Nederlandse varkens blinken uit door lage kostprijs
nieuwsDe Nederlandse zeugen brengen de meeste biggen groot en de vleesproductie is er het hoogst. Bovendien is het aantal arbeidsuren per zeug, inclusief biggen en vleesvarkens, het laagst in Nederland. Arbeid is in Nederland wel duurder, maar door de hoge productiviteit zijn de arbeidskosten per kilogram uiteindelijk lager. De Nederlandse varkenshouder is ook meer geld kwijt aan bouwkosten. Alleen in Duitsland zijn die kosten hoger. In Spanje is het gemiddelde investeringsbedrag de helft van dat van Nederland. Het LEI merkt wel op dat de verschillen in kostprijs tussen bedrijven binnen een land vaak groter zijn dan de verschillen tussen landen.
De kostprijs in de VS en Brazilië is lager dan die in Nederland. In de VS ligt de kostprijs 7 procent lager dan in Nederland. Het verschil met Brazilië is 37 procent. De varkenshouders zijn in die landen veel minder geld kwijt aan veevoeder. In Brazilië zijn ook de arbeidskosten veel lager. Bovendien zijn de bedrijven daar grootschaliger en de varkenshouders hebben er weinig of geen milieukosten.
De kostprijs op het varkensbedrijf bepaalt voor een deel de totale kostprijs in de hele varkenskolom. Daarom heeft het LEI ook de kosten berekend om varkensvlees af te zetten in het Duitse Ruhrgebied, wat een belangrijke afzetmarkt is voor Nederlands varkensvlees. Het LEI keek daarbij niet naar de marktwaarde, maar naar de gemaakte kosten om een product op de plaats van bestemming te krijgen.
Daaruit blijkt dat door de invoerheffing van de EU op varkensvlees de productie- en afzetkosten van varkensschouders voor Brazilië ongeveer gelijk zijn aan de Nederlandse. Voor varkenshaas is Nederland zelfs de goedkoopste leverancier. Met de afzetkosten inbegrepen, is het varkensvlees vanuit de VS telkens het duurst. De productiekosten in de VS zijn wel lager, maar dat weegt niet op tegen de invoerheffingen.
Bron: Agrarisch Dagblad