Financiële domper voor loonwerkers door nat voorjaar
nieuwsDe vele regen treft niet alleen de boeren in de portemonnee, ook de loonwerkers worden getroffen. “Veel maïs zal niet gezaaid worden waardoor we in het najaar ook minder te hakselen hebben”, vertelt Jan Haveneers van Landbouw-Service, de federatie van loonwerkers. De voortgang van het voorjaarswerk is erg streekgebonden. In de Kempen zijn de velden verzadigd en staan de loonwerkers stil, terwijl de salarissen doorlopen. In de Westhoek is het dan wat beter. “De omstandigheden bij ons in de regio Westhoek zijn goed. Tegen volgende week hopen we alles gezaaid de hebben”, aldus Marc Wullen, voorzitter van Landbouw-Service.
Normaal zou Loonbedrijf Haveneers uit Bree de voorbije anderhalve maand lange dagen gemaakt hebben, maar door het natte voorjaar is er veel minder werk. Jan Haveneers vertelt dat het loonbedrijf, dat hij samen met zijn zoon runt, momenteel op halve kracht draait. Dat heeft grote financiële gevolgen: de personeels- en aflossingskosten lopen door, terwijl er minder inkomsten zijn. “Wij doen onze investeringen op basis van een geschatte werkdruk. Dat kan wel eens vijf procent variëren, maar nu is de verhouding helemaal zoek.”
Normaal hakselen we elk jaar 700 tot 800 hectare, ik schat dat we dit jaar op 500 tot 600 hectare uitkomen.
Haveneers, die ook bestuurder van Landbouw-Service is, schat dit jaar 30 procent minder werk te hebben. Zo ligt het ingezaaide areaal maïs in Limburg volgens hem onder de 50 procent. “De komende tien dagen zal er nog gezaaid kunnen worden, maar daarna is het te laat.” Minder maïs zal ook een impact hebben op het najaarswerk van de loonwerkers. “Normaal hakselen we elk jaar 700 tot 800 hectare, ik schat dat we dit jaar op 500 tot 600 hectare uitkomen.”
De loonwerkers zien dat veel boeren door de weersomstandigheden en het steeds verder vorderen van het groeiseizoen afzien van de inzaai van aanvankelijke hoofdteelten en overstappen op bijvoorbeeld faunamengsels. Voor deze teelten is er binnen het GLB een ecoregeling voorzien. Deze faunateelt, die geen nabewerking behoeft, betekent ook een aanzienlijke inkomstenderving voor de loonwerker.

Minder groente, minder ruwvoer
Naast maïs loopt ook de teelt van aardappelen en groenten moeizaam. “Bij navraag in een groenteverwerkend bedrijf zou 54 procent van de erwten gezaaid zijn”, aldus Haveneers. Hij voorspeelt om die reden ook een stijging van de consumentenprijzen voor groenten. “Ook wortelen, schorseneren en spinazie geraken door de vele regen niet ingezaaid waardoor de opbrengst mogelijk 40 tot 50 procent minder zal zijn.”
Haveneers vreest ook de financiële impact bij de boeren. Veel boeren hebben hun eerste snede gras nog niet binnen en de kwaliteit is slecht. Dit in combinatie met de erg late masïinzaai doet volgens hem vrezen voor ruwvoedertekorten later op het jaar. “Ik ken twee grote veebedrijven die nog geen sprietje gras in hun kuil hebben en nog geen korrel maïs gezaaid hebben.” Behalve het ruwvoer, voorziet hij ook mestproblemen naar de winter toe. “Veel mestkelders zitten nog vol.”
Wij worden per hectare betaald. Door de natte velden waarbij we regelmatig vast komen te zitten, verloopt het werk veel langzamer
In de Kempen zijn soortgelijke geluiden te horen. Deze regio behoort tot de regio’s die de meeste regen kregen waardoor het voorjaarswerk daar het meest achterophinkt. Loonwerker Jelle Pauwels uit Vlimmeren heeft een enorme achterstand met mest uitrijden. De achterstand in het werk en mogelijke afstel van werkzaamheden betekenen ook voor hem inkomstenderving. “Daarnaast worden wij per hectare betaald. Door de natte velden waarbij we regelmatig vast komen te zitten, verloopt het werk veel langzamer.”
In de Westhoek is de situatie beter en wordt er nu ook effluent en drijfmest uitgereden en gewassen gezaaid en geplant. “Onze regio is relatief bespaard gebleven van de vele regen de voorbije weken”, vertelt Marc Wullen, loonwerker in Alveringem en voorzitter van loonwerkersvereniging Landbouw-Service. Wullen heeft acht vaste medewerkers in dienst en bewerkt zo’n 4.000 hectare in West-Vlaanderen en Noord-Frankrijk. Alhoewel de weersomstandigheden het voorjaarswerk enorm hebben vertraagd en gewassen rijkelijk laat in de grond zijn geraakt, ziet hij in zijn regio vooralsnog geen afstel van teeltplannen. “Tegen volgende week hopen we alles ingezaaid te hebben.”

Bemestingsseizoen van start, maar loonwerkers wachten op droog weer
19 februari 2024Stress bij de boeren
Landbouw-Service erkent dat de vertraging en gedeeltelijke afstel van voorjaarwerk het gevolg zijn van de weersomstandigheden en onderdeel zijn van het ondernemersrisico van boeren en loonwerkers. Desondanks zijn zij kritisch over de houding van de overheid en de nadruk op kalenderlandbouw. “Er is dan wel uitstel gekomen in de deadline voor het indienen van de verzamelaanvraag, maar dit uitstel is rijkelijk laat gekomen. Dit brengt veel onzekerheid teweeg bij de landbouwers”, klinkt het.
De starre en weinig proactieve houding van de overheid bleek ook vorig jaar. Doordat er in augustus veel regen viel en het gras niet gemaaid kon worden, heeft de belangenvereniging bij het Departement Omgeving een verzoek ingediend om de uitrijdeadline voor mest (15 augustus) met twee weken te verlaten. “Daar hebben wij pas in oktober een reactie op ontvangen dat dit niet mogelijk was”, aldus Haveneers.
De Limburgse loonwerker weigert bij de pakken neer te zitten en houdt de moed erin. “Laten we hopen dat het de komende dagen droog blijft en warmer wordt, zodat er toch nog veel inzaai kan gebeuren. Als we dan weer een groeizame zomer krijgen, zou de schade nog wat beperkt kunnen blijven.”

Bron: Eigen berichtgeving