nieuws

"Nederlandse landbouw verliest koppositie"

nieuws
De Nederlandse landbouw is zijn voorsprong in de EU aan het verliezen, met name ten opzichte van Spanje. De schaalvergroting is onvoldoende om de concurrentie van andere lidstaten het hoofd te kunnen bieden. Dit blijkt uit vergelijkend onderzoek van het Nederlandse LEI.
28 mei 2004  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
De Nederlandse landbouw is zijn voorsprong in de EU aan het verliezen, met name ten opzichte van Spanje. De schaalvergroting is onvoldoende om de concurrentie van andere lidstaten het hoofd te kunnen bieden. Dit blijkt uit vergelijkend onderzoek van het Nederlandse Landbouw-Economisch Instituut (LEI).

"Met hun inkomen zitten Nederlandse boeren niet meer in de kopgroep. Omringende landen zijn duidelijk bezig met een inhaalbeweging", zo stelde LEI-onderzoeker ir Kees de Bont gisteren in een toelichting op het onderzoek. Vooral Spanje is in opmars. Sinds 1994 boekt dit land een productiegroei van 5 pct per jaar en laat daarmee andere lidstaten ver achter zich. Duitsland komt nog enigszins vooruit met 1,2 pct, Nederland blijft steken bij een jaarlijkse toename van 0,7 pct.

Waren het vooral Nederlandse landbouwers die in de jaren zestig en zeventig optimaal profiteerden van de opkomst van de interne markt, nu grijpen Spaanse boeren hun kans. De nieuwe concurrenten zitten vooral in de varkenshouderij en de tuinbouw. "Zij zijn een marktpositie aan het veroveren ten koste van hun Nederlandse collega's. De wet van de remmende voorsprong speelt ons parten", aldus De Bont.

Na zijn toetreding in 1985 heeft Spanje een aantal jaren nodig gehad om zijn landbouw te heroriënteren. Maar vandaag maakt het land optimaal gebruik van zijn omgevingsfactoren. Er is voldoende ruimte, het ondernemerschap is behoorlijk ontwikkeld en de infrastructuur is op orde. Ook weet Spanje te profiteren van Europese subsidies, luidt het bij het LEI.

De inhaalrace is goed zichtbaar in de varkenshouderij. Hoewel Nederland nog altijd de grootste leverancier is van varkensvlees in de EU, maakt Spanje de laatste tien jaar een stormachtige ontwikkeling door. Had dit land in 1992 een marktaandeel van minder dan 1 pct, inmiddels is sprake van een aandeel van 10 pct. De Spaanse varkensstapel is het afgelopen decennium met bijna 50 pct gegroeid.

Naar verwachting zal Spanje binnen enkele jaren uitgroeien tot de grootste producent van varkensvlees in de EU. Het land kent nauwelijks belemmeringen bij uitbreiding van de fokkerij. Grond en arbeidskrachten zijn ruim voorhanden. Bovendien zijn er weinig regels ten aanzien van milieu en dierenwelzijn. En juist op die terreinen kent Nederland strenge bepalingen die de kostprijs van varkensvlees opdrijven.

In een reactie op het LEI-rapport zegt landbouwdeskundige Herman Stolwijk van het Centraal Planbureau rekening te houden met een "verdere marginalisering" van de Nederlandse landbouw. Volgens Stolwijk worden Nederlandse boeren relatief zwaar getroffen door Europees milieubeleid. De mestwetgeving maakt expansie onmogelijk. "Het is niet toevallig dat de sierteelt, die het minst te duchten heeft van Brussel, nog het meeste perspectief heeft."

Het Nederlandse landbouwministerie relativeert dan weer de sombere uitlatingen. "Als je hoog staat op de ranglijst, is het niet zo moeilijk af te zakken", zegt Albert Vermuë van de afdeling internationale zaken. "We hebben een redelijk stevige uitgangspositie". Hij wijst erop dat Nederlandse boeren minder afhankelijk zijn van EU-steun en beschermende maatregelen dan elders in de Unie. "De stapsgewijze afbouw van dat beleid zal in Nederland dan ook minder pijn veroorzaken".

Bron: Het Financieele Dagblad

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek