Lamy pareert uitlatingen van Bush over GGO's

"Het is een feit dat we van mening verschillen over de mate van voorzichtigheid die noodzakelijk is als het gaat om genetisch gemanipuleerde organismen. Maar om de EU ervan te beschuldigen dat we de derde wereld uithongeren, omdat wij die landen niet volproppen met GGO-overschotten, dat gaat duidelijk veel te ver. Dit is zonder meer ontoelaatbaar", aldus Lamy.

De scherpe reactie van de Franse eurocommissaris kadert in het handelsconflict tussen Brussel en Washington. De Amerikaanse regering bestrijdt het Europese moratorium op de toelating van nieuwe GGO's en diende onlangs klacht in bij de Wereldhandelsorganisatie in Genève. België, Oostenrijk, Frankrijk en een viertal andere lidstaten willen echter geen nieuwe GGO's toelaten zolang de Europese Unie niet over een wetgevende omkadering beschikt.

Intussen blijft het debat over de aanpak van ggo's ook de interne Europese keuken beroeren. Maandag behandelden de Europese ministers van Landbouw in Brussel het probleem van de coëxistentie tussen genetisch gemanipuleerde, traditionele en biologische gewassen in de landbouwsector. Ook dat probleem wordt door sommigen gekoppeld aan de opheffing van het moratorium.

Biologische en traditionele gewassen kunnen immers "besmet" worden met GGO's, bijvoorbeeld door de wind, tijdens het transport of in de pakhuizen. Volgens de milieulobby bedreigt dat besmettingsgevaar het voortbestaan van de traditionele en biologische sector en moeten er strenge maatregelen genomen worden om de consument ook in de toekomst een vrije keuze te waarborgen.

Onder meer België pleitte maandag voor een gemeenschappelijke aanpak van het coëxistentie-probleem. De bevoegde eurocommissaris Franz Fischler voelt daar echter weinig voor en wil de lidstaten zelf laten beslissen over de wenselijkheid van rotatiesystemen voor gewassen, bufferzones, minimale afstanden tussen GGO-velden en velden met traditionele gewassen,...

De Oostenrijker zal volgende maand met een aantal richtlijnen over de kwestie uitpakken. Die moeten de lidstaten in staat stellen om de maatregelen te nemen die ze nodig achten. Nadien zal de Commissie de situatie opnieuw evalueren en kan eventueel overgeschakeld worden op een communautaire regeling.

Fischler waarschuwde ook voor een koppeling tussen het probleem van de coëxistentie en de opheffing van het moratorium. "Het is niet gerechtvaardigd om het probleem te gebruiken als alibi voor een verlenging van het moratorium. De kwestie van coëxistentie heeft niets te maken met gezondheidsrisico's, omdat enkel de erkende GGO's voor besmettingen kunnen zorgen. Het is dus een louter juridisch en economisch probleem", besloot Fischler.