Meer luchtvervuiling in industrie- dan in landbouwzone

Onderzoek van korstmossen op bomen toont aan dat de vervuiling met ammoniak minder sterk aanwezig is in landbouwgebieden dan in industriezones waar zwaar verkeer voorbijrijdt. Dat is één van de conclusies van Lawrence Vanloffelt in zijn eindwerk als professionele bachelor Groenmanagement aan de Limburgse Hogeschool PXL. Ook in woongebieden werd een toenemende vervuiling vastgesteld. 

In zijn eindwerk onderzocht Vanloffelt of korstmossen (epifytische lichenen) als biologische indicator kunnen fungeren voor het detecteren van luchtvervuiling. Die werd gemeten op basis van de aanwezigheid van stoffen als ammoniak en zwaveldioxide. De student nam 16 locaties in Midden-Limburg onder de loep. "We gingen de korstmossen analyseren in vier natuurgebieden, vier landbouwzones, vier industriegebieden en vier woonzones", vertelt hij. Daarbij kwam aan het licht dat korstmossen zeker een indicator voor luchtvervuiling kunnen zijn.

Volgens Lawrence Vanloffelt was het de verwachting dat er uit de mossen kon afgeleid worden dat bijvoorbeeld in landbouwgebieden de vervuiling Volgens Lawrence Vanloffelt was het de verwachting dat er uit de mossen kon afgeleid worden dat bijvoorbeeld in landbouwgebieden, waar veel gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, de vervuiling groter zou zijn. Maar dat blijkt verrassend genoeg niet het geval. "We stelden wel een verhoogde concentratie van ammoniak vast in gebieden waar veel voertuigen passeren, zoals op industrieterreinen. Het gemotoriseerd verkeer is dus mede verantwoordelijk voor de luchtvervuiling daar", klinkt het.

Vanloffelt merkt bovendien een toenemende vervuiling in de woongebieden. "Ook in de bebouwde kom komt er veel verkeer voorbij, aangevuld met allerlei onkruidverdelgers en andere stoffen die de mensen in hun tuinen gebruiken", zegt hij. "Aan de hand van de korstmossen kunnen we nu verder opvolgen in welke richting de vervuiling evolueert."