Land- en tuinbouwers minder positief over toekomst

De Vlaamse land- en tuinbouwers zijn opnieuw minder positief gestemd over hun toekomst dan het afgelopen anderhalf jaar. Dat blijkt uit de Vlaamse landbouwconjunctuurindex die daalt van 87 naar 78 punten. De afname is vooral te wijten aan een negatievere stemming bij melkveehouders, siertelers onder glas, varkenshouders en akkerbouwers. In de groente- en fruitsector verbetert de conjunctuur in beperkte mate. De investeringsbereidheid neemt dan weer lichtjes toe.
8 mei 2018  – Laatste update 4 april 2020 15:41
Lees meer over:

De Vlaamse land- en tuinbouwers zijn opnieuw minder positief gestemd over hun toekomst dan het afgelopen anderhalf jaar. Dat blijkt uit de Vlaamse landbouwconjunctuurindex die daalt van 87 naar 78 punten. De afname is vooral te wijten aan een negatievere stemming bij melkveehouders, siertelers onder glas, varkenshouders en akkerbouwers. In de groente- en fruitsector verbetert de conjunctuur in beperkte mate. De investeringsbereidheid neemt dan weer lichtjes toe.

Elke zes maanden peilt het Departement Landbouw en Visserij door middel van een enquête naar de tevredenheid bij de Vlaamse land- en tuinbouwers over de afgelopen periode en over de komende zes maanden. Bij een waarde van 100 zijn er evenveel positieve als negatieve antwoorden. Uit de enquêtes die in maart dit jaar werden afgenomen, blijkt dat de conjunctuurindex na drie opwaartse rondes opnieuw daalt van 87 naar 78. Alle landbouwsectoren doen het slechter dan de vorige periode, terwijl in de tuinbouwsectoren een iets positievere tendens valt waar te nemen, met uitzondering voor sierteelt.

De grootste verliezer is de melkveesector. Zes maanden geleden stond de index er nog op 105, het hoogste niveau van de laatste tien jaar, terwijl hij dit voorjaar terugviel naar 83. Bovendien worden de toekomstverwachtingen nog een stuk slechter ingeschat (73) dan de situatie van de voorbije zes maanden (93). Samen met de vleesveesector hebben de melkveehouders het somberste toekomstperspectief van alle deelsectoren. Dat is vooral het gevolg van de melkprijs die opnieuw onder druk staat. Twee derde van de melkveehouders verwacht ook dat die de komende nog verder zal afnemen.

In de vleesveesector bedraagt de index 66, een punt lager dan zes maanden voordien. Daarmee hangt de stemming in de sector al sinds 2016 in een dal. De index van het verleden (59) en de toekomst (73) blijven op eenzelfde niveau staan. Ongeveer driekwart van de vleesveehouders geeft aan dat verkoopprijzen de afgelopen zes maanden gedaald zijn. Ook de veevoeders zijn lichtjes duurder geworden, wat de al lage rentabiliteit in de sector niet ten goede komt.

De index in de varkenssector is op zes maanden tijd gezakt van 98 naar 89. De varkenshouders hebben een iets negatievere periode achter de rug (77), maar de toekomst zien ze wel iets rooskleuriger tegemoet (101). De sector heeft het afgelopen jaar sterk schommelende prijzen gekend, zoals voor biggen als voor mestvarkens. In mei 2017 werden nog topprijzen genoteerd, maar in november zakte de markt in. In maart van dit jaar kwam er evenwel een herstel. Een derde van de varkenshouders verwacht een prijsstijging de komende maanden.

De daling van de conjunctuurindex in de akkerbouwsector van 80 naar 73 heeft vooral te maken met sterk dalende prijzen in een aantal sectoren. Bijna driekwart van de akkerbouwers geeft aan dat de prijzen de afgelopen maanden zijn gedaald. Ruim 30 procent spreekt zelfs van een sterke daling. Bovendien verwacht 3 op tien dat de prijzen nog verder zullen verlagen. Zo daalde de suikerprijs van 500 euro per ton in september naar 374 euro in januari als gevolg van de afschaffing van het suikerbietquotum. Ook de aardappelprijs op de vrije markt kelderde sinds de zomer van 2017. Met een prijs van 23 euro per ton in maart 2018 ligt de prijs vandaag ver onder de contractprijs. Al staat een groot deel van de aardappelen onder contractteelt waar de prijzen een stuk hoger liggen.

In de tuinbouwsector zien de telers van groenten in openlucht hun index opnieuw wat stijgen van 74 naar 80. De tevredenheid over de afgelopen zes maanden is zeer laag (58), maar de toekomstperspectieven zijn goed (101). Het gaat enkel om groenten voor de versmarkt, want groenten voor de industrie vallen onder de akkerbouwsector. Tachtig procent geeft aan dat de verkoopprijzen de afgelopen maanden zijn gedaald, de helft onder hen sprak zelfs van een scherpe daling. Vier op tien verwacht ook in de toekomst een verder daling.

De glastuinbouwers zijn het meest optimistisch van alle land- en tuinbouwers. Hun index steeg van 87 naar 92. Een minder goede voorbije periode (82) wordt gecompenseerd door een hoopvollere toekomst (103). Ongeveer de helft van de glastuinbouwers heeft een prijsdaling vastgesteld de afgelopen zes maanden. Ongeveer 40 procent onder hen wil de productie het komende half jaar uitbreiden. De gunstige stemming heeft ook te maken met de verwachtingen over de energieprijs en de voorbije winter die relatief zacht was.

De fruitteelt kruipt uit een diep dal (59) en komt uit op een index van 75, wat nog altijd laag is. Zowel de tevredenheid over de voorbije zes maanden als de toekomstverwachtingen stijgen tot respectievelijk 64 en 86. Waar 75 procent van de fruittelers aangeeft dat de eigen productie licht tot sterk is gedaald, geeft de helft aan dat de prijzen de voorbije periode zijn gestegen. Vooral de appelteelt werd vorig jaar zwaar getroffen door sterke nachtvorst diep in de lente. De stemming bij de siertelers onder glas valt dan weer sterk terug: van 97 naar 81. Het is heel moeilijk om een beeld te krijgen van de sector omdat die heel divers is. Een kwart geeft wel aan de productie te willen inkrimpen.

Iets minder Vlaamse land- en tuinbouwers ondervond de afgelopen zes maanden belemmeringen in de bedrijfsvoering. Hun aandeel daalt van 69 procent naar 64 procent. Deze verbetering is vooral te danken aan de betere weersomstandigheden en aan iets minder financiële problemen. Het aandeel landbouwers dat financiële belemmeringen ervaarde, daalde lichtjes naar 21 procent, al zijn er wel grote verschillen tussen de deelsectoren. Vooral fruittelers lijken op dit vlak problemen te kennen (71%). De sector werd achtereenvolgens geconfronteerd met de Ruslandboycot (2014), een nat voorjaar en stormschade in 2016 en vorstschade in 2017. Ook relatief veel groentelers in openlucht gaven financiële problemen aan (46%).

Andere belemmeringen die werden aangegeven, waren beperkingen van overheidswege (24%). Vooral varkenshouders voelen zich op dat vlak beperkt (35%), siertelers onder glas het minst (3%). De afzetproblemen verhogen naar 24 procent. Bij de klassieke koploper fruit zakt het aandeel verder van 41 procent naar 23 procent. De akkerbouwsector ziet zijn aandeel stijgen naar 45 procent. Het aandeel dat dier- of plantenziektes aangeeft als belemmering, stijgt van vijf naar acht procent.

Het komende jaar worden voor de tweede keer op rij opnieuw iets meer investeringen gepland. Het aandeel stijgt van 34 naar 37 procent. Land- en tuinbouwers willen vooral investeren in gebouwen en installaties (23%) en het machinepark (16%). Ongeveer negen procent wil grond aankopen. In de fruitsector worden de meeste investeringen gepland (53%). In de varkenssector is de investeringsbereidheid met 16 procent het laagst, kort gevolgd door de groentesector in openlucht waar de bereidheid is gedaald van 41 naar 17 procent.

Meer informatie: Vlaamse landbouwconjunctuurindex – voorjaar 2018

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek