productiecapaciteit van de landbouw. De marktanalisten temperen hun vraagprognose ook vanwege de evolutie in de automobielsector richting elektrisch aangedreven voertuigen.
2 september 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:51
Lees meer over:

Hoe zal de markt voor biobrandstoffen in de komende tien jaar evolueren? Over die vraag buigen OESO en FAO zich in hun rapport over de marktvooruitzichten voor de landbouw. De grootste risico’s en onzekerheden voor de toekomstige ontwikkeling van biobrandstoffen hebben te maken met nationaal beleid inzake transportbrandstoffen en met de productiecapaciteit van de landbouw. De marktanalisten temperen hun vraagprognose ook vanwege de evolutie in de automobielsector richting elektrisch aangedreven voertuigen.

Biobrandstoffen (bio-ethanol en -diesel) worden uit biomassa gewonnen. Vandaag komt ongeveer 60 procent van de ethanol uit maïs, 25 procent uit suikerriet, 7 procent uit melasse (een bijproduct van suiker), 4 procent uit tarwe en de rest uit andere granen of suikerbieten. Voor ongeveer 77 procent van de biodiesel worden plantaardige oliën (30% sojaolie, 25% palmolie, 18% koolzaadolie) of afvaloliën (22%) gebruikt. Deze biobrandstoffen behoren tot de zogenaamde eerste generatie, omdat ze gewonnen worden uit voedselgewassen.
 
Geavanceerdere technologieën op basis van cellulosehoudende grondstoffen (bijvoorbeeld olieresiduen, hout of specifieke energiegewassen), ook biobrandstoffen van de tweede generatie genoemd, maken geen groot deel uit van de totale hoeveelheid biobrandstofproductie. Omdat deze biobrandstoffen niet gewonnen worden uit voedsel, worden deze technologieën wel vaak als relevant voor de toekomst bestempeld.
De toekomstige ontwikkelingen op de biobrandstofmarkten zullen voor een groot deel worden bepaald door het nationale beleid. Twee grote producerende regio's, de Europese Unie en de Verenigde Staten, richten hun steun steeds meer op geavanceerde biobrandstoffen (tweede generatie) die niet uit traditionele landbouwgrondstoffen komen.
 
De IEA World Energy Outlook, waarop het OESO-rapport gebaseerd is, verwacht een daling van de totale brandstofvraag in de EU en de VS, wat wijst op een beperkte groei van het verbruik van biobrandstoffen. Verwacht wordt dat het verbruik van biodiesel in de Europese Unie zelfs onder het huidige niveau zal dalen als gevolg van een verwachte daling van het totale dieselverbruik.
 
De belangrijkste risico's en onzekerheden voor de toekomstige ontwikkelingen in de biobrandstofsector hebben te maken met het beleid. Hoe zullen de vereiste minimum percentages ten opzichte van de totale hoeveelheden brandstof evolueren? In welke mate wordt geïnvesteerd in de sector? Worden belastingverminderingen toegekend?
 
En wat met de capaciteit van de landbouwsector om grondstoffen te produceren? De productie van biodiesel wordt beperkt door het geringe aanbod van plantaardige olie, omdat die rechtstreeks concurreert met de vraag naar voedsel. De productie van ethanol is onderhevig aan verstoringen in de suikerrietsector die inherent zijn aan het cyclische karakter van de productie van dit gewas.
 
Dan is er nog de automobielindustrie die steeds meer in de richting van elektrische wagens evolueert. Hierdoor kunnen de voorspellingen over de vraag naar biobrandstoffen in de realiteit lager uitvallen dan verwacht.
 

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek