Limburgse burgemeesters laken aanpak overheid
nieuwsVooral de ongelijke behandeling met de provincie Antwerpen zit de burgemeesters (10 van CD&V- en 2 van VLD-strekking) hoog. Waarom werd er in Limburg een gebied van 10 kilometer 'leeggehaald' en bleef het in Antwerpen beperkt tot 3 kilometer? "Het gaat hier toch om hetzelfde virus, dezelfde epidemische omvang, hetzelfde federale beleid en dezelfde Europese verplichtingen?", luidt het.
Het Voedselagentschap en de bevoegde minister, Jef Tavernier, besloten eerder in het Limburgs toezichtsgebied 57 bedrijven extra te ruimen. "Maar een duidelijke tijdsplanning kon blijkbaar niet gemaakt worden". Gemaakte afspraken werden weer geannuleerd. Naast de emotionele belasting bracht dit voor de pluimveehouders ook praktische problemen: moesten de dieren nu nog verder gevoed of niet?
Vandaag zijn nog ruim 25 Limburgse bedrijven op de 'zwarte lijst' nog steeds niet geruimd. "Als de incubatietijd voor dit virus maximum 10 dagen bedraagt, hebben deze ruimingen dan nog wel zin? We vragen aan Tavernier om de grootschalige preventieve ruiming nu te evalueren en zo mogelijk te stoppen, om de schade niet verder uit de hand te laten lopen", klinkt het verderop in de brief.
Ook over de regeling voor slachtrijpe braadkippen zijn de burgemeesters uit het toezichtsgebied niet te spreken. Bedoeling was een half miljoen kippen te laten slachten en ze (met een speciale stempel) in de winkel te leggen. "Maar akkoorden met slachthuizen sluiten was moeilijk en de warenhuizen hoeven de kippen niet. Het bleef dus bij een intentie".
De burgemeesters vragen, in naam van hun getroffen landbouwers, dat de vernietigde dieren voor 100 procent zouden vergoed worden, en niet voor 90 procent zoals de ministerraad onlangs besliste. "Op een coördinatievergadering in Hechtel-Eksel had Tavernier wel degelijk 100 procent beloofd", aldus CD&V-burgemeester Hubert Brouns van Kinrooi.
Ook over de tegemoetkoming voor de geleden economische schade moet dringend duidelijkheid komen. Veel bedrijven op verschillende niveaus in de keten - broeierijen, producenten, slachterijen, mengvoederfabrikanten, eierhandel... - lijden serieuze verliezen terwijl de vaste kosten oplopen. Ze kunnen deze marktschade onmogelijk zelf dragen. Financiële hulp van de overheid is levensnoodzakelijk, luidt het.
De burgemeesters vragen ook de oprichting van een speciale dienst die de schadeclaims in verband met de vogelpest moet inventariseren, alsook een regelmatig overleg met de sector en 'nazorg' voor de getroffen bedrijven. Tot slot merken ze op dat in de 3-kilometerzone rond besmettingshaarden de volledige landbouwsector geblokkeerd wordt: het uitrijden van mest mag er nog altijd niet, ook al wacht het veldwerk.
Bron: Belga