Oeso-rapport wil snellere afbouw landbouwsubsidies
nieuwsVolgens de OESO werd de daling niet zozeer veroorzaakt door veranderingen in beleid, maar door gewijzigde marktomstandigheden. "Hoewel op het gebied van agrarische hervormingen enige vooruitgang is geboekt, is die traag, wisselend en onvoldoende", aldus de Parijse denktank donderdag in een rapport.
De Europese Unie gaf vorig jaar het meest uit aan landbouwsubsidies: 93 miljard dollar. De subsidies in de Verenigde Staten bedroegen vorig jaar 49 miljard dollar. De OESO ziet wel minder prijssteun en productiebevordering, maar toch blijven deze de meest dominante vormen van subsidiëring in de meeste landen. Landbouwers blijven daardoor beschermd tegen impulsen van de wereldmarkt, waardoor consumenten en belastingbetalers nog altijd de lasten dragen, aldus het rapport.
In Zwitserland genieten de boeren de meeste steun, subsidies zijn er goed voor circa 69 procent van de inkomsten. In Nieuw-Zeeland maken subsidies daarentegen maar 1 procent uit van het inkomen. De OESO roept de industrielanden op om zijn landbouwbedrijven minder afhankelijk te maken van overheidssteun. Binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) onderhandelen de landen al daarover, maar of dit tot resultaten leidt is nog maar de vraag.
De VS hebben de onderhandelingen bemoeilijkt met het aannemen van een wet die steun belooft aan de agrarische sector. De regering-Bush wil de komende jaren 6,4 miljard dollar per jaar extra uittrekken voor steun. Daarmee hebben de VS zich de woede op de hals gehaald van grote landbouwexporteurs als Brazilië en Argentinië. Zij hebben al gedreigd naar de WTO te stappen om te controleren of de VS de regels van de handelsorganisatie overtreedt.
De VS waren lange tijd de grootste criticasters van het protectionistische landbouwbeleid in Europa, maar door de recente Amerikaanse ommezwaai zijn de economische mogendheden nader tot elkaar gekomen. Een forse reductie van de landbouwsubsidies, zoals de WTO-lidstaten vorig jaar op de wereldhandelstop in Doha afspraken, zit er daardoor waarschijnlijk niet meer in. Dit heeft vooral gevolgen voor ontwikkelingslanden, die door de prijssteun en productiebevordering amper kans maken om te concurreren.
Lees ook: Landbouw en WTO: een schijnhuwelijk?
Bron: Belga