Na een moeilijk jaar ziet sector van landbouwmechanisatie opnieuw licht: “De veerkracht is groot”
interviewNa een moeizaam 2024 is de Belgische land- en tuinbouwmachinebouw voorzichtig optimistisch over het lopende jaar. Dat blijkt uit een rondvraag van Agoria, de Belgische technologiefederatie die zo’n vijfentwintig leden telt die actief zijn in de sector. “De voorbije periode was zwaar, maar we voelen dat de sector aan een remonte bezig is”, zegt Claude Lesage, kersvers voorzitter van de werkgroep land- en tuinbouwmechanisatie binnen Agoria in een interview met VILT.
Claude Lesage, algemeen directeur van vlasmachinebouwer Depoortere uit Beveren-Leie, werd begin april benoemd tot nieuwe voorzitter van bedrijvengroep ‘Land- en tuinbouwmachines en installaties voor de veeteelt’ bij de Belgische technologiefederatie Agoria. Hij volgt daarmee Stefan Top op, CEO van AVR en sinds kort ook voorzitter van CEMA, de Europese koepelorganisatie van fabrikanten van landbouwmachines.
De sector van de fabrikanten van materieel voor de landbouw, groenvoorzieningen en tuinen en veeteelt telt een vijftigtal bedrijven in België die samen een omzet van 2,6 miljard euro genereren en goed zijn voor bijna 6.000 arbeidsplaatsen. “Dat gaat van multinationals tot kmo’s, vaak familiale bedrijven met een diepe verankering in de regio”, zegt Lesage. “Het gaat om constructeurs van grondbewerkingsmachines, oogstmachines, materiaal voor veehouderij, en zelfs voertuigen voor openbaar groenbeheer.
Claude Lesage (39) trad na zijn studies economie en rechten in dienst bij Katoen Natie als Country Manager Mexico. In 2019 maakt hij de overstap naar Depoortere. Het bedrijf is intussen verder gegroeid en verdubbelde het personeelsbestand naar ruim 120 mensen. Zijn familie was generaties lang actief in de vlassector totdat zijn grootvader André in de jaren zeventig een champignonkwekerij startte. Dat bedrijf wordt inmiddels geleid door Claudes broer Michel met zijn echtgenote Emely. Zelf keerde Claude terug naar de familiale vlasroots.

Na zeer succesvolle jaren in 2021-2022 kreeg de sector in 2023 en vooral 2024 te maken met een sterke terugval. “Er waren hoge rentevoeten, de prijs van landbouwproducten was niet goed en er heerste geopolitieke onzekerheid. Dat resulteerde in een terughoudende investeringsbereidheid bij landbouwers. Daarnaast hadden dealers tijdens corona grote voorraden opgebouwd.”
Ondertussen ziet de sector weer licht aan het einde van de tunnel. Uit een enquête door Agoria onder zijn leden blijkt dat drie op de vier bedrijven verwacht dat de vraag dit jaar aantrekt. “Dat zal het verlies van vorig jaar niet volledig goedmaken, maar we mikken op een omzetstijging tot 2,7 miljard euro.”
Waarom is de sector zo groot in Vlaanderen?
Claude Lesage: “De nabijheid van klanten, in combinatie met een sterke landbouwtraditie, heeft geleid tot technologische specialisatie. Onze sector is ontstaan uit concrete noden op het veld. Depoortere (producent van oogstmachines en zwingelinstallaties voor natuurlijke vezels zoals vlas, red.) is hier exemplarisch voor. De oprichter Richard Depoortere werkte 100 jaar geleden bij een metaalbedrijf en kreeg de vraag van plaatselijke vlassers naar technologische oplossingen voor hun problemen. Vanuit deze vraag is de specialisatie van Depoortere opgezet en zijn we uitgegroeid tot marktleider.”
“Daarnaast is er in de loop der decennia een sterk ecosysteem rond landbouwmechanisatie tot stand gekomen in België. Enerzijds zijn er de nodige (kennis)instellingen zoals Agoria, Sirris, ILVO, Flanders Make en ook VLAIO. Anderzijds is er veel kruisbestuiving tussen de bedrijven onderling. CNH Industrial Belgium is op dat gebied zeer belangrijk. Het is veruit de grootste constructeur in ons land en bundelt veel kennis dat ook andere bedrijven in de sector ten goede komt.”
Hoe heeft de sector zich de voorbije jaren ontwikkeld?
Lesage: “In 2021-2022 was er sprake van en spectaculaire groei op het gebied van omzet en tewerkstelling. De tewerkstelling schommelde in de jaren ervoor steeds rond de 5.500 mensen, maar piekte in 2022 op 6.446 mensen. In 2023 en 2024 trad een verval op waarna er dit jaar dus sprake lijkt van een licht herstel. Anno 2025 ligt de tewerkstelling nog steeds hoger dan zo’n tien jaar geleden.”
Wat is er verbeterd ten opzichte van vorig jaar?
Lesage: “De rentes zijn wat gezakt. Hoewel ze nog steeds op een hoog niveau liggen, is het wel iets goedkoper geworden om te investeren. Daarnaast zijn ook de tijdens corona opgebouwde stocks bij dealers verminderd waardoor die weer bestellingen plaatsen. Een ander element is het positieve sentiment in de landbouw. Niet alleen Vlaamse landbouwers kijken positief naar de toekomst, de conjunctuurbarometer van CEMA toont aan dat dit ook voor de Europese landbouwers geldt.”
Geldt dat voor alle sectoren?
Lesage: “Ik spreek in algemene zin. Tussen de sectoren onderling bestaan er veel verschillen. Zo zagen de constructeurs van aardappeloogstmachines de voorbije jaren juist veel vraag omdat de aardappelprijzen jarenlang op een hoog niveau lagen. Ook Depoortere heeft een goede periode achter de rug. Het vlas-areaal in Noordwest Europa is verdubbeld in de voorbije 15 jaar (van 100.000 naar 200.000 ha) en dit heeft de vraag naar machines voor de vlasteelt gestuwd. De situatie in de graanmarkten blijft uitdagend gezien de evolutie van de graanprijs."
En hoe zit het met de voortdurende geopolitieke spanningen? Recent is daar de handelsoorlog van Trump bijgekomen.
Lesage: “Onzekerheid en handelsoorlogen zijn natuurlijk nooit goed voor de handel en verkoop bij onze bedrijven. Meer dan 70 procent van de omzet wordt gerealiseerd op buitenlandse markten. In 2024 exporteerde de Belgische producenten van land- en tuinbouwmechanisatie en veeteelt voor 1,944 miljard euro, waarvan 32 procent naar de buurlanden (Frankrijk, Duitsland, Nederland en Luxemburg) en 13 procent naar de Verenigde Staten.”
“Hiermee is Amerika een belangrijk afzetland voor onze bedrijven (voor de één meer dan voor de ander, red.) en houden we ons hart vast. Maar tot op heden zijn de plannen van Trump nog niet uitgekristalliseerd en leven we deels in het ongewisse. Daarbij hebben we er alle vertrouwen in dat de Europese Commissie passende tegenmaatregelen gaat treffen en dat er nieuwe kansen ontstaan op andere markten, zoals Azië en Latijns-Amerika. Daarnaast liggen er ook nog volop kansen op onze Europese markt.”
We moeten alles op alles zetten om ons ecosysteem rond landbouwmechanisatie met een sterkte internationale reputatie intact te houden
Hoe zien deze groeikansen er in Europa uit?
Lesage: “De groeikansen bestaan onder andere uit de (versnelde) vervanging van het machinepark in de land- en tuinbouw. Neem bijvoorbeeld de machines voor de vlassector. Onze machines hebben een levensduur van twintig tot dertig jaar, maar door snelle technologische vooruitgang kan het interessant zijn voor onze klanten om eerder te investeren in een nieuwe machine. Aan ons de taak om onze afnemers te overtuigen van de technologische vooruitgang met de nieuwe generatie machines.”
Kunt u wat vertellen over de technologische innovaties op het moment?
Lesage: “Landbouwbedrijven worden enerzijds steeds groter een professioneler, anderzijds hebben we te maken met de uitdagingen van het klimaat. Dat laatste betekent dat we in kortere tijd steeds meer moeten kunnen. Onze technologische innovaties zijn daarom gericht op het verminderen van de downtime (uitval, red.) van de machines en het ondersteunen van de chauffeurs. Daarbij speelt ook datacaptatie een belangrijke rol. Datacaptatie en connectiviteit stellen ons in staat technische problemen met de machine te voorzien en snel stappen te ondernemen.”
“Verder hebben wij bij Depoortere ook een aantal praktische verbeteringen gerealiseerd. Zo is de snelheid van onze machines, waarmee ze zich op de openbare weg bewegen, vergroot van 25 tot 40 kilometer per uur. Dat heeft een behoorlijke impact als klanten grote afstanden tussen percelen moeten overbruggen. Ook hebben we veel geïnvesteerd in het comfort en veiligheid van de machines. Dat biedt voordelen in de zoektocht naar gekwalificeerd personeel, wat toch een uitdaging is voor onze klanten.”
En hoe staat het met innovaties op het gebied van duurzaamheid?
Lesage: “Op het gebied van duurzaamheid lopen we voorop, mede door de strenge Europese wetgeving. Zaken als precisielandbouw, artificiële intelligentie en robotisering zijn zaken die in opkomst zijn. Ook hier spelen datacaptatie en digitalisering een belangrijke rol. Mede hierdoor kunnen wij hopelijk de administratieve lasten bij de landbouwers verlichten."
Hoe zit het met elektrificatie?
Lesage: “Wij geloven niet dat 100 procent elektrificatie van landbouwmachines er komt op korte termijn. Landbouwmachines hebben een hoog vermogen waardoor elektrificatie moeilijk is. Dan denk ik dat waterstof op termijn meer potentieel biedt. Wel zien we al elektrificatie van kleinere tractoren en landbouwvoertuigen. Misschien dat we in sommige sectoren, bijvoorbeeld in onkruidbestrijding waarbij de nood aan precisie hoog is, op termijn kleinere, zelfrijdende machines (robots) of drones ontwikkelen die elektrisch aangedreven zijn.”
Wat zijn de uitdagingen van de sector op het moment?
Lesage: “Eén van de uitdagingen is de digitalisatie en de meerwaarde daarvan tot in de bedrijfsvoering van de landbouwers te brengen. Vergelijk het met een GSM. Een GSM heeft misschien wel 1.000 functies, maar de meeste consumenten gebruiken er maar enkele van. Een groot potentieel blijft hierdoor onbenut. Veel aandacht zal moeten gaan naar de introductie van deze innovaties door training en automatisatie voor de operator."
“Een andere uitdaging is het behoud van onze concurrentiepositie, vooral ten opzichte van onze buurlanden. Vooral op het gebied van loonkosten hebben we in België een grotere stijging van de loonkosten gezien dan in onze buurlanden.”
“Verder moeten we alles op alles zetten om ons ecosysteem rond landbouwmechanisatie met een sterkte internationale reputatie intact te houden. Bedrijven als CNH Industrial Belgium en ook kennisinstellingen zoals Sirris en Flanders Make moeten gekoesterd worden. Daarnaast mogen we ons als sector wel wat beter presenteren om zo technologische personeel aan ons te winnen.”
Wat is de rol van technologiefederatie Agoria daarbij?
Lesage: “Agoria behartigt de belangen van de constructeurs op politieke, economische en sociale beleidsniveaus. We treden bijvoorbeeld op als gesprekspartner voor de Europese Unie bij de invoering van nieuwe regelgeving.”
“Daarnaast zijn kruisbestuiving met andere sectoren en kennisuitwisseling tussen de bedrijven onderling aandachtspunten binnen Agoria. Onze werkgroep ‘Land- en tuinbouwmachines en installaties voor de veeteelt’ komt zo’n vijf keer per jaar bij elkaar.”
