Minder tulpen beschikbaar, maar VLAM-pluktuin in Antwerpen zal goed gevuld zijn
ReportageSierteler Christoph Pieters is hofleverancier van de VLAM-tulpentuin, de jaarlijks terugkerende marketingactie waarmee de organisatie de Vlaamse voorjaarsbloeiers in de kijker wil plaatsen. Pieters is veruit de grootste tulpenkweker in Vlaanderen, maar dit jaar zal zijn productie iets lager uitvallen. “Door het natte najaar van 2023 zijn er minder bollen geoogst dan normaal”, verklaart de teler die recent veel investeerde in duurzaamheid en automatisering.
De grachten rond het serrebedrijf Tuliflor in Laarne zijn tot de rand toe gevuld met water en de temperatuur schommelt rond het vriespunt. In de serre, ter grootte van 10.000 vierkante meter, is het constant 14 graden en plukken medewerkers tulpen volgens een stabiele jaarplanning. De geplukte tulpen gaan via de lopende band naar een sorteringsmachine waarna ze verpakt worden in boeketten.
Wie denkt dat de hoge waterstand en weersomstandigheden geen impact hebben op de beschermde teelt, komt bedrogen uit. “Dit jaar is er minder aanbod aan tulpen omdat er tot 20 procent minder bollen beschikbaar waren”, vertelt Christoph Pieters. "Het uitgangsmateriaal van de bloemen, de tulpenbollen, wordt op akkers in Nederland geteeld en door de natte weersomstandigheden in het najaar van 2023 viel de opbrengst sterk tegen.”
Door het lagere tulpenbollenaanbod is Pieters wat later van start gegaan. Normaal loopt zijn groeiseizoen van september tot juni en kent de productie een piek in maart en april, het natuurlijke bloeiseizoen van de plant. “Nu komen we wat langzamer op gang en zullen we wat eerder stoppen”, vertelt de teler die op twee locaties teelt. Naast Laarne heeft hij ook nog een serre in Wervik ter grootte van 27.000 vierkante meter. In totaal heeft hij dus 3,7 hectare. Doordat het aanbod tulpen over de hele markt beperkt is, is de prijsvorming goed.
Slechte bollenoogst ijlt nog jaren door
De Oost-Vlaming, zoon van een sierteler, verwacht dat de slechte bollenopbrengst nog jaren zal doorwegen in de bloembollenteelt, een teelt die zich traditioneel in Nederland afspeelt maar de voorbije jaren ook sterk is ontwikkeld in bijvoorbeeld Polen. “Door het krappe aanbod zijn er dit seizoen ook meer kleine bollen gebruikt voor de tulpenteelt waardoor er dit najaar minder pootgoed beschikbaar is voor de teelt van nieuwe bollen.”
Pieters ontvangt wekelijks een verse lading tulpenbollen uit Nederland. Deze schieten in de koelcel wortel waarna ze in de serre uitgespreid worden over bakken op teeltgoten en in zes weken tot bloemen uitgroeien. Door wekelijks nieuwe bollen op te zetten, realiseert Pieters een constante productieflow. In de zomer, als er minder vraag is naar tulpenbloemen, kweekt hij lelies.
Naast de bewortelingskoelcel staan in een andere koelcel Deense karren met tulpenbossen gestockeerd, klaar voor transport naar de klant. Deze tulpen zijn bedoeld voor een marketingactie van VLAM in Antwerpen. De organisatie organiseert jaarlijks een actie in januari of februari om de voorjaarsbloeiers van Vlaamse bodem, zoals tulpen, hyacinten, narcissen en krokussen, in de kijker te zetten.
Jo Brouns opent VLAM-bloementuin
Dit jaar bestaat deze VLAM-actie andermaal uit de installatie van een tijdelijke pluktuin in het centrum van Antwerpen. Het Operaplein van de Scheldestad wordt omgetoverd tot een pluktuin met 100.000 rozen waarbij bezoekers een gratis boeket tulpen kunnen plukken en dit zolang de voorraad strekt. Dit jaar wordt het evenement geopend door Vlaams landbouwminister Jo Brouns (cd&v).
Tuliflor is de voorbije jaren grootleverancier van het bloemenfestijn van VLAM. Met een productie van 60 tot 65 miljoen tulpen per jaar, waarmee het naar eigen schatting 95 procent van de Belgische productie voor rekening neemt, is het niet vreemd dat VLAM elk jaar bij het bedrijf komt aankloppen. De serreteler juicht de marketingactie van harte toe. “Hierdoor worden de consumenten erop attent gemaakt dat het voorjaar er aan komt en ook de voorjaarsbloeiers weer beschikbaar zijn in de bloemenwinkel. Dat is altijd goed voor de verkoop.”
Milieu- en klimaatimpact
Behalve het aanwakkeren van de vraag, is de actie volgens hem ook nuttig om de Vlaamse oorsprong onder de aandacht te brengen en de inspanningen die de sector doet op het gebied van duurzaamheid. Pieters proeft de voorbije maanden en jaren dat het publieke imago van de sierteelt verslechtert. Hij verwijst daarbij naar een aantal Nederlandse gemeenten die gestopt zijn bloemen uit te reiken bij speciale gelegenheden omdat de sierteelt een grote milieu- en klimaatimpact zou hebben.
Volgens de sierteler hoeven consumenten zich zeker niet bezwaard te voelen om een boeketje bloemen cadeau te geven. De Vlaamse sector werkt volgens hem onder uiterst strenge wet- en regelgeving en wordt constant getriggerd om de duurzaamheid verder op te krikken. “Hierdoor heeft de teelt in onze regio een veel lagere milieu- en klimaatimpact dan in bijvoorbeeld Noord-Afrika en Zuid-Amerika waar ook veel snijbloemen vandaan komen.”
Plannen voor plukrobot
Zelf investeerde hij vorig jaar maar liefst drie miljoen euro in onder andere andere energie- en waterbesparende maatregelen. “Wij hebben bijvoorbeeld een luchtontvochtiginginstallatie in gebruik genomen waardoor we het dak van de serre niet meer hoeven te openen. Daardoor hebben we tot dertig procent minder gas nodig”, geeft hij een voorbeeld.
Anderen investeringen zijn gericht op automatisatie en arbeidscomfort. Pieters sluit in dat verband een plukrobot op termijn niet uit. “Deze technologie komt steeds meer binnen handbereik. Momenteel wordt er in Nederland proefgedraaid met de eerste prototypes van deze robot.” De sierteler hoopt hiermee het groeiende arbeidstekort op te kunnen vangen. Op piekmomenten heeft hij dertig mensen aan het werk.
“Bloemen drukken emotie uit”
Zijn ambitieuze investeringen en toekomstplannen symboliseren eveneens zijn vertrouwen in de sierteelt. De voorbije jaren nam het aantal siertelers in Vlaanderen sterk af en Pieters ziet daarin voorlopig geen kentering komen. Een verdere terugval van het sierteeltareaal en dus bloemenaanbod zal de prijs positief beïnvloeden.
Een sterke daling van de vraag ligt volgens hem niet in het verschiet. “Het geven of ontvangen van een bloemetje heeft zo’n sterke emotionele waarde. Dat zal volgens mij altijd zo blijven. En als het geven van een bloemetje ooit al niet meer mag, mag er niets meer. Dan kun je ook niet meer autorijden of mag je ook geen bier meer drinken, want bierbrouwen heeft ook een impact op de omgeving”, besluit hij.
