Onderzoekschip van ruim 50 miljoen euro verkommert aan Zeebrugse haven

nieuws

De Belgica, de trots van het Belgische marien onderzoek, is sinds juni aan de Zeebrugse haven aan het verkommeren. Na slechts twee jaar gebruik, ligt het schip van 54,5 miljoen euro mistroostig aan de kade, zonder water, zonder stroom en zonder onderhoud. De reden? Een arbeidsconflict met het Franse bedrijf Genavir, dat de bemanning verzorgt voor het schip. Belangrijk wetenschappelijk onderzoek op zee kan niet meer uitgevoerd worden, en dat heeft gevolgen voor diverse sectoren. “De wettelijk verplichte opvolging van alle activiteiten op zee kunnen we niet meer garanderen”, zegt Kelle Moreau, de woordvoerder van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) aan Vilt.

21 oktober 2024 Ruben De Keyzer
16_C 723 BELGICA NAVEGANDO-web

Onder meer de visserijsector zal de stilstand van de Belgica hard voelen. De Europese Unie onderwerpt haar lidstaten aan visserijquota, dat is een maximale bovengrens van de hoeveelheid vis die we uit de zee mogen halen. Dit is een beschermmechanisme om overbevissing te voorkomen. De quota worden bepaald aan de hand van de actuele visbestanden, die op hun beurt worden berekend door diverse metingen. Zonder de Belgica worden de metingen flink teruggeschroefd.

ILVO is grootgebruiker van de Belgica. Het staat in voor de milieumonitoring, het inschatten van commerciële visbestanden per visgebied en voor het uittesten van technische aanpassingen aan vistuig om onze Belgische visserij duurzamer te maken. Al deze zaken kunnen nu niet gebeuren.

Visserijsector gefnuikt

Het onderzoekscentrum trekt dan ook aan de alarmbel. “In 2024 mist ILVO minstens tien Belgica-vaardagen voor dit werkpakket. Deels is dat opgevangen door dataverzameling via een commercieel vissersvaartuig. Als het federaal onderzoeksvaartuig ook in 2025 niet beschikbaar is, dreigt er grotere onzekerheid in de inschattingen. Wat betreft de niet-gequoteerde soorten ontstaat er wellicht een blinde vlek in de wetenschappelijke langetermijnreeksen voor de jaren ‘24 en ‘25”, meldt het centrum.

Kort gezegd: ILVO kan niet voldoende data verzamelen op het veld, en dus zal ons land onvolledige gegevens voorschotelen aan Europa. De kans dat Europa vanuit het voorzichtigheidsprincipe onze visquota aanzienlijk terugschroeft, is quasi gegarandeerd. De metingen die wel nog gebeuren, zijn namelijk te sporadisch en te beperkt. “ILVO probeert het niet-uitvaren van de Belgica op te lossen door met een visserschip mee te gaan, maar zo kunnen ze niet hetzelfde wetenschappelijk programma uitvoeren”, kadert Moreau. “Op zulk schip kan je slechts een kleine ploeg meenemen, met minder materiaal.”

Geen milieu-opvolging

Ook op andere domeinen zijn de gevolgen groot. Moreau verwijst naar de aanleg van het Prinses Elisabeth Eiland, een energieplatform in de Noordzee. De werf is in volle weer, maar de wetenschappelijke opvolging blijft uit. “Een project als deze is nog nooit gerealiseerd”, zegt Moreau. “Het is dus belangrijk dat we tijdens de constructie de gevolgen voor het maritieme leven nauw opvolgen, want er kunnen altijd zaken mislopen. De omgevingsvergunning stelt dat als er bij de bouw niet-aanvaardbare gevolgen zijn voor het mariene milieu, we moeten overschakelen naar methoden om de impact aanvaardbaar te houden. Maar dit wordt niet opgevolgd. En als we binnen een aantal jaar opnieuw de middelen hebben om dit uit te zoeken, is het te laat, omdat we op nooit de baselinegegevens hebben kunnen verzamelen om de uiteindelijke situatie mee te vergelijken.”

“Daarnaast heb je nog het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek dat gebeurt bij de universiteiten en diverse instellingen”, zegt Moreau. “Zij hebben fondsen verkregen voor onderzoek, grotendeels gesteund op het feit dat de fondsen voor de Belgica voorzien zouden zijn. Zonder de Belgica komen zij dus ook in de problemen. Hele onderzoeksprojecten vallen stil.”

Ook studenten die marineopleidingen volgen, kunnen hun praktijkstages op de Belgica op dit moment niet volbrengen. “Deze stages maken dat België op hoog niveau meespeelt wat betreft maritiem onderzoek. En dat wordt al zeker voor deze jaargang gecompromitteerd.”

Sociale dumping

Intussen ligt het schip van meer dan 50 miljoen te verkommeren in Zeebrugge. Hoe het zover is kunnen komen? Alles begon met een arbeidsdispuut tussen de Franse rederij Genavir en een Letse matroos. “De federale overheid heeft Genavir aangesteld voor de exploitatie van het schip”, zegt Moreau. “Zij verzorgden dus de bemanning van de Belgica. Het was een gemengd team, met matrozen uit Frankrijk en Letland. Een Letse matroos vond dat de Franse en Letse werknemers niet op gelijke voet behandeld werden, en diende klacht in”, zegt Moreau.

Die klacht bleek terecht. De werkwijze van Genavir was in strijd met het Maritiem Arbeidersverdrag. “Sociale dumping”, zegt Moreau. “Genavir kreeg daarop meerdere kansen om de zaken recht te trekken, maar dat is niet gebeurd.”

De federale overheid liet het er niet bij, en vaardigde een verbod uit aan Belgica om nog uit te varen. Genavir ging hier niet mee akkoord en spande twee rechtszaken aan, eentje tegen de Belgische staat en eentje tegen de FOD Mobiliteit.

Geldkraan dicht

Dat Genavir in moeilijke papieren zou terechtkomen, viel ergens wel te voorspellen. “De Belgica heeft in 2024 onvoldoende budget gekregen van de federale overheid om een volwaardig vaarprogramma uit te voeren”, zegt Moreau. “Normaal wordt er 240 dagen op zee gewerkt, en dit jaar was er slechts voldoende budget voor 160 dagen. Dat zal er bij de rederij ook toe geleid hebben dat het minder rendabel werd om een bemanning in België te zetten, aangezien men geen volledig programma meer kon uitvoeren zoals aanvankelijk voorzien was. Bovendien maakten de hogere brandstofprijzen het moeilijk om rond te geraken binnen de gemaakte budgettaire afspraken.”

In theorie zou de Belgica weer kunnen uitvaren als de federale overheid in zee gaat met een andere rederij. Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. “Er zou opnieuw een openbare aanbesteding moeten worden aangeschreven, met kandidaturen, proeven en een sperperiode zodat bedrijven die de offerte niet hebben gewonnen de mogelijkheid krijgen om dat te betwisten. We spreken van een proces van minstens een aantal maanden. Daarbovenop zitten we met een regering in lopende zaken waar verschillende beslissingen niet meer genomen worden.”

Het fiscale plaatje is ook nog niet rond. “Uit de gelekte onderhandelingsnota hebben we vernomen dat N-VA een drastische reductie voorziet in het budget federaal wetenschapsbeleid. Bovendien stelt de N-VA-nota voor om de federaal wetenschappelijke instituten te regionaliseren, wat voor veel ongerustheid zorgt. We hebben dus geen zicht op onze budgetten voor de komende jaren. Dat belet ons een nieuwe openbare aanbesteding uit te schrijven voor een nieuwe samenwerking.”

“Daarbovenop wachten we de uitkomst van de rechtszaak met Genavir af”, zegt Moreau nog. “Dat zal wellicht voor eind dit jaar zijn, maar daar kan ook nog eens beroep op worden aangetekend.”

Geen uitweg

Een uitweg is dus niet meteen duidelijk. Het administratieve luik zit muurvast, de budgetten zijn ingeknipt, en hoe langer de historie aansleept, hoe duurder het prijskaartje wordt aan het einde van de rit. Want temidden van al deze discussies, ligt het miljoenenschip te verpieteren in de Zeebrugse haven. Een benzinewagen laat men beter geen maanden stilstaan, en dat is dubbel waar voor een schip. “Zo lang stilliggen is een ramp”, zegt Moreau. “Stel dat we midden volgend jaar een oplossing hebben, moet er heel wat gebeuren alvorens we kunnen uitvaren. Het nodige onderhoud gebeurt niet. We staan voor peperdure herstelwerkzaamheden die nergens begroot zijn.”

Het nodige onderhoud gebeurt niet. We staan voor peperdure herstelwerkzaamheden die nergens begroot zijn

Kelle Moreau - KBIN

Het gebruikelijke maritiem onderzoek voortzetten op andere schepen, is ook geen oplossing. “Als je andere wetenschappelijke schepen wil inhuren, dan moet je naar het buitenland kijken”, zegt Moreau. “En dan zie je dat hun agenda’s al meer dan anderhalf jaar zijn volgeboekt. Zelfs als we toch een schip vinden met een gat in de agenda, hebben we nog altijd geen bemanning.”

Paradepaardje op stal

ILVO vraagt de regering met aandrang om de Belgica weer vlot te trekken, en herinnert aan de woorden van de staatssecretaris voor Relance, Strategische Investeringen en Wetenschapsbeleid Thomas Dermine (PS) op de doop van het vaartuig op 25 juni 2022: “Deze investering is een krachtig signaal, dat ons gedeeld geloof in een ambitieuze toekomst voor het Belgische wetenschapsbeleid in de verf zet. Met maar liefst vier keer meer laboratoriumruimte dan de vorige Belgica, zal dit 71 meter lange vlaggenschip sterk kunnen bijdragen op vlak van marien onderzoek in België en Europa”.

Moreau ziet de stilstand met lede ogen aan. “Het is zeer droevig. Dit is een schip dat miljoenen euro's gekost heeft. Het paradepaardje van niet alleen België maar de volledige Europese wetenschappelijke vloot. En het heeft slechts twee jaar gerendeerd, waarvan een jaar met een gereduceerd programma door onvoldoende fondsen.”

Belgica mee in de bres voor onderzoek naar aquacultuur
Uitgelicht
Staatssecretaris voor de Noordzee Bart Tommelein wil het onderzoeksschip Belgica inzetten om wetenschappelijk onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden van aquacultuur. Da...
10 juli 2015 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Beeld: KBIN

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek