Landbouwers beschikken over almaar meer biopesticiden

nieuws
Biologische gewasbeschermingsmiddelen zitten in de lift. Het gaat om alle gewasbeschermingsmiddelen op basis van natuurlijke materialen zoals plantenextracten, micro-organismen (schimmels, bacteriën, enz.), feromonen of minerale producten. Ze houden vaak een kleiner risico in voor mens, dier en milieu dan chemische gewasbeschermingsmiddelen. Het is het directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid dat in zijn jaarverslag melding maakt van het groeiend aandeel biopesticiden. Ons land droeg in 2015 actief aan deze evolutie bij door EU-rapporteur te zijn voor twee vernieuwende werkzame stoffen met een gunstig profiel.
29 april 2016  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:27
Lees meer over:

Biologische gewasbeschermingsmiddelen zitten in de lift. Het gaat om alle gewasbeschermingsmiddelen op basis van natuurlijke materialen zoals plantenextracten, micro-organismen (schimmels, bacteriën, enz.), feromonen of minerale producten. Ze houden vaak een kleiner risico in voor mens, dier en milieu dan chemische gewasbeschermingsmiddelen. Het is het directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding van de FOD Volksgezondheid dat in zijn jaarverslag melding maakt van het groeiend aandeel biopesticiden. Ons land droeg in 2015 actief aan deze evolutie bij door EU-rapporteur te zijn voor twee vernieuwende werkzame stoffen met een gunstig profiel.

De Europese lidstaten ijveren al jaren voor meer biologische gewasbeschermingsmiddelen. De goedkeuringsprocedure voor deze werkzame stoffen vereist andere gegevens en bevat een aangepaste risicobeoordeling. “Maatregelen die nu hun vruchten beginnen afwerpen”, aldus de FOD Volksgezondheid in het jaarverslag van het directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding.

Ons land droeg in 2015 actief aan deze evolutie bij door EU-rapporteur te zijn voor twee vernieuwende werkzame stoffen met een gunstig profiel. De eerste is COS-OGA, een stof die de verdedigingsmechanismen van planten tegen schimmels activeert. De tweede is een zwakke stam van het pepinomozaïekvirus waarmee tomatenplanten kunnen worden geënt. Beide stoffen werden in 2015 door de Europese Commissie goedgekeurd als ‘laag-risicostoffen’. “Ze zijn innoverend, veilig en … Belgisch van producent tot rapporteur”, zo zet de federale overheid graag in de verf.

Over de vernieuwende bestrijding van het virus dat al meer dan tien jaar de tomatenteelt teistert, komen we meer te weten in het jaarverslag. Door planten met de zwakke stam van het pepinomozaïekvirus in te enten, zijn ze tegen virulente stammen van het virus beschermd. Dit reddingsmiddel, gekend als PMV-01, krijgt sinds 2011 een specifieke toelating. Eind 2015 is het middel als biopesticide toegelaten, waardoor de specifieke toelating in het kader van duurzame gewasbescherming niet meer nodig is. VILT schreef hier drie jaar geleden een artikel over want toen werden de ontdekkers van het vaccin beloond met de wetenschappelijke prijs van het Phytofar Instituut.

Meer info: Activiteitenverslag DG Dier, Plant en Voeding

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek