Nijlstaten ruzieën om water van langste rivier
nieuwsEen vernieuwing van het Nijlverdrag komt dichterbij nu vijf landen rond het Nijlbekken een verklaring hebben ondertekend om meer water uit de rivier te eisen. Nu slorpt Egypte nog het leeuwendeel van het Nijlwater op. De Egyptische pers noemde de verklaring van de stroomopwaarts gelegen Nijlstaten een ‘doodvonnis’ voor Egypte. Als zeven van de tien Nijlstaten een nieuw verdrag goedkeuren, dan heeft dit kans op internationale erkenning.
Koen Roest van Alterra, het groene kennisinstituut van Wageningen Universiteit, werkte aan een Europees waterproject rond de Nijl. "Voor de landbouw en economie van Soedan en Egypte is de rivier cruciaal", zegt Roest. "Maar andere Nijlstaten zien het kostbare water grotendeels aan hun neus voorbij stromen".
Roest is van mening dat de Nijlstaten beter eerst naar het rendement van het Nijlwater zouden kijken en aan de hand daarvan het water verdelen. Zo heeft Egypte 7000 kubieke meter water nodig om één hectare maïs te telen. Met dezelfde hoeveelheid water kun je in Oeganda tien hectare maïs bevloeien.
Kenia, Oeganda, Tanzania, Congo, Ethiopië, Rwanda en Burundi delen de Nijl met Egypte en Soedan, maar mogen het water van de rivier niet vrij gebruiken. In 1929 werd onder druk van Groot-Brittannië een koloniaal verdrag afgesloten. Dit gaf Egypte de volledige controle over het water van de Nijl en verhinderde andere landen die langs de Nijl of bij het Victoriameer liggen om het water te gebruiken.
In 1959 bereikte Egypte wel een akkoord met Soedan. Soedan mag 18 miljard kubieke meter gebruiken van de 84 miljard kubieke meter water die jaarlijks door de Nijl stroomt, Egypte gebruikt de rest van het water.
Ethiopië, waar de Blauwe Nijl ontspringt (die bij de Soedanese hoofdstad Khartoum samenvloeit met de Witte Nijl), wordt in het verdrag niet eens genoemd, terwijl de Blauwe Nijl de leverancier is van meer dan driekwart van al het Egyptische Nijlwater.
Egypte heeft altijd zijn veto uitgesproken en dreigementen geuit zodra de andere Nijlstaten waterprojecten wilden beginnen. Daardoor is de ontwikkeling van de Oost-Afrikaanse regio belemmerd, zeggen critici.
In mei hebben vijf stroomopwaarts gelegen landen een eigen Nijlcommissie opgericht, tot woede van de stroomafwaarts gelegen landen Egypte en Soedan. Ethiopië, Oeganda, Rwanda, Tanzania en Kenia willen meer Nijlwater benutten voor stuwdammen en irrigatie.
In april lag reeds een akkoord op tafel over de herverdeling van het Nijlwater, maar Egypte en Soedan weigerden dat te ondertekenen. Daarom besloten de andere landen hun eigen verdrag op te stellen. Burundi en de Democratische Republiek Congo zullen binnenkort wellicht ook de nieuwe overeenkomst tekenen.
Egypte dreigt ermee om waterprojecten en dammen zoals de nieuwe dam in Ethiopië te blokkeren en hoopt zo de overeenkomst tussen de vijf Nijlstaten te boycotten. De Egyptische vrees voor verandering van het Nijlverdrag is te begrijpen in de wetenschap dat 95 procent van de ruim 70 miljoen Egyptenaren voor drinkwater afhankelijk is van de rivier.
Omdat er weinig regen valt, kan een groot deel van de Egyptische landbouw alleen functioneren door irrigatie met Nijlwater. Van de 55 miljard kubieke meter water van de Aswandam, wordt jaarlijks gemiddeld 46 miljard voor irrigatie gebruikt.
Maar ook de in totaal bijna 90 miljoen inwoners van de stroomopwaarts gelegen Nijllanden moeten hun drinkwater voor een groot deel uit de rivier halen of uit het Victoriameer, het reservoir van de Witte Nijl. Vandaar dat de druk op Egypte om consessies te doen, toeneemt.
Bron: eigen verslaggeving/Belang van Limburg