Openbaar onderzoek MAP7: Laatste boeren dienen bezwaar in
duidingTot en met vrijdag loopt er een openbaar onderzoek over MAP 7 en het milieueffectenrapport (MER) van dit plan. Een rondvraag door VILT wijst uit dat de laatste boeren bezig zijn hun bezwaarschrift in te dienen. “We hebben al 20 jaar bemestingsbeperkingen opgelegd gekregen en nog is het nitraatgehalte in het water niet goed. Dan ligt de oorzaak toch niet in de landbouw? Dat ze eerst eens werk maken van het hele rioleringssysteem alvorens de maatregelen voor de landbouw te verscherpen”, aldus één van hen.
Op woensdag 18 december werd het voorstel van decreet voor het nieuw mestactieplan (MAP7) goedgekeurd in het parlement. Nog tot en met 16 mei loopt het openbaar onderzoek waarbij boeren en tuinders de mogelijkheid hebben om bezwaar in te dienen. Melkveehoudster Sabine Vandeweyer uit Wuustwezel is één van de boeren die deze week nog een bezwaarschrift heeft ingediend.
Dure grond wordt waardeloos
Zij heeft onder meer kritiek op de beschermingsstroken die worden verbreed om zo uitspoeling van nitraat naar de waterlopen te voorkomen. “Dat er op vijf meter geen mest op de beschermingsstrook mag en drie meter geen fytoproducten, daar hebben we niet direct een probleem mee. Maar dat vanaf 2026 de mesthoeveelheid van het betreffende perceel in mindering moet worden gebracht, is een groot probleem. Mestafzet is een dure kost.”
Ook het feit dat er op de beschermingsstroken teeltbeperkingen gelden en geen gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gebruikt, is voor haar een brug te ver. “Wij moeten immers wel ook al die meters betalen aan de bank, zonder inkomen, enkel kosten”, aldus de boerin die ook de verminderde ruwvoeropbrengst noemt. Haar melkveebedrijf heeft in totaal vijf kilometer landbouwgrond dat langs grachten loopt. “Voor ons betekent deze maatregel dat we in totaal 2,5 hectare verliezen, want die grond wordt onbruikbaar.”

?Video: De impact van MAP7 in de praktijk
31 maart 2025Meer administratieve lasten
Bovendien betreurt de boerin de bijkomende administratieve lasten die MAP7 met zich meebrengt, bijvoorbeeld bij de uitbreiding van het verplicht mesttransport met een GPS-systeem, het zogenaamde AGR-GPS. Voor alle vloeibare dierlijke mest die wordt uitgereden, is het gebruik van de AGR-GPS voortaan verplicht. De enige uitzondering is eigen mest op eigen grond. Daar geldt de verplichting vanaf 1 juli. “De meeste landbouwers hebben bijna personeel nodig om het hele AGR-GPS-systeem mee op te volgen en te begeleiden. Op de dagen dat er mest op die manier wordt uitgereden, blijf ik alvast in de buurt van de gsm of tablet om alle administratieve verplichtingen klaar te spelen. De systemen haperen regelmatig en een foutje is zo snel gebeurd. Echt een grote frustratie op ons bedrijf”, stelt ze.
De landbouwster heeft haar bezwaarschrift opgesteld aan de hand van een sjabloon van Boerenbond. De landbouworganisatie vertelt aan VILT dat het geen zicht heeft op het aantal bezwaarschriften die zullen worden ingediend. Alhoewel Boerenbond tot de partijen behoort die samen met de natuurorganisaties vorig jaar de krijtlijnen van MAP7 hebben uitgezet, wil het tijdens het openbaar onderzoek wel een aantal ‘aandachtspunten’ kenbaar maken.

Aandachtspunten van Boerenbond
Het milieueffectenrapport bevestigt bijvoorbeeld dat met de maatregelen zoals voorzien in MAP7 de milieukwaliteit in heel Vlaanderen erop vooruitgaat, zo klinkt het bij Boerenbond. De landbouworganisatie vindt dat een logisch resultaat aangezien er maatregelen worden genomen die inspanningen vragen van de landbouwers. “Maar er worden ook kwantitatieve berekeningen gedaan met een model. Modellen kunnen helpen, maar alleen als begin van een gesprek en niet als eindpunt. Beleid voeren op basis van modellen is dan ook een slecht idee”, klinkt het. De landbouw-, milieu- en natuurorganisaties erkenden deze discussie over de modellen en daarom spraken ze af dat enkel de concrete resultaten op het terrein een antwoord kunnen bieden.
Net zoals Vandeweyer is Boerenbond kritisch over het MAP-meetnet. “Wij vragen al geruime tijd dat het MAP-meetnet terug geëvalueerd wordt zodat het voldoet aan de criteria om enkel de invloed van landbouw te beoordelen zonder andere sectoren en zonder de negatieve impact van nitraatrijke bronnen, zoals afgesproken in het akkoord”, klinkt het.
De landbouworganisatie beaamt dat MAP7 voornamelijk is gebaseerd op de afspraken uit het akkoord tussen landbouw-, milieu- en natuurorganisaties. “Maar er zijn enkele aanpassingen doorgevoerd die negatief uitpakken.” Als voorbeeld noemt het de beschermingsstroken waarover is opgenomen dat de eerste meter niet bewerkt of betreden mag worden en de hele strook niet mag gemaaid worden tussen 15 maart en 15 juli. “Dit maakt dat de strook niet goed meer kan onderhouden worden, wat de waterkwaliteit niet ten goede komt. Wij vragen dan ook om deze voorwaarden te schrappen.”
Goede teelt- en bemestingspraktijken cruciaal voor acceptatiegraad
Verder benadrukt de belangenorganisatie het belang van “goede teelt- en bemestingspraktijken” waarmee gereduceerde bemestingsnormen terugverdiend kunnen worden. Het MER benadrukt nog te weinig de positieve aspecten van dit instrument, want volgens Boerenbond is wetenschappelijk aangetoond dat de maatregelen geen negatieve milieu-impact hebben. “Deze moeten absoluut behouden blijven, want ze zorgen juist voor draagvlak bij de sector.”
In het plan-MER worden ook alternatieven bestudeerd die bestaan uit nog veel strengere maatregelen zoals nog verdere kortingen op bemestingsnormen, grotere bufferstroken, maar die zijn volgens Boerenbond nooit besproken. “De voorgestelde alternatieven, die nog veel verder gaan dan de al strenge maatregelen uit het akkoord tussen landbouw-, milieu- en natuurorganisaties, zijn dan ook helemaal onaanvaardbaar voor de landbouwsector. Er moet bij het akkoord gebleven worden en de evaluatie van het plan moet gebeuren op basis van een correcte monitoring op het terrein gedurende twee winterjaren waarbij alle maatregelen in rekening worden gebracht, zoals afgesproken”, klinkt het.
Steunmaatregelen om verlies te compenseren
De landbouworganisatie pleit verder nog voor voldoende flankerend beleid via ecoregelingen of andere steunmaatregelen om het verlies aan vruchtbare productiegrond en mestafzetruimte door de beschermingsstroken te compenseren. Ook voor het verkorten van de uitrijregel, voor onder andere effluent, eist Boerenbond compensatie. Zo zou de vergunningverlening voor extra opslagcapaciteit vergemakkelijkt moeten worden.
Tot slot komt de landbouworganisatie met een waarschuwing op het gebied van mestbeleid in de verdere toekomst. “Bemestingsnormen kunnen echter niet oneindig dalen. Planten hebben stikstof nodig om te groeien. Als er te weinig stikstof wordt gegeven, valt de groei stil en wordt de nog beschikbare stikstof ook niet meer opgenomen, waardoor de situatie slechter wordt dan wanneer er meer stikstof wordt gegeven. Het opbrengstverlies zou dan enorm zijn.”
ABS hekelt praktische uitvoering
Ook ABS was eerder al niet mals voor MAP7. Toenmalig voorzitter van de organisatie, Hendrik Vandamme, stelde vast dat de praktische uitvoering op het terrein knelt. Daarbij noemt hij onder meer "het aanhoudende gebrek aan flexibiliteit en de administratieve last van MAP7". Hij nam ook de beschermingszones en de lage bemestingsnormen op de korrel.
