Land- en tuinbouw kent tijdens coronacrisis 2de grootste jobgroei van alle sectoren

Het personeelsbestand in de land- en tuinbouw is, ondanks de coronacrisis, met 4,1 procent toegenomen. Enkel de IT-sector scoort net iets beter (4,2%). Dat blijkt uit het coronadashboard van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van 27.000 bedrijven.

3 februari 2021  – Laatst bijgewerkt om 3 februari 2021 15:00
Lees meer over:

Hoewel heel wat ondernemingen zware klappen hebben gekregen vanwege de coronapandemie, zijn er ook bedrijven die aangeworven hebben tijdens de voorbije periode. Vooral bedrijven in de IT-sector (+4,2%), de land- en tuinbouwsector (+4,1%) en de vrije beroepen (+2,4%) zagen hun personeelsbestand afgelopen jaar toenemen. Acerta baseert zich hiervoor op het aantal arbeidsovereenkomsten van bepaalde en onbepaalde duur bij 27.000 bedrijven. Ondernemingen actief in ‘Vervoer en opslag’ (+2,2%) en de bouwsector (+1,5%) vervolledigen de top vijf.

“Het coronajaar was voor heel wat ondernemingen een moeilijk jaar”, vertelt Liesbet Coninx, Managing Director Payroll Services bij Acerta. “Toch zijn er ook sectoren die bijkomende aanwervingen hebben gedaan in 2020, zoals de IT-sector. Heel wat bedrijven hebben hun digitale kanalen opgestart of uitgebreid, waardoor die sector een boost heeft gekregen.”

Ook de land- en tuinbouwsector kende een groei van het personeelsbestand. “Maar hier gaat het vooral om tijdelijke arbeidscontracten”, gaat Coninx verder. “De oorzaak van die stijging ligt waarschijnlijk bij de verschillende maatregelen die de regering genomen heeft om de gevolgen van de coronapandemie op de voedselproductie te beperken: enerzijds het verdubbelen van het aantal dagen seizoensarbeid, anderzijds de mogelijkheid voor tijdelijk werklozen en personen in SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) om het werk als seizoenarbeider in deze sector te combineren met behoud van de uitkering.”

De oorzaak van de groei ligt bij de verschillende coronamaatregelen, zoals de verdubbeling van het aantal dagen seizoensarbeid en de inschakeling van tijdelijk werklozen en SWT'ers

Liesbet Coninx - Managing Director Payroll Services bij Acerta

Horeca en cultuur delen in de klappen

Bij de dalers zijn er geen verrassingen: de horeca is het sterkst gekrompen, met een afname van het personeelsbestand van 16,4 procent, gevolgd door de cultuursector (-11,7%) en de interimsector (-9,8%).

“Het is absoluut geen verrassing dat de coronapandemie de grootste impact heeft gehad op de horecasector”, aldus Coninx. “We zien niet meteen significante verschillen tussen de verschillende regio’s. Wat we wel zien, is dat de procentuele daling het grootst is in West-Vlaanderen. Dat is niet geheel onlogisch, want de horeca aan de Belgische kust is meer afhankelijk van seizoensgebonden flexibele arbeid, die omwille van corona sterk gedaald is. De daling die we vaststellen bij de horecasector is vooral te vinden bij de flexijobbers en de studentenjobs. De vaste werknemers werden vaak op tijdelijke werkloosheid geplaatst en behielden dus hun arbeidscontract.”

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek