Meer vragen dan antwoorden op Europees ggo-debat

De Europese ministers van Landbouw plaatsen grote vraagtekens bij het voorstel van de Europese Commissie om beslissingen over het toelaten van de teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen over te dragen aan de lidstaten. Belangrijke landbouwlanden vragen zich af of dat wel verenigbaar is met de interne markt en de internationale handelsregels. Dat bleek op een eerste debat in Brussel.

De Commissie wil de lidstaten zelf laten beslissen over de teelt van genetisch gemanipuleerde gewassen op hun grondgebied. Een minder geharmoniseerde aanpak zou het voor lidstaten die dit wensen makkelijker moeten maken om de sector verder te laten ontwikkelen.

"Het voorstel roept talrijke vragen op. Het zal langer dan één of twee maanden duren vooraleer over dit dossier een consensus bereikt kan worden", zo vatte federaal landbouwminister Sabine Laruelle (MR) namens het Belgische EU-voorzitterschap het debat samen.

Belangrijke landbouwlanden als Frankrijk, Spanje, Italië en Duitsland plaatsen echter vraagtekens bij de verenigbaarheid van het voorstel met de Europese interne markt en de internationale handelsregels. België neemt in afwachting van meer juridische duidelijkheid nog geen standpunt in.

De EU sukkelt al jaren met de aanpak van genetisch gemanipuleerde organismen. Door de verdeeldheid onder de lidstaten heeft de Commissie het laatste woord in toelatingsprocedures en haar beslissingen gelden in principe voor de hele EU. Sommige lidstaten hebben echter hun toevlucht genomen tot vrijwaringsmaatregelen om de teelt alsnog onmogelijk te maken.

Momenteel worden slechts twee genetisch gemanipuleerde gewassen verbouwd in de EU: de maïssoort MON810 van Monsanto en de Amflora-aardappel van BASF. Binnen afzienbare tijd moet een beslissing genomen worden over een verlenging voor MON810.