Kan minimumprijs suikerbiettelers zoet houden?

Sinds de afschaffing van suikerquota is de suikerprijs gekelderd waardoor steeds meer bietentelers afhaken. De Tijd trok naar Tienen en bracht een verhaal waar je niet meteen vrolijk van wordt. Tiense Suiker lanceert ondertussen een charmeoffensief door een minimumprijs voor te stellen. Het suikerbedrijf wil de boeren ook meer inspraak geven in Südzucker.
27 januari 2020  – Laatste update 14 september 2020 14:53
Sinds de afschaffing van suikerquota is de suikerprijs gekelderd waardoor steeds meer bietentelers afhaken. De Tijd trok naar Tienen en bracht een verhaal waar je niet meteen vrolijk van wordt. Tiense Suiker lanceert ondertussen een charmeoffensief door een minimumprijs voor te stellen. Het suikerbedrijf wil de boeren ook meer inspraak geven in Südzucker.
De boeren verdienen de laatste twee jaar niets meer met hun suikerbieten. Dat het slecht gaat in de sector, bewijzen ook de cijfers. Tussen 2017 en 2019 zijn 408 telers ermee gestopt. Vandaag blijven ongeveer 7.000 bietentelers over. Samen zorgen zij voor de bieten waarvan de Belgische suikerfabrieken jaarlijks zo’n 800.000 ton suiker van maken.
 
Reden van de malaise is de liberalisering van de suikermarkt in 2017. Voorheen werden quota gehanteerd die een limiet zetten op de hoeveelheid suiker die mocht geproduceerd worden. Er werd ook een minimumprijs afgesproken die de fabrieken moesten betalen aan de boeren. Maar de Wereldhandelsorganisatie vond dat de EU haar suikersector op die manier afschermde.
 
Het gevolg: de quota werden losgelaten en het hek was van de dam. Volgens de VN produceerden de Europese suikerfabrieken in 2017 maar liefst 26,7 procent meer suiker dan het jaar voordien. In 2018 daalde de productie wel weer met 17 procent. Met de extra productie wilden de fabrieken hun vaste kosten kunnen verdelen over meer suiker. En de grote bedrijven wilden met dit ‘suikeroffensief’ de kleinere concurrenten uit de markt weren.
 
Maar die strategie miste compleet haar doel. De extra suiker vond zijn weg niet naar de consument. Volgens de Europese Commissie produceerden de Europese bedrijven 181 miljoen ton suiker, terwijl er 172 miljoen ton geconsumeerd werd. De rest was ook voor de export niet geschikt, wegens te duur door de hoge transportkosten.
 
De toegenomen hoeveelheid suiker zorgde ervoor dat de suikerprijs ineenstortte. In de periode voor 2017 kregen de suikerfabrieken nog minstens 404 euro voor een ton. De afgelopen jaren zakte die prijs naar ongeveer 320 euro.
 
Dat verlies rekende de industrie door naar de boeren. “Zij konden voor de liberalisering rekenen op minstens 31 euro per ton suikerbieten”, vertelt Peter Haegeman, secretaris-generaal van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters (CBB) aan De Tijd. “De jongste jaren moesten sommigen het met tot een derde minder stellen.” De laatste jaren hebben veel boeren geen winst gemaakt of zelfs verlies gedraaid.
 
De boeren wijzen met een beschuldigende vinger naar Tiense Suiker, dat instaat voor de productie van driekwart van alle Belgische suiker. Het bedrijf is in handen van het Duitse Südzucker dat de Duitse boeren zou voortrekken ten koste van de Belgische. “Hoe minder Südzucker ons voor onze bieten geeft, hoe meer het de Duitse telers kan geven voor hun bieten en hoe hoger het dividend is dat de Duitse boeren krijgen”, zegt bietenteler Kobe Ruell aan de krant. “Südzucker betaalt ons minder dan Iscal zijn boeren.”
 
Iscal, het andere suikerbedrijf dat in België actief is, betaalde in 2017 tussen de 26 en 30 euro per ton bieten aan zijn boeren. Dat schrijft het vakblad De Bietplanter. In vergelijking: Tiense Suiker betaalde 23,5 euro. Het prijsverschil zou kunnen verklaard worden door het feit dat Iscal enkel in België en Nederland verkoopt terwijl Südzucker gericht is op heel Europa waardoor de transportkosten hoger liggen.
 
“Voor heel wat Belgische boeren is Tiense Suiker de baarlijke duivel', zegt Mathieu Vrancken, bietenteler en ex-voorzitter van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters. “Niet helemaal terecht. De Belgische directie wil de Belgische boeren helpen en ging vaak mee in onze visie, maar ze is gebonden aan het Duitse moederbedrijf. Het klopt: de Duitse boeren krijgen wat meer, net als de boeren van Iscal. Toch is Tiense Suiker zeker niet de slechtste betaler.”
 
Maar voor 1.400 boeren is de maat vol. Samen met 200 sympathisanten hebben ze het plan opgezet om in Seneffe in Henegouwen een nieuwe suikerraffinaderij te bouwen. Kostprijs is 327 miljoen euro. De boeren zamelden zelf 58 miljoen euro in, de Waalse overheid steekt 40 miljoen bij en de federale overheid zorgt voor 15 miljoen. Voor het resterende bedrag zijn ze aan het onderhandelen met de banken. Begin 2021 willen ze van start gaan met de bouw en in 2023 hopen ze dat de productie kan opgestart worden.
 
Volgens Vrancken is dit een “nobel initiatief. Maar het wordt erg moeilijk”, zegt hij. “De opstartkosten zijn hoog en de vraag rijst of de fabriek levensvatbaar is. De fabriek van Seneffe zal haar boeren meer moeten betalen dan de concurrentie, want dat is haar bestaansreden. Bovendien zal ze haar verkoopprijzen net lager moeten houden dan de concurrentie, want ze moet een plaats veroveren in de drukbezette sector.”
 
De boeren zijn zich bewust van het risico.“Het kan zijn dat de nieuwe fabriek het niet makkelijk krijgt, maar ze zou tenminste van ons zijn'”, zegt Ruell. “Als ze winst maakt, gaat die naar ons. En niet naar de Duitse telers, zoals bij Tiense Suiker.”
 
Als de boeren slagen in hun opzet en als meer telers Tiense verlaten, zou dat wel eens het einde kunnen betekenen voor de fabriek in Vlaams-Brabant. “En als ze dichtgaat, gaat ze nooit meer open”, zegt directeur Guy Paternoster.
 
Daarom kiest Tiense Suiker voor een tegenoffensief en wil het een minimumprijs betalen voor de bieten die binnenkort geplant worden. “Ze krijgen 25 euro voor een ton bieten”, zegt Paternoster. “De best georganiseerde boeren hebben een kostprijs van 18 euro per ton.” Met deze minimumprijs wil Tiense de boeren meer zekerheid geven.
 
Alle Europese suikerraffinaderijen willen hun sector opnieuw winstgevend maken. Zo sloten een tiental fabrieken de deuren. “Ons Duitse moederbedrijf Südzucker sloot er vijf in Duitsland, Frankrijk en Polen”, zegt Paternoster. “Dat betekent: een pak minder suiker en dat gaan we dit jaar voelen. De prijzen stegen de afgelopen maanden. Twee weken geleden gingen de internationale suikerprijzen zelfs 14 procent hoger.” Maar terugkeren naar de situatie zoals die was voor de liberalisering, is een illusie volgens Paternoster. “De prijzen zullen forser schommelen.”
 
Er komen bovendien nieuwe uitdagingen op ons af. Als het Mercosur-handelsakkoord goedgekeurd wordt, zullen de Brazilianen goedkoper suiker naar de EU kunnen exporteren. Ook de brexit kan roet in het eten gooien want zonder goede handelsdeal met het VK verliezen de Europese fabrieken een markt waar ze 500.000 ton suiker afzetten.
 
Tiense Suiker is ook van plan om zijn Belgische boeren meer macht en inspraak te geven bij Südzucker. Vandaag beschikken de Duitse boeren over 58 procent van de aandelen, terwijl de Belgische er geen hebben. “De Belgische boeren zullen toetreden tot de coöperatie van de Duitse boeren en zo aandeelhouder worden van Südzucker”, zegt Paternoster. “Ze krijgen evenveel inspraak als pakweg de Beierse boeren.”
 
Paternoster blijft wel geloven in de Belgische suikersector.“De sector is danig veranderd door de afschaffing van het 50 jaar oude quotasysteem”, zegt Paternoster. “We begonnen in 2017 met een wit blad. Ik heb altijd gezegd: we zullen fouten maken. We hebben fouten gemaakt, onder andere door de boeren niet meteen een minimumprijs te geven. Maar we hebben bijgeleerd, en dat zullen we blijven doen.”

Bron: De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek