Landbouw enige sector waar broeikasgasemissies stijgen tussen 2005 - 2021

Uit een rapport van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) blijkt dat landbouw de vijfde grootste uitstoter van broeikasgassen in Vlaanderen is, na de industrie, de energie- en transportsector en de huishoudens. Het is evenwel de enige sector in Vlaanderen waar de absolute broeikasgasemissies stijgen. Dat heeft vooral te maken met de aangroeiende veestapel en een verschuiving van emissies van de energiesector naar landbouw door verhoogde inzet van warmtekrachtkoppelingen (WKK’s).  

4 september 2023  – Laatst bijgewerkt om 4 september 2023 21:24

Broeikasgassen  

Broeikasgassen spelen een belangrijke rol in de leefbaarheid op onze planeet. Ze zorgen ervoor dat een deel van de zonne-energie die op aarde terechtkomt in de atmosfeer wordt vastgehouden. Maar wanneer broeikasgassen in een te hoge concentratie aanwezig zijn, stijgt de gemiddelde jaarlijkse temperatuur en zorgt op die manier voor klimaatopwarming. De broeikasgassen zijn CO2, CH4 (methaan), N2O (lachgas) en de fluorhoudende broeikasgassen (F-gassen: HFK's, PFK's, SF6 en NF3). De uitstoot van broeikasgassen wordt weergegeven in megaton (Mton is miljard kilo) CO2-equivalenten. VMM heeft een studie gepubliceerd over de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen.  

Uit die studie blijkt dat in 2021 73,4 Mton CO2-equivalenten broeikasgassen werden uitgestoten in Vlaanderen, waarvan 64,1 Mton (87% van de totale uitstoot) CO2. De uitstoot daalde met 20 procent in de periode 2005-2021. CO2 daalde met 20 procent, tussen 2005 en 2020. De uitstoot van lachgas nam met 40 procent af en methaan met 10 procent. De fluorhoudende broeikasgassenemissies daalden in 2021 voor het eerst onder het niveau van 2005 (-10%). Na een stelselmatige afname tussen 2005 en 2014 van 92 Mton naar 76 Mton CO2-equivalenten, bleef een verdere daling van de broeikasgasuitstoot uit. Enkel in 2020 kende de uitstoot een lager niveau door de pandemie. De daling is vooral te vinden bij energie(productie), industrie en huishoudens. 

vmm.emissie.landbouw

Landbouw 

Vanaf 2005 loopt het Europees Emissiehandelsysteem (ETS) en omvat de belangrijkste emissies van de energiesector en de industrie. Daartoe wordt vanaf 2005 ook een opsplitsing gemaakt van de totale broeikasgasuitstoot in een ETS- en een ESR-deel (emissies door transport, huishoudens, handel & diensten, landbouw en enkele kleine onderdelen van de sectoren industrie en energie). 

In de publicatie van VMM is te lezen dat de helft (48%) van de broeikasgasuitstoot afkomstig is van industrie en energie(productie) en volgens De Standaard is het landbouwaandeel van de totale uitstoot in Vlaanderen 9,6 procent. Opvallend is wel dat de landbouw, exclusief veranderingen in landgebruik en bosbouw (LULUCF), de enige sector is waar de absolute emissies in 2021 (7,746 Mton CO2-eq) hoger lagen dan in 2005 (7,08 Mton CO2-eq). Er is namelijk voor die periode een stijging van negen procent. Na een daling sinds 1990 en met de laagste piek in 2008 (6,57 Mton CO2-eq), neemt de uitstoot van de landbouw jaarlijks weer gestaag toe, stelt het rapport van VMM. Dat betekent dat de sector nog een grote inspanning zal moeten leveren tegen 2030. Want zoals beschreven staat in Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030 moet de landbouwsector tegen dan een reductie gerealiseerd hebben van 25 procent tegenover 2005. 

De broeikasgasemissies van landbouw bestaan uit energetische emissies (Koolstofdioxide (CO2)) en niet-energetische emissies (lachgas (N2O) en methaan (CH4)). De veeteelt heeft een aanzienlijke bijdrage in de niet-energetische emissies. Dat komt omdat runderen methaan uitstoten tijdens de verteringsprocessen via boeren en darmgassen en dat gas is 29 keer sterker dan CO2. Door mestopslag en het gebruik ervan op landbouwgronden én het gebruik van kunstmest komt naast methaan, ook nog lachgas vrij. Lachgas is 296 keer sterker is dan CO2.  

De landbouwsector is de derde grootste ESR-sector wat betreft broeikasgasuitstoot, goed voor 18 procent van de totale Vlaamse ESR-emissies. De ambitie in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP) 2021-2030 wat betreft de reductie van broeikasgasemissies in de ESR-sectoren wordt berekend tot -40 procent tegen 2030 (t.o.v. 2005). Voor de landbouw betekent dit een reductie van broeikasgassen met 25 procent ten opzichte van 2005. Voor de enterische emissies (door verteringsprocessen van herkauwers) werd een reductie van 19 procent (t.o.v. 2005) vooropgesteld. Om deze doelstelling invulling te geven, werd een overeenkomst aangegaan tussen de overheid en de rundveesector onder de noemer ‘Convenant Enterische emissies rundvee 2019-2030’. Zo kan er bijvoorbeeld ingezet worden op genetica, bedrijfsmanagement en veevoedermaatregelen.  

Veestapel en emissieverschuiving  

Aan de oorzaak van de stijging van de emissies binnen de landbouw liggen twee tendensen. De grootte van de veestapel is bepalend voor de emissiebijdrage uit de veeteelt. Volgens het rapport stijgt de veestapel in Vlaanderen opnieuw sinds 2009 en vooral in de pluimveesector (+ 62% sinds 2008). Tussen 2005 en 2022 groeide de melkveestapel aan met 21 procent. Dat komt vooral door het loslaten van de melkquota in 2015. Dat had als gevolg dat de melkproductie per koe met 38 procent toenam, wat tot een verhoogde mestuitscheiding per dier leidt. De stijging van de emissies bij de melkveestapel werd enigszins tenietgedaan door een vermindering van het aantal varkens en vleesveerunderen. 

Anderzijds leidde een verhoogde inzet van WKK’s in de glastuinbouwsector tot een sterke stijging van het aardgasverbruik en van de bijhorende CO2-emissies. De inzet van WKK’s wordt daarbij financieel gesteund door warmtekrachtcertificaten (WKC’s). Er is dus een emissieverschuiving op te merken van de energiesector (elektriciteitsproductie) naar de landbouw (glastuinbouw), klinkt het in het rapport. 

Bron: Landbouw en Visserij / ILVO / De Standaard / Belga / Vlaams Energie- en Klimaatagentschap

Beeld: Grafiek: VMM

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek