Landwijzer en Brouns maken concrete afspraken na open brief
nieuwsMinister van Landbouw Jo Brouns (cd&v) heeft concrete afspraken gemaakt met Landwijzer over de toekomst van het vormingscentrum. Dat maakte hij woensdag bekend in de commissie Landbouw, in antwoord op vragen van Vlaamse parlementsleden over het subsidieverlies van Landwijzer. “Het was een zeer goed overleg waarbij we beiden goed naar elkaar hebben geluisterd, wat heeft geleid tot duidelijke en concrete afspraken”, aldus Brouns.
Begin deze maand uitten meer dan 5.500 middenveldorganisaties, academici, bedrijven en burgers hun bezorgdheid over de hervorming in de subsidiëring van de naschoolse landbouwvorming. Daarbij verloor het vormingscentrum Landwijzer meer dan de helft van zijn overheidstoelage. Via de open brief werd de Vlaamse regering opgeroepen om opnieuw langetermijnzekerheid en structurele financiering te voorzien voor Landwijzer. “Vlaanderen kan zich om verschillende redenen de afbouw of het verlies van zijn enige beroepsopleiding biolandbouw niet permitteren”, klonk het.

Tijdens de commissie Landbouw lichtte Brouns woensdag kort toe waarom het vormingsbeleid in de vorige legislatuur werd hervormd. Een eerste aanleiding was de daling van het Europese budget, waardoor de Vlaamse cofinanciering extra middelen moest vrijmaken om deels te kunnen compenseren. Daarnaast bleek de regelgeving van de naschoolse landbouwvorming ook onvoldoende doelgericht te zijn.
“In deze context van dalende middelen is het belangrijk om de focus en de doelgerichtheid te versterken en te bewaken”, aldus Brouns. “Voorheen kon een cursist onbeperkt gesubsidieerde landbouwopleidingen volgen, zonder ooit in de landbouwsector aan de slag te gaan. Hierdoor verwaterde het oorspronkelijke systeem dat bedoeld was om de instroom in de sector te vergroten met een naschoolse opleiding van enkele duizenden euro, in sommige gevallen tot opleidingen die tienduizenden euro’s kostten, zonder dat dit de instroom in de sector verzekerde.”
Om hieraan paal en perk te stellen werden onder meer de zogenaamde C-cursussen met subsidies beperkt tot 160 uur en voor Landwijzer specifiek tot 200 uur. Ook werd een minimumvereiste opgelegd van tien cursisten, met een uitzondering van zes cursisten voor bio – en korteketenopleidingen zoals Landwijzer en werden de vergoedingen voor de coördinatie van stagedagen gereduceerd naar 40 dagen in de plaats van 80. Bij andere vormingscentra werd dit naar 20 dagen gereduceerd.
Ondersteuning om centrum overeind te houden
Door deze hervormingen verloor Landwijzer, dat voornamelijk zij-instromers als cursisten heeft, veel subsidies. Dat leidde tot bezorgdheid over de toekomst van de kwaliteit van de beroepsopleiding die het nog zou kunnen aanbieden. Ook botste Landwijzer op de voorwaarde die stelt dat de stage in de opleiding op minstens twee verschillende bedrijven moet georganiseerd worden. “Ondanks dat er een sterke meerwaarde zit in het ontdekken van verschillende bedrijfsrealiteiten, begrijp ik ook het standpunt van Landwijzer dat cursisten voordelen kunnen halen om alle seizoenen op één bedrijf mee te maken”, aldus Brouns.
Brouns gaf in de commissie aan dat hij opnieuw heeft samengezeten met Landwijzer om te kijken hoe er nog verder ondersteund kan worden om het centrum overeind te houden. Volgens Brouns waren de gesprekken constructief. “We waren het beiden eens over de waarde die een vormingscentrum als Landwijzer heeft voor de landbouwsector, zeker met het oog op de Vlaamse ambities inzake biolandbouw en jonge starters", aldus de minister. "Daarnaast deelden we ook de mening over de noodzaak om de beperkte middelen te richten naar starters die effectief in de sector terechtkomen.”
Concreet onderzoekt Brouns naar mogelijkheden om de stage te kunnen beperken naar één stageplaats en de zogenaamde C-cursussen, gekoppeld aan een duidelijke intentie om te starten in de sector, op te nemen in de volgende GLB-planwijziging. “Daarnaast zullen we het opleidingscentrum helpen om de niet-geactiveerde subsidie van 100.000 euro op te vragen zodat het nog dit jaar op zijn rekening staat”, aldus Brouns.
Tot slot werd tussen beide partijen ook overeengekomen dat de organisatie een grotere rol kan spelen in de agro-ecologische transitie van landbouwers. Dit sluit aan bij de hervorming van de vorige legislatuur waar men van een ‘financiering via het vormingsaanbod’ naar een ‘vraaggestuurde financiering’ is gegaan. Praktisch uitte zich dit in een nieuw systeem waarbij landbouwers nu over een kennisportefeuille beschikken met een budget van 2.000 euro. Deze kennisportefeuille is te vergelijken met de kmo-portefeuille. De middelen kunnen door landbouwers gebruikt worden om bedrijfsadvies of relevante bedrijfsvormingen te volgen. “Veel landbouwers zijn bijvoorbeeld nog op zoek naar begeleiding in de transitie naar meer agro-ecologische praktijken. Hierin kan zeker een aanbod gecreëerd worden door Landwijzer”, zodus Brouns in de commissie.
Bekijk hier de commissie Landbouw:
